Minister Yeşilgöz van Justitie voert een motie van de Tweede Kamer uit en maakt de neutraliteit van het politie-uniform nu expliciet: agenten mogen geen religieuze symbolen dragen. Eindelijk komt aan deze lange discussie een einde, schrijft Geerten Waling. Voorlopig.
Keppeltjes en kruisjes worden er altijd bij gehaald in de langslepende discussie over de neutraliteit van het uniform, maar dat is bedrieglijk. Er is in de media nog geen Joodse agent opgestaan die per se in geüniformeerde dienst ook een keppeltje wil dragen – nog los van de vraag of dat in sommige stadswijken uit het oogpunt van lijfsbehoud een verstandige keuze zou zijn. En voor kruisjes geldt hetzelfde, bovendien kunnen die onder het uniform worden gedragen, of, zoals andere kwetsbare en potentieel gevaarlijke sieraden, gewoon onder werktijd worden afgedaan.
Nee, het gaat natuurlijk om de hoofddoek. Dikwijls gevierd als symbool van diversiteit, maar toch door veel vrouwen, onder wie veel (ex-)moslims, gehaat als toonbeeld van een patriarchale, ongeëmancipeerde en onvrije godsdienstbeleving. Ondanks de luidkeelse protesten van een kleine groep, aangevoerd door de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, heeft minister Dilan Yeşilgöz van Justitie & Veiligheid nu in de kledingvoorschriften voor de politie expliciet laten vastleggen dat religieuze symbolen in combinatie met het uniform niet zijn toegestaan.
Niet tegen de hoofddoek, maar vóór neutraliteit
Let wel: de minister heeft geen standpunt ingenomen tégen de hoofddoek. Wel heeft ze de neutraliteit van het uniform, waarover almaar discussie bleef, nu – en hopelijk voor eens en altijd – verankerd. Daarmee geeft ze een duidelijk signaal af: iedere burger mag in Nederland bij de politie, mannen evengoed als vrouwen. Zolang diegene maar de neutraliteit (en daarmee ook de seculariteit) van de staat uitstraalt en religieuze denkbeelden (en ook vooroordelen) buiten de deur van het politiebureau houdt.
Naast de formele neutraliteit van het uniform is dát nu toevallig een boodschap die jonge vrouwen, ongeacht hun achtergrond of geloof, de kracht, het respect en de gelijkwaardigheid geeft die elke dienaar van de Staat verdient. En als alleen al het moeten weglaten van de hoofddoek onder werktijd voor een enkeling genoeg reden is om diens ambitie om diender te worden te fnuiken, dan was die hele ambitie misschien toch al niet zo groot. Elders op de arbeidsmarkt is genoeg werk te vinden waarbij neutraliteit geen enkel issue is.