Wie zich verdiept in de wereld van integriteitsonderzoek, komt terecht in een duister doolhof van arbeidsrechtelijke wanpraktijken waar juridische basisprincipes met voeten worden getreden. De gevolgen voor de ‘daders’ zijn gigantisch, merkten Nard Lodewijk en Geerten Waling.
Sociale veiligheid is inmiddels een vertrouwd begrip in veel bedrijven en organisaties. Er leeft een brede behoefte paal en perk te stellen aan ongewenst dan wel grensoverschrijdend gedrag. Dat wil niet zeggen dat het altijd verder komt dan lippendienst. Áls er al wordt ingegrepen, dan zoekt de werkgever vaak een externe oplossing, door een integriteitsonderzoek te gelasten bij een gespecialiseerd bureau.
Geregeld is dit niet het einde, maar juist het begin van veel ellende. Op basis van anonieme klachten of vage signalen kunnen ‘daders’ ook opeens slachtoffer worden – van een kafkaëske situatie die hun carrière, reputatie en levensgeluk op het spel zet.
Zelfs Bezemer & Schubad, zelfverklaard marktleider in integriteitszaken, blijkt vaak de basisprincipes van eerlijk, deskundig en onafhankelijk onderzoek aan zijn laars te lappen. Experts zien de misstanden die EW onderzocht als exemplarisch voor de hele branche.
Wie zich verdiept in de wondere wereld van het integriteitsonderzoek, komt terecht in een duister doolhof van arbeidsrechtelijke wanpraktijken waar juridische basisprincipes, zoals de onschuldpresumptie en het recht op een fair en transparant proces, met voeten worden getreden.
‘Integriteitsindustrie’ is een groeimarkt
De gevolgen van foutief integriteitsonderzoek zijn gigantisch. EW sprak voor dit onderzoek met een tiental mensen, allen mannen, die veel last ondervinden van de manier waarop zij door een integriteitsbureau zijn onderzocht. Soms heeft hun vertrouwen in de rechtsstaat deuken opgelopen die nog steeds niet zijn gerepareerd. Ongeacht de vraag of de klachten jegens hen terecht waren, heeft iedere beklaagde er recht op zorgvuldig te worden behandeld.
Deskundigen zijn vrijwel eensgezind over de omvang van dit probleem, in de groeimarkt die ook wel de ‘integriteitsindustrie’ wordt genoemd. Dat geldt ook voor de oorzaak ervan, namelijk een volledig gebrek aan wet- en regelgeving en toezicht. Wie in Nederland persoonsonderzoek wil doen als particulier bureau, heeft een vergunning nodig die gemakkelijk is te verkrijgen. De distributeur van die vergunningen is Justis, de screeningsautoriteit van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Die controleert alleen of een aanvrager beschikt over een vereiste mbo2-opleiding en of er geen criminele antecedenten zijn. Daarna heeft de vergunningshouder vrij spel.
Een klacht indienen tegen integriteitsbureaus is niet mogelijk
Wie wordt onderzocht door een bureau als Bezemer & Schubad, of door een van de honderden andere integriteitsbureaus, kan dus nergens terecht met klachten over de procedure van het onderzoek, de conclusies of de consequenties. Er is geen mogelijkheid tot beroep. En er is al helemaal geen tuchtinstantie die sancties kan opleggen als onderzoek kwalitatief aantoonbaar ondermaats blijkt. Terwijl de rapporten en uitkomsten van veel onderzoeken voor altijd geheim blijven door de strikte zwijgplicht die wordt opgelegd bij ontbinding van het arbeidscontract.
Het gevolg: een bureau kan wegkomen met allerlei vormen van onbewuste nalatigheid en zelfs opzettelijk verwijtbaar handelen. Dat geldt niet alleen voor marktleider Bezemer & Schubad, maar ook voor allerlei nieuwe bedrijfjes die het gat zien in de markt dat de maatschappelijke ophef over sociale veiligheid heeft geschapen. Intussen zijn de beklaagden vogelvrij.
Den Haag moet in actie komen. De Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, waar de integriteitsonderzoekers onder vallen, dient te worden herzien. Een neutrale toezichthouder is nodig, met bevoegdheid tot ingrijpen, evenals een fatsoenlijke tuchtprocedure en harde sancties. In een rechtsstaat is geen plaats voor zulke parallelle rechtspraak.