Voor het eerst in een kabinetsformatie: toelatingsexamen voor beoogde ministers. De hoorzittingen komen uit Amerika overwaaien, maar staan haaks op het Nederlands staatsrecht. Gelukkig is het spektakel al bij voorbaat veel van zijn scherpte kwijtgeraakt, schrijft Eric Vrijsen.
Houd je van politieke televisieseries als House of Cards of Borgen, dan wordt het een schitterende voorstelling. Vlak voordat op 2 juli de nieuwe ministers bij de Koning op het bordes staan, moeten ze allemaal nog even een soort toelatingsexamen afleggen in het parlement. Vanaf donderdag 20 juni is er politiek theater op het hoogste niveau!
Eerst nog even lekker grillen
Het idee van de ‘hoorzitting’ komt van D66 en GroenLinks. Het werd al diverse keren verworpen, maar vorig jaar oktober kreeg Joost Sneller (D66) plotseling toch nog een Kamermeerderheid achter een motie waarin werd voorgesteld de kandidaat-bewindslieden eerst nog even lekker te grillen, voordat ze door de Koning worden beëdigd. Argument: dat is transparanter. De kabinetsformatie is al zo schimmig en anno 2024 kun je het land niet pardoes opschepen met een stelletje volkomen onbekenden.
Het fenomeen Philomena Bijlhout kwam ook weer voorbij. Zij is sinds 2002 de kortst zittende staatssecretaris. Een paar uur nadat zij werd beëdigd als staatssecretaris van Sociale Zaken moest zij alweer aftreden omdat er foto’s waren opgedoken waaruit bleek dat zij – ook na de decembermoorden van 1981 in Suriname – lid was geweest van de burgermilitie van Desi Bouterse.
Met een parlementaire hoorzitting was deze Lijst Pim Fortuyn-politica al eerder door de mand gevallen en was zij nooit beëdigd. Althans dat was de suggestie. Dikke kans dat de toenmalige Kamer die foto’s niet had ontdekt. Daar heb je in een democratie namelijk journalisten voor. Plus de geheime dienst, die sinds het Bijlhout-drama extra nauwkeurig in de antecedenten van aankomend bewindslieden snuffelt.
In Washington doen ze het toch ook?
Wat is er nou op tegen om kandidaat-bewindslieden eerst eens stevig aan de tand te voelen? Ook in Brussel moeten de kandidaten voor de Europese Commissie immers door de molen van het Europees Parlement alvorens netjes te kunnen aantreden. En in Washington doen ze dat toch ook?
Inderdaad, dat is precies het punt. Het idee van die parlementaire hoorzitting is komen overwaaien uit de Verenigde Staten. D66 en GroenLinks halen dit ritueel naar Den Haag vanuit een vaag voorgevoel dat het de politiek dichter bij de mensen brengt. Spektakel! Indringende televisie! Zweetdruppeltjes op het gelaat van de beoogd minister, een trillende stem van een nog groene staatssecretaris.
Koning is onschendbaar, ministers zijn verantwoordelijk
Maar het is een onzinnig plan, want het botst met het Nederlandse staatsrecht. Een bewindsman of -vrouw die hier niet functioneert, kan elk moment door de Tweede Kamer naar huis worden gestuurd. Dat is het leerstuk van de ministeriële verantwoordelijkheid. Artikel 42 van de Grondwet: ‘De Koning is onschendbaar. De ministers zijn verantwoordelijk.’
In de Verenigde Staten geldt een presidentieel stelsel. Daar benoemt en ontslaat de president naar eigen goeddunken ministers. De Senaat heeft daar niets over te zeggen, behalve dat het de bewindslieden vlak voor hun benoeming nog even scherp mag ondervragen. Ook als ze dan schutteren en blunderen, kan de Senaat het ze moeilijk maken, maar de president beslist.
Ook het Europees Parlement probeert het de beoogd leden van de Europese Commissie nog even moeilijk te maken. Vraag dat maar aan Wopke Hoekstra, die zich vorig jaar uitputte om over te komen als groene, klimaatbewuste goeroe. Want met de televisiecamera’s op je gericht, kun je maar beter niet al te recalcitrant zijn. Het Europees Parlement moet met de benoeming van een Europees Commissaris instemmen, maar kan geen individuele Commissarissen ontslaan als die er eenmaal zitten. Daar moet het Hof van Justitie aan te pas komen, handelend op voorstel van een meerderheid van de Europese Commissie of de Europese Raad.
Gouden spelregel
Het kromme van die Haagse hoorzitting voor kandidaat-bewindslieden is dat het een gouden spelregel veronachtzaamt: ministers en staatssecretarissen genieten het vertrouwen totdat het tegendeel blijkt. Laat ze eerst hun werk doen. Pas als er reden voor is, moet je ze op de vingers tikken. Je moet niet de indruk wekken dat het parlement vooraf goedkeuring moet geven aan de bewindslieden, want die gaan het dan omdraaien: ‘De Kamer was akkoord met mijn benoeming, dus moet de Kamer ook maar instemmen met wat ik voorstel.’
Het idee van hoorzittingen is er vlak voor de laatste verkiezingen doorheen gejast. D66-Kamerlid Joost Sneller diende een motie in, kreeg de steun van de meeste linkse fracties (maar niet van de SP) en toevallig ook van de PVV en Pieter Omtzigt, want die zaten toen nog volop in de oppositiemodus.
Links gaat ministers afpoeieren
Reken maar dat PVV en Omtzigt nu spijt hebben van hun steun aan Sneller. Wat moeten ze straks met zo’n televisieshow, waarin linkse Kamerleden de moeizaam gerekruteerde ministers gaan afpoeieren? Vooral Marjolein Faber, beoogd PVV-minister van Asiel en Migratie, zal met oude, zeer omstreden uitspraken worden geconfronteerd: ‘Hebt u daar geen spijt van, mevrouw Faber?’ De linkse oppositie vindt het prachtig om zo iemand te laten kronkelen rond eerdere, in een heel andere rol gedane quotes. Het wordt een thuiswedstrijd voor GroenLinks-PvdA en D66.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) en zijn presidium hebben een paar maanden geleden een procedure vastgesteld om het drama zoveel mogelijk onder controle te houden. De nieuwe premier hoeft niet te verschijnen. Verder wordt het een bijeenkomst per departement: in de desbetreffende Kamercommissie verschijnen de beoogd minister(s) en de staatssecretaris(sen). Per fractie mag één Kamerlid een vraag stellen. Om ruzies te voorkomen, mag er niet worden geïnterrumpeerd.
Aangezien er een ‘programkabinet’ moet komen en de ministers pas na hun beëdiging over hun regeringsprogram kunnen beraadslagen, moet je vrezen dat die hoorzittingen niet beleidsinhoudelijk kunnen zijn. De kans is groot dat ze ontaarden in parlementair gooi- en smijtwerk.
Opmerkelijk is dat CDA en SP zich al hebben afgemeld. Zij vinden het niks, die hoorzittingen.
Vrijwillig kruisverhoor
Jesse Klaver (GroenLinks-PvdA) stelt voor om de beoogd premier Dick Schoof (partijloos) toch op te roepen, althans hem nadrukkelijk uit te nodigen zich vrijwillig te onderwerpen aan een kruisverhoor. Dat zou dan in een plenaire vergadering moeten. Hier gaat het hele plan al de staatsrechtelijke mist in, want de premier komt – ná beëdiging, dus waarschijnlijk in de eerste week van juli – in de Kamer een regeringsverklaring afleggen. Zo hoort dat en daar kan hij niet al vóór zijn beëdiging op vooruitlopen.
Het tegenwoordig hippe idee van een extraparlementair kabinet onderstreept die gang van zaken. Het kabinet zit niet muurvast aan de Kamerfracties geklonken. Het komt naar eigen inzicht met voorstellen, die stuk voor stuk moeten worden verdedigd om parlementaire steun te verkrijgen. Dat is iets geheel anders dan vooraf groen licht krijgen van het parlement, alvorens te worden benoemd tot minister of staatssecretaris.
Eerst goed bestuur, dan pas heisa
Maar kan Schoof met goed fatsoen die uitnodiging van Klaver en andere Kamerleden negeren? Jazeker kan hij dat. Hoorzittingen met nog niet benoemde bewindslieden berusten op de illusie dat je eerst zoveel mogelijk politieke heisa moet maken, alvorens goed bestuur kan worden geleverd. Dat toont de beroepsdeformatie van sommige politici. De doorsnee kiezer redeneert andersom: zorg nou eerst eens voor goed bestuur en als dat niet deugt, mag je rotzooi trappen.
Dick Schoof zal het nooit op die manier zeggen. Dat hoeft ook niet. Hij kan simpel een citaat van de liberaal Johan Rudolph Thorbecke uit 1849 gebruiken: ‘Wacht op onze daden.’