Felbelaagde Schoof bij eerste APB: niet geslepen, wel geloofwaardig

19 september 2024Leestijd: 4 minuten
Eerste dag Algemene Politieke Beschouwingen. Foto: ANP

Onervaren, niet gekunsteld en oprecht worstelend met een lastige Kamer. Zo debuteerde de partijloze premier Dick Schoof op de tweede dag van de Algemene Politieke Beschouwingen, schrijft Carla Joosten.

Het kan niet anders dan dat hij wordt vergeleken met zijn voorganger die veertien jaar minister-president was. Mark Rutte (VVD) begon ook haperend, maar ontwikkelde zich tot een acteur die de aanvallen uit de Kamer behendig pareerde.

Dat de regering de Asielcrisiswet buiten het parlement om wil regelen, deed de Tweede Kamer steigeren. De oppositie bleef maar aandringen op overhandiging van alle ambtelijke adviezen over het passeren van de Kamer bij het in werking stellen van het noodrecht, wat het kabinet van plan is om het strengste asielbeleid ooit mogelijk te maken. Er werd zo gejend, dat oud-topambtenaar Schoof zich even liet gaan: ‘Tjongejongejonge, werkelijk niet te geloven dit.’

De geest van de afwezige NSC-leider Pieter Omtzigt waarde door de Kamer. Hij was het die er eerder voor zorgde dat het parlement niet alleen meer besluiten van kabinetten toegestuurd krijgt, maar ook alle bijbehorende ambtelijke stukken. Dat moest dan nu ook gebeuren met het noodrecht. CDA-leider Henri Bontenbal had woensdag 18 september, op de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen, al NSC-vicefractievoorzitter Nicolien van Vroonhoven ertoe bewogen zich voor openbaarmaking uit te spreken.

Pakket grotendeels zwartgelakte papieren

Schoof benadrukte dat het kabinet nog niet over een wet had besloten. Pas als dat is gebeurd, moeten die adviezen volgens hem naar de Tweede Kamer. Maar de Kamer volhardde. In de middag volgde een pakket met papieren met grote stukken zwart gelakt – volgens Schoof teksten die over andere onderwerpen gaan.

De stukken bevatten wel nieuws: de ambtenaren ontraden het kabinet om het noodrecht in het leven te roepen.

Oppositie eist mensbeeld van Schoof

Al aan het begin van deze APB-dag moest Schoof zich teweer stellen tegen een oppositie die bleef aandringen op een door Schoof te schetsen ‘mensbeeld’. Rutte werd verweten geen visie te hebben. Schoof geen mensbeeld, terwijl – daar is hij weer – Omtzigt daar in juli al om had gevraagd.

SP-Kamerlid Jimmy Dijk begon er dit keer mee, en kritiseerde het ‘bevlogen pragmatisme’ van Schoofs kabinet. ‘Ik wil heel graag van deze premier een iets diepere analyse dan “bevlogen pragmatisme”. Wat is uw mensbeeld? Wat zijn uw waarden? Waar gaat u de komende jaren met dit land aan werken?’

GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans was het oneens met Schoofs verdediging dat hij in het kabinet slechts de eerste onder gelijken is. Volgens Timmermans was ARP’er Barend Biesheuvel (1971-1973) de laatste die zo werd gezien. Premiers kregen sindsdien een steeds grotere rol, vooral door hun optreden in de Europese Unie en de media.

Wilders als leider van het land

Timmermans waarschuwde dat als Schoof niet meer van zichzelf en vooral zijn mensbeeld toont, PVV-leider Geert Wilders als schaduwpremier en werkelijke leider van het land zal worden gezien. Schoof zei iets anders te horen in de samenleving.

‘De mensen vragen niet zozeer naar mijn mensbeeld, maar om het oplossen van problemen en resultaten te boeken. Ze vragen mij niet wat mijn levensvisie is. Wat ze mij wél vragen is: doe iets. Regel een paar van die problemen. Zorg dat er huisvesting is. Zorg dat dit land leefbaar blijft. Zorg dat dit land veilig blijft. Zorg dat dit land vrij blijft. En zorg ervoor dat mensen in dit land vertrouwen kunnen hebben, verantwoordelijkheid kunnen nemen en ook nog kunnen zijn wie ze willen zijn.’

DENK-fractievoorzitter Stephan van Baarle ging het verst in het tarten van Schoof. Hij wil dat Schoof Wilders op het matje roept, omdat die een miljoen Nederlandse moslims zou wegzetten. Maar Schoof weigerde Kamerleden – dus ook Wilders – te recenseren.

Hij pareerde ook harde kritiek van Jimmy Dijk (SP), die Schoof verantwoordelijk hield voor het niet volledig wegwerken van de kinderarmoede in Nederland. ‘Ik laat me niet aanleunen dat ik mij armoede niet aantrek.’

Schoof liet zich niet intimideren door de felheid waarmee vooral
Dijk en Van Baarle hem toespraken. Hij bleef rustig antwoorden.

Gesteggel over ambtelijke adviezen

Het debat bleef lang hangen in het gedoe rond de ambtelijke adviezen over het noodrecht. JA21 Kamerlid Joost Eerdmans vond het overdreven dat zijn collega’s er een hoofdpunt van maakten. Maar de oppositie volhardde.

Schoof benadrukte nog maar eens dat het kabinet nog niet had besloten over inzet van het noodrecht, zodat er volgens de regels ook geen ambtelijke adviezen over hoeven te worden geopenbaard. Aan het eind van de middag boog hij toch, en zei hij ook de niet-gelakte delen van de stukken te openbaren. Hij deed het met grote tegenzin.