Voor de tweede keer wordt Nederland gewaarschuwd voor acute en dreigende watertekorten. De snelle bevolkingsgroei is een van de oorzaken, en dus raken de waarschuwingen ook die discussie, schrijft Gertjan van Schoonhoven.
Toen de Rotterdamse burgemeester Ahmed Abouteleb (PvdA) in 2015 de jaarlijkse HJ Schoo-lezing van dit weekblad gaf, formuleerde hij de basistaak van zijn ambt als volgt. Het eerste waarvoor een burgemeester moet zorgen, zei hij, is dat het vuil wordt opgehaald en alle burgers te eten en te drinken hebben.
Tekst gaat hieronder verder
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Wat dat laatste betreft was er in Nederland destijds nog geen wolkje aan de lucht. Het leek bijna een overbodige opmerking van Aboutaleb. Maar sinds de covid- en Oekraïnecrisis met hun haperende distributie en torenhoge grondstof- en energieprijzen spreken volle schappen in de buurtsuper niet meer vanzelf. ‘Momenteel niet leverbaar’, behoort inmiddels tot het standaardrepertoire van de grootgrutters.
Na waterbedrijven luidt nu ook RIVM de noodklok
En nu wordt Nederland voor de tweede keer in korte tijd gewaarschuwd dat ook water uit de kraan niet vanzelf spreekt. In september van het afgelopen jaar trokken de waterbedrijven al aan de bel, deze week het RIVM. Bij drie van de tien drinkwaterbedrijven zijn de tekorten acuut, de andere moeten hun productiecapaciteit in de aanloop naar 2030 fors uitbreiden. Daartoe zijn mogelijkheden, maar in een dichtbevolkt land is het geen sinecure.
Naast klimaatverandering (warmere, dus drogere zomers) en economische groei, is de snelle bevolkingsgroei de grote aanjager van de tekorten. De waterbedrijven waarschuwden al dat drinkwater niet gegarandeerd is voor de 900.000 huizen die het kabinet wil laten bouwen. In hun publicatie van september 2022 schreven ze:
‘Al eerder hebben de drinkwaterbedrijven aangegeven dat zij zonder extra maatregelen tijdige beschikbaarheid van goed drinkwater voor de ruim 900.000 nieuwe woningen die het kabinet wil bouwen, niet kunnen garanderen. De onderstaande kaart laat zien waar de beoogde extra woningen komen in relatie tot de gebieden waar de tijdige beschikbaarheid van drinkwater in de knel komt. Hieruit blijkt dat een belangrijk deel van deze woningen gebouwd gaan worden in gebieden waar al problemen zijn of op korte termijn problemen dreigen te ontstaan met het zeker stellen van de drinkwatervoorziening. In al deze gevallen zal dus de realisatie van de woningbouwopgave gepaard moeten gaan met acties om ook de drinkwatervoorziening te garanderen.’
‘Dat er water uit de kraan komt lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet’
Voorzitter Peter van der Velden van de Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland (Vewin) zei in een persbericht:
‘Dat er water uit de kraan komt lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Het drinkwater van morgen vraagt vandaag al om extra maatregelen. Natuurlijk zetten wij in op bewust en zuinig drinkwatergebruik, maar ons land groeit de komende 20 jaar met zo’n 1,5 miljoen inwoners en misschien nog wel meer. Dat betekent dat we voorbereid moeten zijn op een verder groeiende drinkwaterbehoefte en daarmee willen én mogen we geen enkel risico nemen. Het gaat om belangrijke keuzes waardoor de watersector ook op langere termijn robuust kan blijven.’
Bevolkingsgroei raakt elementaire pijlers van het bestaan
Het geeft maar weer eens aan hoezeer de aanhoudende bevolkingsgroei de meest elementaire pijlers van het bestaan begint te raken in Nederland. Die van een dak boven het hoofd, ten eerste. Er is tegen die groei – netto een miljoen mensen per decennium – bijna niet op te bouwen. En zelfs als dat wel lukt, dreigt er in die huizen geen water uit de kraan te komen.
Belangrijkste conclusies RIVM
* Drinkwaterbedrijven die vrijwel direct meer winningscapaciteit en/of vergunningsruimte nodig hebben, zijn: Waterbedrijf Groningen, Vitens in Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht en in mindere mate Flevoland en Dunea (westelijk deel Zuid-Holland). Hier kunnen al deze zomer problemen ontstaan.
* De zeven andere drinkwaterbedrijven hebben ook meer winningscapaciteit en/of vergunningsruimte nodig in de periode tot 2030. Daarvoor moet er nu al wat gebeuren.
* Verwachting is dat de noodzakelijke productiecapaciteit in 2030 jaarlijks circa 100 miljoen kubieke meter groter moet zijn ten opzichte van 2020.
* Ook hier speelt zich een strijd om de ruimte af. ‘Waterbelangen’ botsen toenemend met die van industrie, landbouw, scheepvaart, recreatie en
natuur.
* Mogelijke oplossingen zijn: ‘klimaatrobuuster’ maken van oppervlakte- en grondwater (water niet meer afvoeren maar vasthouden); zuiniger waterverbruik stimuleren; aanvullende bronnen.