De nieuwe klimaatminister staat voor een ‘klimaattrilemma’, schrijft Hella Hueck. De CO2-uitstoot moet omlaag, maar ook levering energie garanderen én de rekening betaalbaar houden.
De overheid moet snel de CO2-uitstoot reduceren, maar ook de levering van energie garanderen én de rekening betaalbaar houden voor burgers en bedrijven
Voor wie zich zorgen maakt of de nieuwe club van ministers genoeg kennis en ervaring inbrengt: het gebeurt vaker dat een nieuwe bewindspersoon krukkig begint, maar op stoom komt. Zo maakte Rob Jetten (D66) zich eind 2021 in een Kamerdebat belachelijk met de opmerking: ‘Ik probeer te bedenken hoe je een huis verwarmt met kernenergie, maar het lukt me niet.’
In januari 2022 begon Rutte IV, en werd Jetten onverwacht gebombardeerd tot minister voor Klimaat. Telegraaf-columnist Ronald Plasterk schreef meteen een pesterige column over Jettens kennisniveau. ‘Als je met stroom van een windmolen een huis kunt verwarmen, kan dat met kernenergie ook: elektrisch!’ Toch kreeg hij het voordeel van de twijfel. ‘Het zou kunnen dat hij voor een verrassing zorgt en werkelijk uitvoering gaat geven aan de hoge ambities in het regeerakkoord.’ Jetten bleek een verrassend goede uitvoerder.
Klimaatagenda grotendeels overeind gebleven
Geert Wilders zal met zijn tanden hebben geknarst, maar in het Hoofdlijnenakkoord is de klimaatagenda grotendeels overeind gebleven. Er is niet getornd aan de klimaatdoelen van het Akkoord van Parijs. Ook het Klimaatfonds van oorspronkelijk 35 miljard euro blijft grotendeels intact.
Nu is het aan Sophie Hermans (VVD), als minister van Klimaat en Groene Groei, om door te zetten. Hermans dient een oplossing te zoeken voor wat ik het ‘klimaattrilemma’ noem. De overheid moet snel de CO2-uitstoot reduceren, maar ook de levering van energie garanderen én de rekening betaalbaar houden voor burgers en bedrijven. Voorlopig zijn hooguit twee van de drie tegelijk mogelijk. PVV en BBB vinden vooral betaalbaarheid en leveringszekerheid belangrijk.
De focus voor Hermans lijkt mij duidelijk: de netcongestie aanpakken en de ontwikkeling van batterijtechnologie aanjagen, zodat we energie kunnen opslaan. Zon- en windparken bouwen moet voorlopig maar even met een tandje minder.