Juist goed, democratisch gezien, dat Vlissingse gemeenteraad maatschappelijke verdeeldheid rond slavernij-excuses niet onder het kleed veegt, schrijft Gertjan van Schoonhoven.
Excuses voor het slavernijverleden zijn inmiddels bijna routine. Toch is het besluit van Vlissingen om zich op 1 juli te voegen bij de grote steden en de staat der Nederlanden en óók excuses aan te bieden, speciaal. Meer dan elders lag in Vlissingen het initiatief bij de gemeenteraad, niet bij het dagelijks bestuur. De raad bleek zelfs op het allerlaatst nog tot op het bot verdeeld. Met de krapste meerderheid denkbaar – 14 stemmen voor, 12 tegen – zeiden de Vlissingse raadsleden ja tegen excuses.
Lees ook: Excuses Koning over slavernij: zinvol of niet?
Daar is wat meesmuilend over gedaan. Waarom toch zo ingewikkeld doen? De grote rol van Vlissingen in de trans-Atlantische slavenhandel staat buiten kijf, net als bij die andere Walcherse stad, Middelburg. Daar kondigde de burgemeester gewoon aan dat er op 1 juli excuses komen. Maar de Vlissingse benadering is juist goed: een teken van lokale democratische vitaliteit. Zeker buiten de grote steden is de verdeeldheid over excuses groter dan alle sorry’s suggereren. De raad van Vlissingen verdient een pluim omdat hij die verdeeldheid niet onder het tapijt van de ‘verbinding’ heeft geveegd, maar serieus geadresseerd.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."