Voorstanders van uitbreiding van het parlement gaan voorbij aan bestaande problemen. Kamerleden willen zich te graag profileren, onder andere met heel veel moties. Hun scoringsdrift vermindert niet als ze met meer zijn, schrijft Gerry van der List.
In het gekozen tijdstip school een zekere ironie. Mirjam Bikker en Laurens Dassen vestigden de aandacht op de hoge werkdruk van zichzelf en hun collega’s in de Tweede Kamer aan het eind van een twee maanden durend reces. De fractievoorzitters van ChristenUnie respectievelijk Volt hebben voor komend jaar ook nog een herfstreces, een kerstreces, een voorjaarsreces en een meireces in de agenda staan, maar menen toch dat de leden van de Tweede Kamer dreigen om te komen in het werk.
Daarom doet het tweetal in een initiatiefnota een aantal voorstellen om de parlementaire last te verkleinen en de effectiviteit te vergroten. De meeste aandacht trekt het idee de Tweede Kamer flink uit te breiden. Bikker en Dassen willen van 150 naar 250 leden.
Zij wijzen erop dat de laatste vergroting van de omvang van de Tweede Kamer dateert van 1956. Toen nam het aantal Kamerleden met 50 procent toe. Sindsdien groeide het aantal inwoners van Nederland van zo’n 11 miljoen naar 17,5 miljoen. Het zou daarom voor de hand liggen dat de vertegenwoordigers van het almaar uitdijende volk meer te doen hebben en versterking kunnen gebruiken om hun taken naar behoren te vervullen.
Laden…
Word abonnee en lees direct verder
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
Verder lezen?
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Er ging iets fout