Stervoetballers mogen de regenboog weigeren, maar in het homofobe klimaat van de voetbalsport is dat een heldere keuze: tégen de tolerantie waar de clubs en de KNVB voor zeggen te staan, schrijft Geerten Waling.
Nu het stof boven Rotterdam weer wat is neergedwarreld na het welverdiende kampioenschap van Feyenoord, is het tijd om toch nog even terug te komen op een akelig akkefietje rondom aanvoerder Orkun Kökçü (22). Een geweldige speler, best een sympathieke jongen zo op het oog, maar toch ook een openlijke homofoob.
Althans, Kökçü deed grote moeite om te ontkomen aan de regenboogband die aanvoerders in de Eredivisie zouden dragen om de virulente homofobie in het betaald (en overigens ook in het amateur-)voetbal aan de kaak te stellen. Geen overbodige luxe, gezien de graagte waarmee op tribunes met ‘kankerhomo’ wordt gescholden en gezien hoe homofanclubs, zoals de Roze Kameraden van Kökçü’s eigen club, worden bedreigd en geïntimideerd. Om in dat klimaat stijfkoppig de regenboogband te weigeren, geeft een sterk signaal af: homofobie.
Gevoelige Kökçü lijkt niet open te staan voor gevoelens van anderen
Al eerder heb ik op deze pagina geschreven dat het goed mogelijk is dat een homofoob een voortreffelijke voetballer is. En afwijkende, zelfs ongewenste denkbeelden zijn niet meteen verboden. Kökçü is ook best een gevoelige jongen, getuige zijn openhartige opmerkingen na het kampioenschap op sportzender ESPN, over zijn mentale problemen. Dat maakt het ironisch dat hij niet zo lijkt open te staan voor de gevoelens van anderen.
Het kan natuurlijk ook zo zijn dat de gevoelige Kökçü juist klem is komen te zitten tussen de gevoelens van twee verschillende doelgroepen. Kökçü speelt namelijk ook voor het Turkse elftal. Ook al is hij geboren en getogen in Haarlem, hij heeft ervoor gekozen om te spelen voor het geboorteland van zijn ouders, waaraan hij een tweede paspoort ontleent.
Kökçü had met regenboogband ‘beslist geen leven meer gehad’ in Turks elftal
Bij Vandaag Inside verwoordde de Turks-Nederlandse presentator Özcan Akyol wat velen al dachten maar niet durfden uit te spreken: ‘Als hij de band wel had gedragen en hieraan mee had gedaan, had hij beslist geen leven meer gehad bij de nationale ploeg.’
Of Kökçü actief onder druk is gezet door homofobe mede-Turken – hier te lande dan wel in zijn conservatieve moederland – doet er eigenlijk niet eens toe. De stervoetballer wist anders zelf heel goed dat hij niet met zo’n ‘haram’ regenboog gezien moest worden.
Respect krijgen is geen mensenrecht
Wat er wel toe doet, is dat Kökçü ook nog het lef had om zijn afwijzing van de regenboog te verdedigen als een ‘mening’ waarvoor hij ook wel ‘een beetje respect’ verwachtte. Maar respect krijgen is geen mensenrecht. Respect dwing je af als je opstaat tegen onrecht en opkomt voor de slachtoffers van dat onrecht.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen