De verwoeste Russische tank op het Leidseplein herinnert volgens Femke Halsema aan de noodzaak de democratie te verdedigen. Een opmerkelijke draai van deze burgemeester, wier partij GroenLinks ooit zo tegen oorlog was, aldus historicus en schrijver Henri Beunders in een ingezonden essay.
Kunst is politiek. Sterker, kunst is macht. Staatsmacht levert dus de beste kunst op, en staatskunst de grootste macht. Zo kun je de uitgebrande Russische tank zien die op het Amsterdamse Leidseplein is neergezet. Hij past in het denken van burgemeester Femke Halsema.
In haar sloganachtige toespraakje wees ze op de plek iets verderop tussen Paradiso en Nederlands officiële debatcentrum De Balie, de organisator van het tank-evenement. Daar stond vroeger een Huis van Bewaring dat door de Duitse bezetter werd gebruikt om mensen te ondervragen.
De tank herinnert ons eraan dat we democratie elke dag moeten verdedigen (…) Door pal te staan voor onze journalisten, schrijvers en kunstenaars, want zij zijn de tegenmacht waar onze rechtsstaat op steunt. En door bereid te zijn, om als het moet, dat wat ons dierbaar is met alle mogelijke middelen te verdedigen.
Sleutelwoorden zijn ‘kunstenaars’ en ‘tegenmacht’. GroenLinks was vanaf de oprichting in 1990 tegen elke westerse militaire actie om dictaturen en terreur te bestrijden. Golfoorlog, Kosovo, Afghanistan, Irak… GroenLinks was tegen. Maar nu wil Halsema ‘alle mogelijk middelen’, dus blijkbaar ook kernwapens, inzetten om haar zo geliefde culturele wereld te verdedigen.
Om de tank staan hekken, bloemen zijn verboden
Hoe moeten we dit zien? Als cynisch opportunisme of als logische voortzetting van haar overtuiging ‘kunst is macht’? Ik zou zeggen: allebei. Haar vinger die wees naar het verdwenen Huis van Bewaring, wees in de richting van de doorgang naar het huidige Max Euweplein: zeven pilaren onder een horizontaal fries met een ‘Latijnse’ tekst: Homo sapiens non urinat in ventum. Erop aangebracht door architect Kees Spanjers, uit wraak voor de gevoelde tegenwerking van de gemeente.
Geen ambtenaar vroeg destijds wat het eigenlijk betekende. Urinat is geen Latijn, dus is het potjeslatijn voor: ‘Een wijs mens pist niet tegen de wind in’.
Is Halsema ook zo wijs geweest met de wind mee te draaien door deze tank op te stellen? Misschien. Hier lijkt de ideologie van ‘agitpropkunst is nodig’ en ‘de staat en de kunst vormen een duo’ van toepassing. De staatsmacht van de ‘Republiek Amsterdam’ is onmiskenbaar. Om de tank staan hekken. Daaraan hangen waarschuwingsborden: het is verboden er bloemen, vlaggen en dergelijke neer te leggen: ‘Deze worden weggehaald’. Een toeschouwer riep verbolgen: ‘Alles verboten!’
In de loop van de tank zijn toch bloemen gestopt. Mensen kalkten op witte vellen papier ‘Vrede, geen oorlog’, en ‘Uit de NAVO’. Dit laatste misschien ook als verwijzing naar De Balie, dat mede wordt gefinancierd door de NAVO. Dat de Balie-directeur na de toespraak een man met een microfoon fysiek te lijf ging die daar een vraag over stelde, bevestigt dat de regels van het debat, hoe dierbaar ook, natuurlijk niet door gewone burgers mogen worden bepaald. Dit publicitaire geschermutsel verdoezelt echter de ideologie achter zulke politieke ‘agitpropkunst’. Daar was Femke Halsema vroeger namelijk ook al een groot voorstander van. Zelfs het middel, een uitgebrande tank, is een herhaling van zetten, al was het toen een uitgebrande auto.
In maart 2007 ontplofte een autobom op een markt in Bagdad, met 38 doden als gevolg. Kunstenaar Jonas Staal (1980) haalde enkele van de auto’s die bij de aanslag waren gebruikt naar Nederland, als festivalonderdeel in zijn stad Rotterdam. Zijn argument: ‘Het is het onvatbare leed dat hierachter schuilgaat, dat de waarde van de objecten bepaalt.’ In 2009 vermaakte hij het glas en de metaalscherven uit de bomwrakken tot sieraden: ‘Bomb Wreck Jewellery’: draag een autowrak met mensenbloed om je nek.
GroenLinks was toch tegen oorlog en Amerikaans imperialisme?
Op 21 mei 2007 schreef Femke Halsema, toen leider van GroenLinks, enthousiast op de partijwebsite dat zij samen met organisaties als Pax Christi Staals autowrak naar het Leidseplein zou halen, als ‘symbool van de angst en vernietiging in Irak’. Daar zou zij spreken om aandacht te vragen voor het lot van de burgers in Irak ‘en over de Nederlandse verantwoordelijkheid’. Nederlandse militairen hielpen de Amerikanen na de inval om in het zuiden van Irak de boel onder controle te houden. GroenLinks, erfgenaam van onder meer CPN en PSP, was en is tegen het Amerikaanse imperialisme en tegen elke oorlog. Ook het verkiezingsprogramma van 2021 repte niet van versterking van de Nederlandse strijdkrachten in Europa: praten, fair trade en ontwikkelingshulp, dat zijn de beste wegen naar een vreedzame wereld.
We zouden Staal de evenknie kunnen noemen van kunstenaar Tinkebell (1980), die haar kat wurgde om er een mooie handtas van te maken, en dieren op wieltjes monteerde, om zo onze dubbele moraal tegenover de vleesindustrie te demonstreren. Ze stond terecht wegens opzettelijk dierenleed, maar een rechtszaak is onderdeel van radicale kunstenaars.
In zijn The Geert Wilders Works creëerde Staal in 2005 zestien ‘herdenkingsmonumenten’ in bermen in Den Haag en Rotterdam, zoals spontaan wordt gedaan voor slachtoffers van moorden en auto-ongelukken: waxinelichtjes, teddyberen en ingelijste portretfoto’s van Wilders. Die deed aangifte wegens bedreiging, maar Staal werd – in tegenstelling tot de fakkeldragers voor het huis van Sigrid Kaag – vrijgesproken: het was kunst, geen bedreiging.
Laten we de woorden van Halsema over het ‘verdedigen van de democratie’ eens bezien zoals haar held Jonas Staal onze democratie beziet. Staal gaat door roeien en ruiten om zijn revolutie te prediken, je zou hem de Jonas Stalin van de agitpropkunst kunnen noemen. Zelf haalt hij liever Lenin aan. De huidige democratie is eigenlijk ‘democratisme’, een ’isme’ zoals nazisme, communisme en kapitalisme, een ‘permanente noodtoestand’. Lenin muntte het woord: ‘Het burgerlijke democratisme weerspiegelt de belangen van de massa van middelgrote en kleine handelaren en fabrikanten en dito landeigenaren onder de boeren’. Oftewel, weg ermee. En onder Stalin gebeurde dat ook.
Overal ter wereld moet de revolutie worden gebracht, via de kunst
Onze democratie is volgens Staal een farce. ‘Een stortvloed van woorden daalt op ons neer: Vrijheid! Mensenrechten! Meningsuiting! De propagandamachine van het democratisme draait op volle toeren.’ Nog sterker: onze ‘democratische bondgenoten’ – bedoeld wordt Amerika – ‘lijken weinig verschil te maken tussen een stemhokje en een martelkamer’. Dus ‘leve Occupy’, ‘leve de hackersgroepen die servers van organisaties uitschakelen’.
Staal voelt zich misschien vooral verwant met Trotski en Che Guevara: overal ter wereld moet de revolutie worden gebracht, via de kunst. Daartoe richtte hij in 2012 de New World Summit op. Eén ding kun je Staal niet verwijten, dat hij klein denkt. Hij steunde verschillende volken in de Sahel en Sahara om met hun ‘Bevrijdingsbeweging van Azawad’ ‘hun’ Mali terug te krijgen: ’De staatloze staat van Azawad bestaat als een culturele expressie’ – die voorafgaat aan welke institutionalisering ook. Na de val van Gadaffi maakte een van die volken, de Toearegs, zich eerst meester van de Libische wapens, toen van de Beweging, en zo veroverden ze het noorden van Mali. Jammer voor Staals droom van de ‘eerste multi-etnische coalitie voor onafhankelijkheid in de regio’. Nu is de islamitische terreurbeweging IS er de baas.
In het noorden van Syrië, waar Koerden na het begin van de burgeroorlog in 2011, de onafhankelijke staat Rojava uitriepen, ging hij helpen een ‘symbolisch parlement’ te bouwen voor deze ‘radicale democratie’: ‘Rojava is socialisme is vrijheid.’ Anno 2023 blijft Rojava vechten tegen Assad en Erdoğan en betaalt het zijn ‘statenloze democratie’ door de verkoop van olie en andere fossiele brandstoffen.
Voor de nieuwe wereld acht Staal kunst nodig als ‘emancipatorische propaganda’. ‘Er bestaat geen neutrale kunst,’ en: ‘We moeten politiek zijn.’ Kunstenaars moeten bewijzen dat ze ‘méér kunnen zijn dan marionetten die eens in de vier jaar in een stemhok vertoeven’. Staal promoveerde in 2018 op deze propagandakunst.
Een wijs politicus piest met de wind mee
Burgemeester Halsema hanteert met de tank op het Leidseplein nog altijd de methode-Staal uit 2007. Ze sprak nu wel over het verdedigen van onze bestaande democratie, en de noodzaak zich uit te spreken ‘tegen leugens, want zonder waarheid is er geen democratie’. Maar heeft de burgemeester ook de opvatting van kunst als ‘Shock and Awe’-propaganda verruild voor de Vrijheid, de Vreedzaamheid, de Menselijkheid en de Waarheid, de meest gebruikte woorden in haar toespraak? Misschien.
Ik houd het erop dat ze wel wees naar de Duitse bezetter, maar intussen die spreuk boven de pilaren in gedachten had: Homo sapiens non urinat in ventum. Een wijs politicus (m/v/x) piest met de wind mee. Verbaal dan. De hekken en de verbodsborden rond de tank spreken een andere taal. De taal van Staal.