Het zou mooi zijn als de NPO Theo van Goghs laatste film op 2 november opnieuw zou uitzenden als herinnering aan de regisseur. Dat dit ondenkbaar is, wil zeggen dat zijn moordenaar en diens onverdraagzame geestverwanten een belangrijke zege hebben geboekt. Dat geeft een triest gevoel, schrijft Gerry van der List.
We zullen de komende week nog veel horen en lezen over Theo van Gogh. De aanleiding voor alle aandacht is de moord twintig jaar geleden, om precies te zijn op 2 november 2004, op de filmmaker en columnist door de islamitische fundamentalist Mohammed Bouyeri. Ongetwijfeld zal worden betoogd dat ‘we’ Theo erg missen. Hij was immers zo’n kleurrijke persoonlijkheid en durfde, als zelfverklaarde ‘ridder van het vrije woord’, dingen te zeggen die niemand anders zei.
Bij het eerbetoon hoort een, door de NPO vertoonde, documentaire in liefst vier delen. Kijken naar Theo van Gogh, de hunkering is een beproeving. Urenlang word je geconfronteerd met iemand bij wie duidelijk een steekje los was. Van Gogh wist werkelijk van gekkigheid niet wat hij moest doen om op te vallen. Wie hem, zoals ik, weleens persoonlijk heeft meegemaakt, weet dat hij aimabel en geïnteresseerd kon overkomen. Hij beschikte ook over een kwajongensachtige charme waarmee hij, ondanks een niet erg aantrekkelijk voorkomen, verrassend veel vrouwen verleidde tot het geslachtsverkeer waaraan hij naar eigen zeggen meer behoefte had dan aan een goed gesprek.
Maar in beeld komt toch vooral een professionele provocateur die voortdurend zat te jennen, beledigen, schoppen, ruziemaken en kwetsen. En vreemde fantasieën verkondigde. Zoals zijn vaak geuite bewering dat hij met zijn moeder naar bed was geweest. Nogal smakeloos.
Rond 2 november zal vast ook de vraag worden opgeworpen wat de geestelijke erfenis is van Van Gogh. Hier dreigt een misvatting het historisch perspectief te rooskleurig te maken. Namelijk het idee dat het ging om een interessante intellectueel met een coherent gedachtegoed dat waardering en bestudering verdient. Zoals ‘De Goddeloze Kale’, de door Van Gogh bewonderde Pim Fortuyn. Maar hijzelf provoceerde om te provoceren, zoals iemand in de documentaire opmerkt. Niet om met een serieus betoog het niveau van het publieke debat te verhogen. Dit gold ook voor de religiekritiek die hem helaas noodlottig werd.
Erfgenamen
Nadat Van Gogh verschillende Joden op een enigszins antisemitisch aandoende toon bruut had beledigd, stortte hij zich vol overgave op het verbaal attaqueren van de aanhangers van Allah. Niet op de degelijke, op kennis van zaken gebaseerde manier van een vriend van hem. De welluidende stem van Hans Jansen wordt nu node gemist, omdat de in 2015 overleden arabist en vertaler van de Koran de toorn van zijn academische collega’s durfde te trotseren en bleef wijzen op ernstig problematische kanten van de islam. Van Gogh kwam niet veel verder dan moslims voor ‘geitenneukers’ uitmaken. Tja, wat schiet je daarmee op, behalve aandacht trekken?
In zijn manier van werken heeft Van Gogh wel erfgenamen. Vooral de jongens van GeenStijl volgen in zijn spoor. Zij zijn er trots op ‘tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend’ te zijn. Hun stijlloosheid sluit goed aan bij de aanpak van Van Gogh, die er bijvoorbeeld een enorm plezier aan beleefde om Monique van de Ven belachelijk te maken nadat ze op de televisie had verteld over de dood van haar zoontje. Om er zeker van te zijn dat zij de nodeloos kwetsende tekst onder ogen kreeg, deed hij zijn column persoonlijk bij de actrice in de bus.
Laatste film
De terugblikken van de fans van Van Gogh hebben vaak een waarschuwend en wat weemoedig karakter, omdat zij de aandacht willen vestigen op een afgenomen vrijmoedigheid en vrijheid van meningsuiting in de afgelopen twintig jaar. Daar zit iets in. De filmmaker debuteerde in 1981 met Luger. Thom Hoffman speelde hierin een sadistische psychopaat die het leuk vindt om een pistool in de vagina van een gehandicapte vrouw te stoppen en twee katten in een wasmachine te laten ronddraaien. En die zijn butler oproept om nog eens een neger op het vuur te gooien. Zo’n schokkende film zal nu niet snel meer worden gemaakt, al is het maar vanwege het ‘n-woord’.
Erger is dat Van Goghs laatste film niet kan worden vertoond. Hij liet zich door femme fatale Ayaan Hirsi Ali overhalen een korte film te maken over de slechte behandeling van islamitische vrouwen. Het zou mooi zijn als de NPO Submission op 2 november opnieuw zou uitzenden als herinnering aan de regisseur. Dat dit ondenkbaar is, wil zeggen dat zijn moordenaar en diens onverdraagzame geestverwanten een belangrijke zege hebben geboekt. Dat geeft een triest gevoel.