In Het geluid van de stilte schrijft voormalig advocaat Inez Weski dat ze onder ‘hondse omstandigheden’ gedetineerd zat in ‘een ondergrondse bunker’. Klopt dat wel? Probeerden haar ‘vervolgers’ – het Openbaar Ministerie – haar te werven als kroongetuige, en zouden die haar anders ‘als bijvangst’ dood willen? Gerlof Leistra las het boek en sprak met strafrechtexperts.
Vijfenveertig jaar was Inez Weski een gerespecteerd strafpleiter, tot ze op 21 april 2023 werd gearresteerd. De verdenking: lidmaatschap van een criminele organisatie, en het doorgeven van berichten van haar cliënt Ridouan Taghi aan criminelen buiten de Extra Beveiligde Inrichting in Vught waar hij gedetineerd zit.
De arrestatie van een advocaat was verrassend. En Weski leek van de aardbodem verdwenen. Het was een raadsel waar de verdachte in zogeheten beperkingen zat.
Met een goed getimede actie lanceerde Lux (een nieuwe imprint van Singel Uitgeverijen) onlangs Het geluid van de stilte. Hierin schrijft Weski dat ze werd vastgehouden in een ondergrondse bunker, en dat het anonieme personeel haar in het ongewisse liet waar ze precies zat.
Nadat ze op 2 mei vorig jaar was overgeplaatst naar een cel op een leegstaande afdeling van de vrouwengevangenis in Nieuwersluis, zouden twee officieren van justitie haar hebben gepolst als kroongetuige. ‘Mij worden allerlei wollige opties en verhulde toezeggingen voorgeschoteld, kennelijk in de sfeer van het worden van kroongetuige of hoe dan ook van het geven van informatie. Men kan dan wat voor mij betekenen, ik zou naar het buitenland kunnen.’
Weski wees de voorstellen af, schrijft ze.
Weski beroept zich op haar geheimhoudingsplicht
Over de verdenking aan haar adres zegt Weski niets. Ze beroept zich op haar geheimhoudingsplicht als advocaat. Om die reden mag ze niets zeggen over wat haar cliënt haar in vertrouwen verteld heeft.
Advocaat Peter Plasman vindt dat Weski ‘doorslaat in paranoia. Haar conclusie dat ze dood moest, is buitenproportioneel en wordt niet gedragen door feiten. Dat ze niet te horen kreeg waar ze werd vastgehouden, kan zijn voor haar eigen veiligheid en omdat justitie zo’n safehouse nog vaker wil gebruiken. Ze beschrijft een complot van justitie. Er is reden voor zorg dat lezers haar verhaal dat justitie op haar dood uit was, voor waar aannemen.’
‘Quatsch, echt totale onzin’
Topman Rinus Otte van het Openbaar Ministerie noemde in WNL op Zondag het detentieverhaal van Weski ‘quatsch, echt totale onzin. Wij hebben hier een rechtsstaat die zijn weerga niet kent. Het detentieklimaat is hier van de hoogste orde. Ik kan me er dus heel weinig bij voorstellen.’
Plasman vindt het goed dat Otte ‘dit keihard zei, maar wel compassie toonde’. Dat het OM mogelijk een hengel heeft uitgegooid of Weski kroongetuige wilde worden, vindt hij kunnen, ‘zolang het maar niet bedoeld is om het beroepsgeheim van een advocaat te schenden.’
‘Ik las haar boek met open mond’
‘Weski schrijft af en toe onbegrijpelijk,’ zegt Peter van Koppen, emeritus hoogleraar rechtspsychologie en auteur van een groot aantal boeken over strafrecht.
‘Soms is het weliswaar warhoofderij, maar ik las haar boek met open mond. Het komt mij bekend voor dat problematische verdachten vaak honds worden behandeld.
‘Otte zou zijn eigen OM beter moeten leren kennen. Ik ga er vanuit dat de door Weski beschreven feitelijkheden kloppen. Die doen denken aan de door de Amerikaanse CIA toegepaste Alice in Wonderland-methode.
‘Het is de bedoeling iemand volledig te desoriënteren, door elke dag nieuwe anonieme bewaarders in te zetten met wie geen contact mogelijk is, onregelmatig voeding te geven en, wanneer iemand dan gebroken is, met een aanbod te komen. Zo moeten we in een rechtsstaat niet omgaan met verdachten.’
Vervolging Weski gaat door
Het boek is nu al een bestseller. Weski blijft vaag over de eerste twee weken van haar detentie. Het detentiedossier over haar tijd in ‘die bunker’ is volgens haar vernietigd.
De vervolging van Weski gaat door, maar er is nog geen zittingsdatum bekend. Het verschoningsrecht waarop Weski zich in haar boek beroept, geldt niet voor eventuele misdrijven. Het OM baseert de verdenkingen op onderschepte versleutelde communicatie.