12 vragen aan André van Troost: ‘Laten we innoveren en niet halveren’ ‘Ik ben een rasechte Schiedammer. Mijn vader was technicus en mijn moeder huisvrouw, die zorgde voor lekkere boterhammen thuis. Een stabiele, warme jeugd. Ik ben van redelijk simpele komaf, we woonden driehoog achter. Ik heb een broer die drie jaar ouder is dan ik en tien jaar captain van het Nederlandse cricketteam is geweest. Hij heeft drie zoons die de sport ook beoefenen. Het is een familiesport, mijn opa was een bekende sporter die voetbalde en cricket speelde, mijn vader speelde ook, mijn moeder hield de score bij. Ik speelde ook cricket en vond het heel leuk.’