Twee leden van Extinction Rebellion moeten een schadevergoeding betalen na vernieling van de A12-tunnelbak in Den Haag. Goed dat zij eens zelf voor de kosten opdraaien, schrijft Nard Lodewijk.
In januari werden zes activisten van Extinction Rebellion ‘van hun bed gelicht’, omdat ze via sociale media opriepen tot een verboden A12-blokkade in Den Haag. Dat heet opruiing. Genoeg reden voor de politie om bij het ochtendgloren een bezoekje te brengen. Maar de verontwaardiging was groot.
Soms is onduidelijk waarover de klimaatactiegroep meer verontwaardigd is: het klimaatbeleid, of hoe hun ‘demonstratierecht wordt ingeperkt’. Als ook maar één rebel iets te stevig aan de arm wordt genomen bij een arrestatie, klaagt deze club steen en been. Terwijl die alle ruimte krijgt en iets doet wat verboden is.
Het Openbaar Ministerie gaat na alwéér een A12-blokkade vrijwel nooit over tot vervolging van activisten. Al een paar uur na de laatste blokkade op 27 mei zei het OM geen van de ruim 1.500 demonstranten te vervolgen, op een paar na die het te bont hadden gemaakt. Maar opruiing gaat blijkbaar net iets te ver.
Hopelijk gaat Extinction Rebellion vaker betalen
Woensdag 2 augustus veroordeelde de rechter zeven activisten wegens opruiing. Vijf activisten kregen 30 uur taakstraf. Voor twee anderen wacht 60 uur taakstraf én een schadevergoeding van 9.000 euro aan de gemeente Den Haag, wegens het bekladden van de tunnelbak van de A12. Hopelijk schept deze uitspraak een precedent, en betaalt Extinction Rebellion (of individuele demonstranten) voortaan de zelf aangerichte schade.
Met haar acties plaatst de groep zich telkens boven de wet, en telkens komt ze er makkelijk vanaf. Zelden draait ze op voor de kosten, terwijl er elke keer mensen en middelen nodig zijn om de acties in goede banen te leiden. Dat kost belastinggeld dat veel beter kan worden besteed.