Wanneer radicalen de politiek bestormen, komen ondergrenzen onder druk. Politici gaan hier verschillend mee om. In Frankrijk liet de voorzitter van het centrum-rechtse Les Républicains (LR) zien dat zijn ondergrens niet lag bij samenwerking met Rassemblement national (RN) van Marine Le Pen.
De partij van deze Éric Ciotti dacht daar heel anders over. En zo werd hij geconfronteerd met de ondergrens van zijn LR: de alliantie met de radicaal-rechtse Le Pen werd niet geaccepteerd, waarna Ciotti uit de partij werd gegooid.
Gidi Markuszower
In Vlaanderen liet Bart De Wever vlak voor de verkiezingen zijn ondergrens zien. Hij sloot samenwerking met het radicaal-rechtse Vlaams Belang uit. Hij werd er met een overwinning voor beloond door de kiezers.
In Nederland werd Gidi Markuszower deze week bijna vicepremier. Een politicus die racistische taal uitslaat, door veiligheidsdienst AIVD als mogelijk staatsgevaarlijk werd gezien en tribunalen voor tegenstanders wil. Dat zou genoeg moeten zijn om hem geen vicepremier te maken. Daar dachten de coalitiepartijen anders over: ze droegen hem voor en hij mocht door naar de standaard AIVD-screening. Pas toen nog meer rotzooi naar boven kwam, trok Wilders de kandidatuur in. Zo was de AIVD nodig om de ondergrens te bewaken.
In politiek Nederland is die ondergrens namelijk zoek. Belangrijke centrum-rechtse partijen als VVD en NSC gokten met hun principes en kwamen op een glijdende schaal terecht. Ze hadden allerlei bezwaren tegen regeren met de PVV en lieten én laten die één voor één los.
Het probleem van een glijdende schaal is dat je niet doorhebt wanneer je erop zit.
Beetje voor beetje glijd je af. Iedere beweging lijkt op zichzelf te klein om een principiële grens te trekken. Totdat je de tijd neemt om terug te kijken, naar hoe je vroeger dacht en waar je vandaan komt. En ineens is de plek waar je begon met het blote oog niet meer te zien. Dan ontdek je dat je staat op de plek waar je eens van zei dat je er nooit zou eindigen.
Nu zijn VVD en NSC op de plek beland waar Reinette Klever en Marjolein Faber minister worden. Zij zijn hetzelfde als Markuszower – ze slaan racistische taal uit, beschuldigen immigranten valselijk, hangen omvolkings- en complottheorieën aan – alleen zijn ze (nog) niet door de AIVD als ‘staatsgevaarlijk’ bestempeld.
Glijdende schaal
Markuszower als vicepremier, Klever en Faber als minister – in ieder ander jaar was dat onvoorstelbaar. Maar niet in 2024. Het laat zien hoe ver we zijn afgegleden.
Deze randfiguren zijn zelf niet het probleem. ‘Normale’ politici maken het mogelijk dat ze schade kunnen aanrichten, door ze een plek in de macht te geven.
Zij gaan eerst onze ondergrens verder verschuiven, door hun ambt in te vullen op een manier die eerder moreel en politiek onacceptabel was. Kijk naar andere landen en je weet hoe dat gaat: Donald Trump, Boris Johnson, Viktor Orbán. Ze veranderden eerst de manier waarop het spel werd gespeeld en daarna pas de spelregels.
Dat is niet het enige. Alleen al door die functie te bekleden richten deze types schade aan. Door ze vicepremier of minister te maken, wordt hun gedrag witgewassen. Hoe normaliseer je extreem gedrag beter dan zo?
Zo wordt normaal wat nooit normaal was. Het gaat zo snel en zo vanzelfsprekend, dat je er niet bij stilstaat.
We zijn weer een stap verder en weten nu één ding zeker. Bij een vicepremier en ministers die racistische taal uitslaan in het parlement, die flirten met complottheorieën en die tribunalen willen voor tegenstanders en omvolkingsadepten zijn, ligt de politieke ondergrens zeker niet.
Dus wordt er verder gezocht naar waar die dan wel ligt. De radicalen hebben er hun business model gemaakt. Steeds verder de diepte in. Mede mogelijk gemaakt door fatsoenlijke politici die het steeds maar accepteren. Steeds verder weg van de plek, waarvan jij als liberale VVD-politicus of NSC’er die goed bestuur liefheeft, eens dacht dat daar de grens mag liggen. En niemand anders die je daarvan de schuld kan geven. Want zoals je vaak roept, moeten grenzen worden bewaakt . En jij weigerde de ondergrens te bewaken. Terwijl dat je taak was.
Maar zoals dat gaat met een glijdende schaal, had je misschien niet door dat je je eigen ondergrens al tijden geleden bent gepasseerd. En nu zitten daar Klever en Faber in de Tréves-zaal. En je blijft maar roepen dat zij jou niet definiëren. Maar dat doen ze wel.