Islamisme en antisemitisme gaan hand in hand

Jodenhaat zit niet in het DNA van moslims. Wel zijn mensen die de westerse waarden verwerpen er vatbaar voor, schrijft Afshin Ellian.

Kabinetsleden kregen te maken met een ernstige beschuldiging: racisme. Voor sommigen een prettige omkering van perspectieven. Geen discussie meer over de Jodenjacht, maar over racisme in het kabinet-Schoof.

Na de gebeurtenissen van 7 november deed zich in het kabinet en de samenleving een hevige discussie voor over de strijd tegen het antisemitisme, waarvan we al vóór 7 november wisten dat het toenam.

Dat is niet gebaseerd op een gevoel, maar op antisemitische handelingen in heel Europa: van dagelijkse intimidatie tot gewelddadige acties tegen Joden en Joodse instellingen. Joden zijn niet echt veilig in bepaalde wijken en zelfs scholen. Deze context maakte de discussie na de Jodenjacht nog gevoeliger en emotioneler.

Integratie heeft verschillende dimensies

Integratie werd in het debat breed uitgemeten. Dat maakt het debat voor sommigen ongemakkelijk. Want hoe vaak moeten we het nog over integratie hebben?

In het integratiedebat worden drie dimensies door elkaar gehaald:

  • Het verleden: de integratie van mensen die al lang tot Nederlander zijn genaturaliseerd.
  • De toekomst: de integratie van de mensen die nu naar Nederland komen.
  • Tussen toekomst en verleden: het grijze gebied van mensen die niet zich niet aan de Nederlandse basiswaarden willen houden.

De vermenging van nieuwkomers met de mensen die al hier wonen, roept bij sommige Nederlanders met een migratieachtergrond emoties op. De tweede en derde generatie migrantenkinderen vragen zich af wanneer zij als geïntegreerde Nederlander worden beschouwd. Waar houdt de integratie op?

In de verklaringen van de afgetreden staatssecretaris Nora Achahbar hoorde en bemerkte ik die emotie. Achahbar is een oud-student van mij (master encyclopedie en filosofie van het recht). Ik was en ben erg trots op haar. Dit liet ik ook na haar benoeming blijken. Ik was blij dat zij, met haar rechtsfilosofische kennis en justitiële ervaring, de Toeslagenaffaire zou afhandelen. Het is te betreuren dat ze is afgetreden.

Tegelijk ontkent ze, net als premier Dick Schoof, de berichten in de media dat ze was vertrek vanwege racisme. Tegen Hart van Nederland was ze glashelder:

Ik lees bizarre uitspraken die niet kloppen. Ik ben niet weggegaan vanwege racisme. Het is beschadigend en klopt van geen kant. Het lijkt wel op het spel van vroeger waarbij je iets in elkaars oor fluistert, aan het einde van de kring komt er dan een heel ander woord uit. Er is iets niet goed gegaan.

Ook zei ze: ‘Ik zat de afgelopen dagen in een rollercoaster. Ik hoop dat het stopt.’ En: ‘Onwaarheden, die werden overgenomen in kranten en op sociale media. De beschuldigingen en het lekken naar de pers ondermijnt het vertrouwen in de overheid. En ook beschadigt het personen.’

Kennelijk verlangt een deel van de gevestigde media om Nederland als een racistisch land neer te zetten. In plaats van het kabinet te onderzoeken, moeten die media zichzelf maar eens onderzoeken. Voor nu bestaat er geen reden om aan deze verklaring van premier Dick Schoof te twijfelen: ‘In het kabinet en de coalitie was en is geen sprake van racisme.’

Mensen die westerse waarden verwerpen

Het integratiedebat gaat eigenlijk om maar één van de drie categorieën die ik hierboven aanhaalde: mensen die niet willen integreren volgens de westerse waarden. De toekomstige gevallen kan men bij wet regelen. Maar het grijze gebied laat zich niet door wetten of debatten reguleren. En hoe groot dat gebied is, weet niemand.

Antisemitisme door mensen met een islamitische achtergrond was en is de kern van de discussie. Antisemitisme zit niet in het DNA van moslims. Wel hangt het nauw samen met de radicale islam. Ook daarom moet de regering de verspreiding van de radicale islam en zijn ideologische stromingen tegenhouden.

Islamisten willen een terugkeer naar de oorspronkelijke islam, de ‘zuivere echte religie’. Zij gaan ervan uit dat gewone moslims niet langer weten wat de islam is. Daarom willen ze alle moslims re-islamiseren. Dat wilde Ruhollah Khomeini, de leider van de islamitische revolutie in Iran (1979), en dat willen ook zijn soennitische evenknieën.

Deze nuance verheldert de kern van het probleem van antisemitisme door mensen met een moslimachtergrond: islamisme en re-islamisering.