Het migratiesaldo zegt weinig over de problemen die moeten worden opgelost. En de eerste generatie immigranten is nog steeds groter dan de tweede, stelt Arendo Joustra vast.
Dat al decennia vele mensen hun heil zoeken in Nederland, kun je die immigranten niet verwijten. Iedereen wil nu eenmaal graag zijn leven en dat van zijn kinderen verbeteren. Ook Nederlanders willen dat graag.
Je kunt het alleen de politici en de beleidsmakers verwijten. Die willen de belangstelling van buiten blijkbaar niet afremmen of zijn daartoe niet in staat.
Twee misvattingen over immigratie
In discussies over migratie en dus ook in verkiezingsdebatten, keren twee misvattingen steeds terug. De eerste is dat vaak alleen wordt gesproken over het saldo van de migratie. Dat wil zeggen het aantal immigranten min het aantal emigranten.
Dat saldo verbloemt de absolute omvang van het aantal nieuwkomers. Het zijn er sinds 2015 elk jaar meer dan 200.000. Het saldo verbloemt ook de problemen, want al deze immigranten hebben een huis nodig, een school voor hun kinderen, een tandarts en andere zorg. En ze moeten de taal nog leren. Zo bezien kun je immigranten niet zo makkelijk wegstrepen tegen vertrekkers.
Het is een misvatting dat tweede generatie omvangrijker is dan eerste
De tweede misvatting is dat na vele decennia van immigratie, de tweede generatie – die verondersteld wordt makkelijker te integreren – wel vele malen omvangrijker zal zijn dan de eerste generatie (dat zijn personen die in het buitenland zijn geboren).
Helaas, niets is minder waar. Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat van de 17,6 miljoen inwoners (op 1 januari 2022) er 2,6 miljoen in het buitenland zijn geboren. De overige 15 miljoen zijn in Nederland geboren. Van hen behoren er 2,0 miljoen tot de tweede generatie. Kortom, de eerste generatie is anno 2023 nog steeds groter dan de tweede. En dus blijft het inpassen van immigratie nieuwkomers een gigantisch vraagstuk. Ook als je positief over immigratie bent.