De vrijspraak van de Haagse oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui is een grote blamage voor het Openbaar Ministerie, dat bijna drie jaar lang onnodig de lokale democratie saboteerde. Dit mag niet meer gebeuren, schrijft Geerten Waling.
Tot op het laatste moment was het spannend: worden Richard de Mos en Rachid Guernaoui, beiden oud-wethouders van Groep De Mos/Hart voor Den Haag, veroordeeld voor corruptie of toch niet? De rechter was duidelijk: nee, vrijspraak. De rechtbank maakte gehakt van alle verdenkingen die het Openbaar Ministerie (OM) aandroeg: ‘Van kwade bedoelingen lijkt geen sprake. Sterker nog: de donaties lijken gedaan uit goede bedoelingen.’
Opluchting voor alle ombudspolitici
Bij de lokale politiek in Den Haag, en eigenlijk in heel Nederland, leidt de uitspraak tot grote opluchting. Lokale partijen, die in tegenstelling tot hun landelijke concurrenten geen subsidie ontvangen, zijn afhankelijk van donaties. Tegelijk zijn lokale partijen, die inmiddels ruim eenderde van alle raadszetels in het land bezetten, extra gebrand op het luisteren naar de problemen in de samenleving.
‘Ombudspolitiek’ noemt De Mos dat, in navolging van EW. Maar dat kan alleen als er geen (schijn van) belangenverstrengeling is, en sinds het begin van het onderzoek van het OM hing dat zwaard van Damocles boven vele lokale partijhoofden.
Bijna drie jaar onderzoek naar politici, dat zou niet moeten kunnen
Reactie OM
Het Landelijk Parket laat weten teleurgesteld te zijn in de uitspraak en gaat nu eerst het vonnis bestuderen voor er verdere stappen worden overwogen (eventueel hoger beroep of niet).
Het onderzoek naar De Mos en Guernaoui werd al bijna drie jaar geleden, in de zomer van 2020, aangekondigd. Sindsdien zijn er gemeenteraadsverkiezingen geweest en coalitiebesprekingen, die in Den Haag onmiskenbaar zijn beïnvloed door het OM-onderzoek. De partij van De Mos werd met 9 zetels (17 procent) de grootste partij van de hofstad, maar belandde toch in de oppositiebankjes. Waar rook is is vuur, toch? Nee, zegt de rechter nu, maar de schade is al grotendeels geleden en niet zomaar te herstellen.
Het OM staat nu in haar hemd, maar bij een afgang alleen mag deze zaak niet blijven. In het belang van de weerbaarheid van de lokale democratie, zou het goed zijn als er een diepgravend onderzoek komt naar het functioneren van het OM, waarop desnoods sancties volgen voor de verantwoordelijke officieren.
Als er serieuze verdenkingen bestaan van strafbaar gedrag, dan moet het OM die altijd kunnen onderzoeken. Maar dat hoeft niet bijna drie jaar te duren en ten koste te gaan van de eer en goede naam van individuele politici, van hun partij en van hun hele gemeentebestuur. In naam van de lokale democratie: dit mag nooit meer gebeuren.