Taal Indammen en mitigeren. De taal van het coronavirus Corona staat gewoon in het woordenboek. In de betekenis ‘kransvormige buitenste atmosfeer van de zon’ is het voor het eerst aangetroffen in het Nederlands in het jaar 1900. De vorm van het virus heeft dus de naam bepaald: een visuele onomatopee (klanknabootsing) zeg maar. Het woord ‘virus’ is sinds eind zeventiende eeuw in gebruik in het Nederlands. Het Latijnse virus betekende ‘slijm’, ‘vergif’ of ‘het vuile’.