De parlementaire corona-enquête komt er alsnog, dankzij nieuwe politieke verhoudingen en het vertrek van corona-ontkenners. Zo’n onderzoek is nog altijd broodnodig, schrijft Bram Hahn.
Op een dag waarop Den Haag debatteerde over rechtsstatelijkheid en democratische waarden, besloot de nieuwe Tweede Kamer tot inzet van een van zijn belangrijkste democratische wapens: een parlementaire corona-enquête. Een motie daartoe van PVV-leider Geert Wilders kreeg woensdag 13 december steun van de voltallige Kamer.
Zo’n onderzoek leek eerder nog voorgoed uit zicht. Nadat een tijdelijke corona-commissie in mei een onderzoeksvoorstel naar de Kamer had gestuurd, hadden de meeste partijen ineens geen animo meer om het onderzoek daadwerkelijk uit te voeren. Vanwege overbelasting van kleine fracties, maar ook omdat sommige partijen betwijfelden dat een zinvol onderzoek mogelijk was met leden als Pepijn van Houwelingen (FVD) en Wybren van Haga (Groep Van Haga, BVNL) die corona als onschuldig griepje zien. Het presidium van de Kamer schoof de enquête daarom op de lange baan. Afstel dreigde, ook al maakten Kamerleden als Pieter Omtzigt (inmiddels NSC) en Nicki Pouw-Verweij (destijds JA21) zich sterk voor voortzetting.
Gelukkig is het tij gekeerd. Het is nodig dat de politiek uitvoerig en diepgravend onderzoekt hoe kabinet en Kamer de coronacrisis hebben aangepakt. Er ligt weliswaar een uitvoerige evaluatie van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid, maar veel vragen zijn nog niet beantwoord.
VOLGT U EW MAGAZINE AL OP WHATSAPP?
Volg EW en schep orde in de informatiechaos. Vertrouw op heldere analyses, diepgravende achtergronden en scherpzinnige columns.
Wat kan een enquête toevoegen aan eerder onderzoek?
De commissie kan betrokkenen onder ede vragen naar hoe besluiten precies tot stand kwamen. Vergaande maatregelen zonder wettelijke grondslag, zoals de lockdowns en de avondklok, voorkwamen mogelijk besmettingen en ziektelast, maar leidden bij velen tot ernstige twijfels.
Meer kwesties zijn het waard om boven water te krijgen. Zoals de manier waarop de Nederlandse overheid omging met de bescherming van ouderen in verzorgingstehuizen, of waarom het vaccinatieprogramma relatief traag op gang kwam.
De commissie moet nagenoeg volledig opnieuw worden bemand: bijna alle leden van de tijdelijke commissie zijn uit de Kamer verdwenen. Maar het goede nieuws is dat een broodnodige en hopelijk leerzame reflectie op een uitzonderlijke episode in de Nederlandse geschiedenis dichterbij komt.