Holocaustontkenning: politiek bepaalt waarheid niet

Hoe begrijpelijk wellicht ook, maar kabinet en parlement moeten afzien van het strafbaar maken van Holocaustontkenning. Zo’n verbod suggereert dat de Holocaust niet te bewijzen valt. Los daarvan, gaat de politiek niet over de waarheid of wat mensen denken en zeggen, vindt Arendo Joustra.

Komende week staat in het teken van het herdenken van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog (4 mei) en het vieren van de vrijheid (5 mei).

Nog steeds is niet te bevatten dat in onze contreien nog geen mensenleven geleden zes miljoen joden zijn vermoord. Het aantal is verbijsterend, maar elk woord klinkt in dit verband te gewoontjes. En achter dat aantal gaan bovendien zes miljoen dieptreurige verhalen schuil over evenzoveel mannen, vrouwen en kinderen.

Het is gebeurd en het valt niet te ontkennen.

Lipstadt is bij uitstek deskundig als het gaat om de Holocaustontkenning

Maar moet je daarom het ontkennen of verregaand bagatelliseren van de Holocaust ook strafbaar maken, zoals het kabinet-Rutte IV voorstelt? Dat is een vorm van censuur die niet thuishoort in een vrije, open samenleving. En die niets oplost.

Dat vindt ook de Amerikaanse historicus Deborah Lipstadt. Zij heeft zes jaar van haar leven gestreden tegen Holocaustontkenner David Irving, die haar van smaad beschuldigde. Ondanks het geld- en tijdverslindende proces in een Britse rechtbank, vindt ze niet dat ontkenning van de Holocaust moet worden verboden, schrijft ze in haar boek.

Niet alleen omdat ze voor vrijheid van meningsuiting is. Eerder omdat ze vreest dat de aangeklaagden martelaren worden van het vrije woord.

Maar het allerbelangrijkste is volgens Lipstadt dat een dergelijk verbod zou kunnen suggereren dat er geen bewijzen zijn voor de volkerenmoord. Waarom zou je de ontkenning anders verbieden?

Holocaustontkenning is een misdaad tegen de waarheid, maar daar gaat de wetgever niet over. Iets om over na te denken op 3 mei, de internationale dag voor de vrijheid van meningsuiting.