‘Tijd van klimaatdrammen is voorbij,’ zei Rob Jetten van D66 eerder deze maand. Zelfs de zelfbenoemde ‘klimaatdrammers’ van D66 zien nu in dat dit een doodlopende weg is. Klimaat is op dit moment misschien wel de grootste veroorzaker van tweedeling in ons land. Dat vraagt om een andere aanpak, schrijft SP-leider Lilian Marijnissen in een ingezonden opinie.
Er gaat geen week voorbij zonder alarmerende nieuwsberichten over klimaatverandering. Tegelijk geeft de Nederlandse overheid, zo bleek ook afgelopen week, jaarlijks nog steeds ruim 37 miljard euro uit aan fossiele subsidies, fiscale voordelen en tariefkortingen. Een astronomisch bedrag. Maar huishoudens moeten zich in de schulden steken voor het aanschaffen van een warmtepomp om het gasverbruik omlaag te krijgen.
Klimaatbeleid is op dit moment een van de grootste ongelijkmakers in ons land. Mensen worden individueel op kosten gejaagd voor een dure warmtepomp en allerlei pesttaksen, zoals een plastictaks en een vliegtaks en mogelijk rekeningrijden, terwijl grote vervuilers miljarden subsidie ontvangen. En de grootste uitstoters? Die komen er niet alleen mee weg, maar profiteren gewoon door van een onuitputtelijke stroom aan subsidies. Winsten worden door deze bedrijven verdeeld onder de aandeelhouders en niet ingezet voor het schoner produceren. De belastingbetaler betaalt mee aan deze subsidies, maar krijgt er niets voor terug.
Als de tien grootste bedrijven in Nederland drie keer zoveel CO2 uitstoten als alle Nederlandse huishoudens samen, dan is de bekende jarennegentigslogan ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ een jarenlange succesvolle afleiding geweest van de daadwerkelijke veroorzakers van het probleem. Natuurlijk, iedereen die in de gelegenheid is een steentje bij te dragen moet dat doen, maar een beter milieu begint toch echt bij de grote vervuilers en niet bij het individu.
Het klimaatprobleem legt de crisis van het kapitalistische systeem bloot: een economie op ramkoers met de samenleving en met de natuur. De oplossing kan dus niet zonder verandering van het systeem. Dit vraagt om scherpe politieke keuzes. Radicale klimaatrechtvaardigheid is harder nodig dan ooit, want dit klimaatbeleid holt het draagvlak uit en zorgt voor achteruitgang in plaats van vooruitgang. De aanpak van klimaatverandering begint bij het eindelijk fatsoenlijk normeren van grote vervuilers en dus niet bij het moralistisch toespreken van mensen en hun plastic-, vlieg- of kinderschaamte aanpraten. Centraal moet staan dat aanpak van klimaatverandering een collectieve opgave is en geen individuele zaak.
Klimaatrechtvaardigheid is voorwaarde voor steun
Nu ingrijpen is nodig. Want klimaatbeleid kan op veel steun van mensen rekenen, mits het rechtvaardig gebeurt. Dat blijkt uit een raadpleging onder tienduizend Nederlanders door de TU Delft en de Universiteit Utrecht. Dit betekent dat klimaatmaatregelen die mensen in de persoonlijke levenssfeer raken, alleen acceptabel zijn als andere maatregelen zichtbaar zijn toegepast en de overheid streng optreedt tegen vervuilende sectoren. Het betekent ook dat alles op alles wordt gezet om te voorkomen dat de kloof tussen rijk en arm groeit, dat de vervuiler betaalt en dat de baten van een maatregel hoger zijn dan de kosten, waarbij er geen alternatieven beschikbaar zijn.
Op alle fronten gaat dit nu mis. Mensen in volkswijken voelen de kosten, terwijl de groep hoge inkomens vooral profiteert. Partijen die zich links en progressief noemen, zouden hiervoor juist oog moeten hebben, maar vervreemden mensen met een laag of middeninkomen van zich. Klimaatbeleid is nu vooral iets van de zogenaamd progressieve elite geworden en niet van mensen in gewone wijken.
Zo is er nog geen fatsoenlijk alternatief voor de benzine- en dieselauto, terwijl autorijden wel steeds duurder wordt. Als we niets doen, gaan de accijnzen nog verder omhoog. Meer dan 2 euro per liter moeten betalen, maakt autorijden voor een deel van Nederland onbetaalbaar. Het is belangrijk om te investeren in schone auto’s, maar in de drang naar het ontmoedigen van benzine- en dieselauto’s wordt vooral weer de gewone autorijder gepakt. Elektrische auto’s zijn immers voor velen nog niet bereikbaar door de hoge aanschafkosten.
Ook het openbaar vervoer is voor veel mensen geen serieuze alternatieve optie voor de auto. Wie met de trein reist, weet dat je veel geld kwijt bent en vaak moet staan in overvolle treinen. Toch is het gelukt om reizen met de trein nóg onaantrekkelijker te maken. Het demissionaire kabinet geeft de NS groen licht voor een extra heffing in de spits. Terecht wekt dit plan enorme verontwaardiging op. Want nog los van deze absurde heffing van de NS, is een treinkaartje in Nederland al vaak duurder dan in de ons omringende landen. En naar verwachting zal de prijs van regionaal openbaar vervoer in 2024 nog eens met ruim 11 procent stijgen.
De bereikbaarheid van ons ov is ook verslechterd. De afgelopen vijf jaar zijn er alleen al 1.500 bushaltes door het hele land verdwenen. Voor een groot deel van Nederland – vooral buiten de grote stad – is het ov nu dus geen alternatief: te duur en slechte verbindingen. De SP pleit in het nieuwe verkiezingsprogramma daarom ook voor het toewerken naar gratis ov: de beste klimaatmaatregel denkbaar.
Klimaatrechtvaardigheid betekent ook dat mensen rond moeten kunnen komen
Van links tot rechts lijken politieke partijen het tegenwoordig normaal te vinden dat je een lening moet afsluiten voor de aanschaf van een dure warmtepomp of zonnepanelen op je dak. Dit wordt dan ook nog als heel ‘sociaal’ verkocht, omdat je bijvoorbeeld zonder rente kunt lenen of subsidie kunt krijgen. Dit laat ook een totale wereldvreemdheid zien. Een grote groep mensen heeft eerder een lening nodig om maandelijks rond te kunnen komen, in plaats van te kunnen investeren in zonnepanelen.
Ook subsidies zijn alleen maar interessant voor mensen met eigen vermogen. Als jij tienduizenden euro’s kunt missen voor een elektrische auto, kom je in aanmerking voor een door alle belastingbetalers betaalde overheidssubsidie. Er gaat 600 miljoen euro aan subsidie naar mensen die al genoeg verdienen om een elektrische auto te kunnen aanschaffen. CE Delft constateerde eerder dat 80 procent van de subsidies bij rijke huishoudens terechtkomt en 20 procent bij huishoudens met minder geld. De mensen die de subsidie dus het best kunnen gebruiken, komen er niet of nauwelijks voor in aanmerking, want die hebben het geld niet om de aanschaf te doen en vervolgens subsidie aan te vragen. Het is zelfs zo scheef dat in Nederland de rijkste 1 procent per persoon voor tien maal meer uitstoot zorgt dan 50 procent van de laagste inkomens. Tevens vermindert hun uitstoot het minst, maar ze krijgen wel de meeste subsidie.
Dit klimaatbeleid vergroot de ongelijkheid in plaats van dat het de verschillen verkleint. Toen vorige winter de energieprijzen door het dak gingen, werd deze ongelijkheid alleen maar groter. Juist in de rijkere wijken zie je veel zonnepanelen en elektrische auto’s en worden mensen minder hard geraakt door de hoge energie- en brandstofprijzen dan in de wijken met lage inkomens. De duurdere huizen zijn daarnaast vaak al beter geïsoleerd, terwijl in de armere wijken mensen in een doorwaaiwoning leven en daar de energierekening dus nog harder stijgt.
De fundamentele onrechtvaardigheid dat van de subsidies die beschikbaar zijn voor verduurzaming, het grootste deel terechtkomt bij de mensen die het waarschijnlijk het minst nodig hebben, zorgt – terecht – voor grote weerstand tegen klimaatbeleid onder de bevolking. Dit moet precies andersom. De subsidies moeten juist beschikbaar zijn voor de mensen met de laagste inkomens, die moeten ervan profiteren.
Nóg eerlijker zou zijn om af te zien van individuele subsidies en klimaatbeleid collectief te organiseren. Want juist door de urgentie van klimaatverandering is deze collectieve aanpak nodig. Zoals we dat ook organiseerden bij het aanleggen van riolering en bij de aanleg van gasaansluitingen voor huishoudens. Daar gingen we toch ook niet huishouden voor huishouden vragen of mensen mee wilden doen? En zo ja, via welke commerciële aanbieder dan? Dus niet ieder voor zich die zich moet informeren over en besluiten tot de mogelijkheden van isoleren, zonnepanelen, warmtepompen en andere zaken. En die vervolgens nog eens moet bekijken of dit bij bedrijf A of B het beste is. Maar dit samen organiseren.
Het mag niet zo zijn dat de rijken alles opsouperen
De kapitalistische economie is nu eenmaal ingericht om grote bedrijven wereldwijd zoveel mogelijk winst te laten maken, ten koste van onze planeet. Het beste klimaatbeleid is daarom antikapitalistisch klimaatbeleid. De olie- en gasindustrie maakte in 2022 wereldwijd een winst van in totaal 4 biljoen dollar. Dit VVD-kabinet wil deze kapitaalkrachtige industrie met miljarden aan klimaatsubsidie steunen onder meer om CO2 op te vangen en op te slaan. Dit systeem is failliet.
De gedachte dat de markt oplossingen zou kunnen bieden, heeft gefaald. Maar toch wordt daar niet vanaf gestapt. Recent nog pleitte Rabobank-econoom Barbara Baarsma voor een vrije markt voor uitstootrechten voor huishoudens. Als dat zou worden ingevoerd, kan iemand die geen geld heeft om te vliegen, zijn rechten verkopen aan iemand die wel geld heeft om te vliegen. Kortom: de mensen die veel uitstoten en veel geld hebben hoeven hun gedrag niet te veranderen. Goed voor de rijken, die al meer uitstoten, maar zeer slecht voor de solidariteit. Dit mag nooit worden ingevoerd.
Voor bedrijven is dit helaas wel zo geregeld. Het verminderen van vervuilende uitstoot is aan de markt overgelaten via verhandelbare emissierechten. Maar de grootste vervuilers hebben een vrijstelling gekregen. De grote vervuilers kunnen zo ongemoeid hun gang blijven gaan en houden ook nog eens schaamteloos hun hand op bij de belastingbetaler om hun uitstoot terug te dringen. Zo betaalde Tata Steel, één van de grootste CO2-uitstoters van Nederland en al jarenlang verantwoordelijk voor een ongezonde leefomgeving, in 2021 slechts 100 (!) euro leidingwaterbelasting over een verbruik van 34 miljard (!) liter leidingwater per jaar en betaalt het bedrijf sinds 2007 geen winstbelasting. Nu wil het bedrijf geld om de overgang naar duurzaam staal te kunnen maken. Zonder dat we daar iets voor terugkrijgen.
Klimaatrechtvaardigheid kan alleen door eerlijk delen
Dit systeem moet worden vervangen door duidelijke normen waaraan iedereen zich heeft te houden. Vervuilende bedrijven moeten eerst een deel van hun winst inzetten voor het schoner produceren voordat ze aanspraak kunnen maken op allerlei subsidies. Zolang bedrijven bijvoorbeeld nog eigen aandelen opkopen om de aandeelhouders nog verder te spekken, zou de belastingbetaler niet moeten opdraaien voor de kosten om schoner te produceren. Ook het klimaatpakket van Frans Timmermans laat grote bedrijven nog te veel hun gang gaan, in plaats van te normeren. Daarmee is het een gemiste kans om het onderliggende foute systeem aan te pakken. De markt voor emissierechten wordt nu zelfs uitgebreid. En lidstaten compenseren grote bedrijven via subsidies dan weer voor het geld dat ze hieraan besteden.
Een goed klimaatbeleid kan ervoor zorgen dat de ongelijkheid in ons land niet groter wordt, maar juist kleiner. Laten we het verduurzamen en isoleren van huizen tot een écht collectief project maken, waarbij mensen naar draagkracht betalen. En waarbij we met de slechtst geïsoleerde huizen beginnen. Klimaatverandering is een uitdaging, maar het is zeker ook een manier om ons land juist prettiger en leefbaarder maken. Al eerder liet de SP een plan doorrekenen door CE Delft en dat liet zien dat als de overheid op alle daken zonnepanelen legt, er genoeg stroom wordt opgewekt voor alle huishoudens. Het zorgt voor een lagere energierekening en een beter huis voor mensen, het leidt tot besparing, creëert groene banen en het draagt bij aan het halen van de klimaatdoelen.
Nationaliseer onze energie
Radicale klimaatrechtvaardigheid vraagt om duidelijke keuzes. Dat betekent vervuilende bedrijven aanpakken. En dat betekent autorijden niet duurder maken zonder alternatief. Kies niet voor het onbetaalbaar maken van een vliegvakantie voor het gezin dat het hele jaar spaart om op vakantie naar Kreta te kunnen, maar kies voor een veelvliegerstaks omdat de 8 procent aan veelvliegers verantwoordelijk is voor 40 procent van de vluchten. Kies niet voor het verbieden van een cv-ketel en het verplichten van een warmtepomp, maar kies voor het collectief isoleren en verduurzamen van woningen, te beginnen bij de woningen met de slechtste isolatie en de hoogste energierekening. Kies niet voor het subsidiëren van energiebedrijven via een prijsplafond, maar nationaliseer onze energie zodat we kunnen investeren in schone energie.
We hebben radicale klimaatrechtvaardigheid nodig om de noodzakelijke solidariteit tussen mensen te organiseren. We kunnen het klimaat niet overlaten aan partijen die meegaan in de individualisering van klimaataanpak. Dus stop met het op kosten jagen van mensen die het minste vervuilen. Dat is geen klimaatrechtvaardigheid, maar keiharde klimaatongelijkheid.