Vertrouwen in de overheid herstellen, is de belangrijkste opgave voor het kabinet-Schoof. Hoe? In tijd van polarisatie geeft de polder het goede voorbeeld, vindt SER-voorzitter Kim Putters. Nederland moet weer gaan kloppen.
Wat is er aan de hand in Nederland? Waar je ook komt en met wie je ook spreekt, de crises vliegen je om de oren. Een energiecrisis, zorgcrisis, woningcrisis, asielopvangcrisis, onderwijscrisis….
Iedereen heeft ermee te maken. Bedrijven staan te springen om vakmensen, het onderwijs om docenten. Op de woningmarkt zijn starters haast kansloos en kunnen ouderen niet doorstromen. In de zorg dreigt een zorginfarct. Op steeds meer plekken is het stroomnet overbelast, waardoor bedrijven en nieuwe wijken niet kunnen worden aangesloten.
De meeste crises waarin we verzeild raken, hadden we kunnen zien aankomen. Sterker: de meeste crises zijn te voorkomen als we er tijdig op anticiperen. Maar hier speelt een groot menselijk tekort: we zijn bijziend, niet verziend. We denken in weken en maanden, soms in jaren, maar meestal niet in generaties. Dat zorgt ervoor dat veel focus ligt op wat urgent is of lijkt, waardoor we de trends op de lange termijn onderschatten.
De overheid probeert vaak problemen op te lossen door alles nog efficiënter te organiseren en misbruik van publiek geld tegen te gaan. Maar het gevolg is dat we steeds meer vastlopen in regels en verantwoording. Of je nu een zorgtoeslag of een vergunning moet aanvragen, je verdwaalt in een woud van regels, die elkaar soms ook nog tegenspreken.
En ondanks goed bedoeld beleid, blijven de verschillen toenemen. Met veel mensen gaat het geweldig in Nederland, maar een groeiende groep staat aan de verkeerde kant van de streep. Dat gaat gepaard met een dalend vertrouwen in politiek, instituties en bedrijfsleven, maar ook met een toenemend polariserend wij-zij-denken, wat structurele oplossingen in de weg zit.
Kim Putters (50) is voorzitter van de Sociaal-Economische Raad en hoogleraar brede welvaart aan Tilburg University
Februari-maart 2024 Informateur
2017-2022 Hoogleraar beleid en sturing van de zorg in de veranderende verzorgingsstaat aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
2013-2022 Directeur Sociaal en Cultureel Planbureau
Je kunt van mening verschillen over hoe problemen moeten worden aangepakt, maar als groepen structureel tegenover elkaar komen te staan, belemmert dit de samenwerking die nodig is voor een welvarende toekomst. In de politiek wordt het frame van links-rechts steeds sterker aangezet, terwijl de meeste mensen in het midden zitten en soms wat progressiever of juist wat conservatiever denken. Ook werkgevers en werknemers staan soms tegenover elkaar, maar het is de kracht van de polder om elkaar in het midden te blijven vinden.
De groeiende tegenstellingen en het maatschappelijk ongenoegen, opgeteld bij de grote uitdagingen rond klimaat, energie, migratie, digitalisering en artificial intelligence (AI), stellen overheid en samenleving voor enorme opgaven. Weinig mensen hebben er vertrouwen in dat de overheid hier echte antwoorden op heeft. Misschien is dat wel de grootste opgave waarvoor het kabinet staat: het vertrouwen herstellen.
Wat is er nodig voor verandering?
Om de crises structureel op te lossen en de polarisatie tegen te gaan, is samenwerking nodig. Ondanks alle polarisatie is het met werkgevers en werknemers de afgelopen jaren toch gelukt een pakket maatregelen neer te leggen om de arbeidsmarkt te hervormen, zodat werkenden meer werk- en inkomenszekerheid krijgen en ondernemingen wendbaarder zijn. De vorige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip (CDA) wist dit pakket met de sociale partners uit te werken naar wetgeving die nu voorligt in het parlement.
Hetzelfde geldt voor de hervorming van het pensioensysteem. Hierdoor werken we aan de toekomst en doen we recht aan de langetermijnontwikkelingen in de economie. Door samen te werken, kunnen we ook de door de sociale partners gewenste versnelling bereiken op het gebied van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen. Door problemen collectief aan te pakken in de ketens kunnen we de verduurzaming versnellen op een sociale en economisch krachtige manier, die ook beter is voor milieu en leefomgeving.
De polder heeft de afgelopen periode op belangrijke onderwerpen geleverd en wil dat blijven doen. Wij vragen de politiek om met ons op te lopen. Omdat we niet tegenover elkaar, maar naast elkaar moeten staan om brede welvaart voor iedereen binnen bereik te houden.
Hoe moet de economie eruit gaan zien?
Zoals de maatschappij in de achttiende eeuw omwentelde naar een industriële samenleving, zo is er nu een revolutie aan de gang naar een duurzame, digitale samenleving. Als er zo veel tegelijk verandert, is het niet vreemd dat dit gevoelens van angst en onzekerheid oproept.
Is er straks werk voor mij? Kan ik nog ondernemen? Is de overheid er ook voor mij als ik ziek of arbeidsongeschikt word? Een tijd van grote transities vraagt om een kompas dat richting geeft.
Brede welvaart is dat kompas. Het omvat inkomen, werkzekerheid, verdienvermogen, een inclusieve samenleving, goede zorg, onderwijs en huisvesting. Brede welvaart is welvaart waarin iedereen deelt. Niet alleen hier en nu, maar ook elders en later. Dit betekent dat we mogelijk negatieve effecten van onze welvaart op andere plaatsen in de wereld voorkomen of verminderen en de problemen van nu niet doorschuiven naar de toekomst, maar dat we goede voorouders zijn.
Vanuit dit perspectief heeft de Sociaal-Economische Raad recent een visie op de toekomst van de economie vastgesteld. Die visie gaat over de noodzaak van goede sociale bescherming, werk dat loont, minder regeldruk, meer ruimte voor ondernemen en een stevige investerings- en innovatieagenda.
De visie benadrukt ook de noodzaak van een betrouwbare overheid. Een overheid die geen jojobeleid voert, maar de zaken op orde heeft en crises structureel aanpakt. Dat zijn grote woorden. Maar om die concreet te maken, hebben we ook een werkagenda opgesteld met als doel ondernemerschap, waardig werk, een duurzame economie en een inclusieve samenleving te bevorderen.
Putters: kabinet moet kiezen voor innovatie
Brede welvaart is alleen bereikbaar als Nederland voldoende verdienvermogen heeft en houdt. Dat staat onder druk. Veel ondernemers maken zich zorgen over het vestigingsklimaat. Bedrijven willen vergroenen, maar krijgen geen toegang tot stroom. De stapeling van regelgeving werkt verlammend. En we komen maar niet verder met een leven lang ontwikkelen. Sterker: de PISA-scores laten zien dat de leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen achterblijft bij die van leerlingen in de rest van Europa.
De boodschap aan het kabinet is dat we meters moeten maken. Dus: kiezen voor innovatieve technologieën als AI, klimaat- en natuurhersteltechnologie, micro-elektronica, een hightech-maakindustrie en biotechnologie. En we moeten inzetten op verhoging van de arbeidsproductiviteit door werk aantrekkelijker te maken en slimmer te organiseren, waarvoor ook bedrijven en werknemers zelf een stap moeten zetten. Het is goed dat watermanagement en voedselzekerheid hoog op de politieke agenda staan.
Verder moeten we blijven investeren in research & development (R&D) en internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen door de IMVO- convenanten voort te zetten, en bedrijven te ondersteunen bij de verduurzaming van ketens en de verbetering van sociale omstandigheden. Zo draagt ondernemerschap bij aan brede welvaart.
Waarom kabinet hervorming arbeidsmarkt moet doorzetten
Brede welvaart vraagt om inzet op de banen van de toekomst en goed werk. Te veel mensen zijn onzeker over de toekomst van hun werk. Dat heeft gevolgen voor het switchen naar ander werk, het beginnen van een gezin en het kopen van een huis. Het groeiende tekort aan arbeidskrachten zet niet alleen de kwaliteit van werk onder druk, maar maakt het ook moeilijk om werken te combineren met leren, zorgen en vrijwilligerswerk.
De boodschap aan kabinet en parlement is dat de hervorming van de arbeidsmarkt moet worden doorgezet. Het tussen politiek en polder overeengekomen pakket aan wetsvoorstellen gaat arbeidsmarkttekorten tegen, maakt bedrijven wendbaarder in tijden van crisis en draagt eraan bij dat iedereen naar vermogen mee kan doen.
Maar voor brede welvaart is meer nodig. We moeten het makkelijker maken voor mensen om werken, leren en (mantel)zorg te combineren. Arbeidsmigratie zal altijd nodig blijven, maar wel met goede arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden, arbeidsinhoud en arbeidsverhoudingen. In combinatie met opleidingen, waardoor kennis en ervaring na enkele jaren ook elders kunnen worden ingezet. Circulair dus. We moeten technologische én sociale innovatie stimuleren. Want als mensen niet mee-groeien, blijven innovaties onbenut.
De komende jaren zijn er minder middelen voor innovatie beschikbaar, bijvoorbeeld uit het Nationaal Groeifonds. Maar als we onze welvaart willen behouden, dan zijn innovaties noodzakelijk. Het bedrijfsleven moet zelf een sterke R&D-agenda hebben, maar het lukt niet om die zonder steun van een betrouwbare overheid uit te voeren.
Hoe wil het kabinet groene groei realiseren?
Onze huidige manier van leven vraagt veel meer dan de planeet aankan. Ruimte is schaars en we willen veel: woningbouw, duurzame landbouw, bedrijventerreinen en ruimte voor energieopslag. Het nieuwe kabinet wil groene groei, en daar valt veel voor te zeggen. Maar hoe?
Werkgevers en vakbonden zijn het erover eens dat er een duurzame maakindustrie in Nederland nodig is, om met Europa aan meer (open) strategische autonomie te werken en minder afhankelijk te zijn van grondstoffen uit landen als China en Rusland. Met voorstellen voor een circulaire economie, zodat we meer zelfvoorzienend zijn, bijvoorbeeld door groene waterstof. Met voorstellen voor schone technologie, waarmee we nieuwe verdienmodellen en werkgelegenheid creëren. Banen waarvoor dan wel om- en bijscholing nodig is, maar waardoor ook de natuur en de gezondheid van mensen veel minder worden belast.
Bevorderen inclusieve samenleving
Brede welvaart betekent ten slotte ook: werken aan een samenleving waarin iedereen mee kan doen. Met een evenwichtige inkomensverdeling, gelijke kansen en goede publieke voorzieningen. Nederland beweegt daar helaas verder vandaan. Dat wordt het meest schrijnend zichtbaar in de gezondheidsverschillen. De 20 procent meest welvarende Nederlanders leven gemiddeld 8 jaar langer dan de 20 procent minst welvarende. Het verschil in gezonde levensjaren is maar liefst 24 jaar. Dat is onrechtvaardig.
Wat Nederland nodig heeft, zijn betere zorg en ondersteuning voor ouderen, een eenvoudiger belastingstelsel en een goed werkend sociaal vangnet. Daarvoor is sterke coördinatie nodig van alle beleid rond gezondheid en preventie om zorg te voorkomen en gezondheid te bevorderen. Dit vraagt om preventie van ongezond werken en ongezond gedrag. We moeten gezonder bouwen, de armoede beter bestrijden en investeren in goed onderwijs. Dát is werken aan bestaanszekerheid.
Wat moet er in het regeerprogramma staan?
Het nieuwe kabinet werkt aan een regeerprogramma. Voor echte impact is maatschappelijk draagvlak voor het beleid ook in de uitvoering cruciaal. Samen kunnen we tot goed en werkbaar beleid komen voor een toekomstbestendig Nederland. Een sociale markteconomie gebaseerd op brede welvaart met een sterke sociale dialoog in Nederland en in Brussel. Een Rijnlands model 2.0.
Wat daarvoor nodig is? Een overheid die de regie pakt, duidelijke kaders stelt en consistent is in haar beleid. Burgers die investeren in zichzelf en werken kunnen combineren met leren, ontwikkelen en zorgen. Kennisinstellingen die inzichten verzamelen en bijdragen aan oplossingsrichtingen. Maatschappelijke initiatieven die van onderop en binnenuit de samenleving verbeteren. Bedrijven die investeren in waardig werk en technische en sociale innovaties.
Het is niet onmogelijk. Ik kom in mijn werk veel organisaties en mkb- en grootbedrijven tegen die met hun initiatieven laten zien dat ze bijdragen aan de oplossing van meerdere problemen.
Begin juli was ik bij een ondernemer die regionale overeenkomsten afsluit met boeren voor de teelt van duurzame gewassen. Van grassen als hennep worden halffabricaten geproduceerd die worden gebruikt bij de bouw van huizen, die veel minder energie nodig hebben dan de woningen die we nu bouwen.
Deze samenwerking geeft de boer een verdienmodel, de verwerkingsindustrie een economische impuls en de bewoner een gezonde en energiezuinige woning en leefomgeving. Ook een wereldbedrijf als ASML, waar ik onlangs was, richt zich naast de investeringen in duurzame economische ontwikkeling op huizen, zorg en onderwijs voor de hele Brainport-regio. Alleen met goede samenwerking lukt het om dat waar te maken.
Ik geloof erin dat we het tij kunnen keren, als we er samen de schouders onder zetten en het wij-zij-denken van de polarisering tegengaan. Het moet weer gaan kloppen in Nederland. Dat lukt alleen als we het samen doen. Met respect voor verschillen. Het is zoals Bruce Springsteen zei: ‘Nobody wins unless everybody wins.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."