EW beoordeelt sinds 2001 de prestaties van alle middelbare scholen in Nederland. Vergelijk snel en overzichtelijk de scholen met vwo en gymnasium, havo en vmbo in de buurt. Van alle scholen is per afdeling een compleet rapport van de resultaten beschikbaar.
Ga naar Beste scholen en vergelijk scholen met vwo, havo en vmbo. Klik hier
Deze pagina geeft uitleg bij het jaarlijkse EW-onderzoek Beste scholen. EW vergelijkt alle scholen in het voortgezet onderwijs. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van de Inspectie van het Onderwijs. EW geeft onder meer achtergrondinformatie over de schoolbevolking en de identiteit en onderwijsvisie van de school.
Normaal gesproken wordt elke school beoordeeld volgens vier criteria: 1) de positie van leerlingen in de derde klas ten opzichte van het advies van de basisschool, 2) de onderwijssnelheid in de onderbouw, 3) het bovenbouwsucces en 4) cijfer centraal examen. Dit jaar zijn in Beste scholen geen oordelen – superschool, goed, voldoende of onvoldoende – toegekend. De onderwijsresultaten zijn mogelijk beïnvloed door coronamaatregelen – waarbij bovendien niet alle scholen evenredig hard zijn getroffen – waardoor betrouwbare analyse niet mogelijk is.
Inhoud
1. Voor wie?
2. Vind opleidingen
3. Vergelijk scholen
4. Waarom kan ik mijn school niet vinden?
5. Over de school
6. Beoordeling
7. Onderbouw
8. Bovenbouw
9. Geslaagd of gezakt
10. Extra informatie
11. Badge voor superscholen
1. Voor wie?
EW Beste scholen is in de eerste plaats bedoeld voor ouders en leerlingen van groep 8 die een passende middelbare school zoeken. En verder voor ieder ander die geïnteresseerd is in de kwaliteit van scholen in het voortgezet onderwijs.
2. Vind opleidingen
Op de zoekpagina staan alle beoordeelde scholen op vestigingsniveau onder elkaar. De school van je keuze kun je op verschillende manieren vinden. Zoek eenvoudig in de lange lijst, of typ de naam van de school onder ‘Zoeken’.
Een zoekopdracht kun je verfijnen aan de hand van je voorkeuren.
Binnen welke schoolsoort zoek je een school: vwo (inclusief gymnasium), havo of een van de leerwegen binnen het vmbo: gemengd-theoretisch, kaderberoeps of basisberoeps.
Ben je op zoek naar een school met een specifieke identiteit? Geef dit dan aan in het filter.
Het is ook mogelijk om scholen in je buurt te selecteren. Geef een postcode en selecteer de maximale afstand waarbinnen je wilt zoeken.
3. Vergelijk scholen
Klik op de school van je keuze en vervolgens op de gewenste schoolsoort. Vink op deze wijze maximaal 3 scholen aan die je wilt vergelijken en klik op Vergelijk.
Je kunt ook direct doorklikken naar een pagina met alle informatie over een school van je keuze.
4. Waarom kan ik mijn school niet vinden?
EW vergelijkt scholen waarvoor resultaten bekend zijn bij de Inspectie van het Onderwijs. Alleen scholen met havo, vwo of vmbo-gt, vmbo-b en vmbo-k zijn vergeleken. Gegevens over leerprestaties zijn op het peilmoment in januari bijgewerkt tot ongeveer dezelfde periode een jaar eerder. Recentere gegevens zijn niet beschikbaar bij de Inspectie.
Over het onderzoek
De meeste gebruikte gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Het merendeel vormt de grondslag voor de ‘onderwijsresultaten’: rendementen en examencijfers zoals de Inspectie die op haar website zet. EW maakt ook gebruik van gegevens van de Dienst Uitvoering Onderwijs, Cambridge Assessment, Anglia, Stichting Technasium, Stichting het Zelfstandig Gymnasium (SHZG) en Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationalisering in het onderwijs.
Over particuliere scholen heeft de Inspectie geen informatie. De gegevens hebben betrekking op de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020. Alleen gegevens over de positie van leerlingen in het derde leerjaar ten opzichte van het advies van de basisschool hebben betrekking op de periode 2018-2019 tot en met 2020-2021.
Scholen worden beoordeeld op basis van de leerprestaties van leerlingen. Omdat de ‘civiele waarde’ van de leerprestaties centraal staat, is het van belang dat de resultaten vergelijkbaar zijn. EW corrigeert daarom niet voor kenmerken van de schoolpopulatie. De Inspectie van het Onderwijs compenseert sommige scholen wel op basis van kenmerken van de populatie, bijvoorbeeld als een groot deel van de leerlingen afkomstig is uit probleemwijken. Achterliggende gedachte is dat die scholen meer moeten doen om leerlingen het examen te laten halen. Vanwege de gevolgen van coronamaatregelen konden in 2022 geen betrouwbare eindoordelen worden berekend.
Alle scholen die door de Inspectie zijn onderzocht – dat zijn niet alle scholen – , krijgen scores op zogenoemde ‘standaarden’. Op basis van de uitkomst van het onderzoek kregen scholen tot voor kort soms ook een eindoordeel. EW vermeldt de bevindingen van de Inspectie voor de standaarden die zijn onderzocht voor de school als geheel. De meest recente gegevens hebben betrekking op standaarden die zijn onderzocht tot het najaar van 2020. De eindoordelen hebben betrekking tot de periode tot het najaar van 2021. Gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Meer informatie is te vinden op de website van de Inspectie
Hieronder staan alle onderdelen uit het onderzoek Beste scholen uitgelegd.
5. Over de school
Onderwijsvisie en identiteit school
Van elke school is de levensbeschouwelijke grondslag en onderwijsvisie aangegeven. Gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Scholen bedenken steeds weer nieuwe onderwijsconcepten en -profileringen, deze zijn vaak niet geregistreerd bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en bij de Inspectie van het Onderwijs en kunnen dus ook niet worden vermeld in Beste scholen.
Adres school
Dit is het adres van de schoolvestiging. Het adres staat ook met een stip op het kaartje. Gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Informatie over de websites van scholen komt van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
6. Beoordeling
Eindoordeel
Hoe goed is een school in vergelijking met alle andere middelbare scholen? Elke school is beoordeeld volgens drie criteria: (1) de positie van leerlingen in de derde klas ten opzichte van het advies van de basisschool, (2) de onderwijssnelheid in de onderbouw en (3) het bovenbouwsucces. Over de vierde pijler, het examencijfer, zijn door afgelasten van examens geen gegevens beschikbaar.
Op de criteria kunnen scholen drie scores halen: bij de beste 15 procent (‘super’), bij de middelste 70 procent (‘voldoende’) en bij de zwakste 15 procent (‘onvoldoende’).
EW kent normaal gesproken als eindoordeel toe: superschool, goed, voldoende en onvoldoende. Dat oordeel hangt af van de drie scores die een school kan halen op de vier criteria.
EW gebruikt voor de beoordeling van scholen openbare cijfers van de Inspectie van het Onderwijs, maar berekent het oordeel volgens een eigen methode.
7. Onderbouw
Positie in leerjaar 3
Welk onderwijs volgt de leerling in de derde klas: vmbo, havo of vwo? En komt dat overeen met het advies van de basisschool? De onderwijspositie geeft aan in welke mate een school erin slaagt om leerlingen een trede hoger te brengen dan het schooladvies.
De score ‘Saldo onderwijspositie 2018-2021’ is het percentage leerlingen dat hoger uitkwam dan het advies, verminderd met het percentage dat lager uitkwam. Boven 0 wil zeggen dat meer leerlingen een trede hoger uitkwamen dan lager, onder 0 dat meer leerlingen juist lager uitkwamen dan hoger. Precies 0 betekent dat evenveel leerlingen boven als onder het advies uitkwamen, of dat alle leerlingen precies het onderwijs volgen zoals de basisschool adviseerde. Om te corrigeren voor uitschieters in een specifiek jaar, is het gemiddelde saldo berekend over vier schooljaren: 2018-2019, 2019-2020 en 2020-2021. Het gemiddelde is alleen vastgesteld als van ten minste twee jaar gegevens bekend zijn, waaronder het laatst beschikbare jaar. Het EW-oordeel heeft betrekking op dit driejaarsgemiddelde. In de grafiek ‘Ontwikkeling onderwijspositie 2018-2021′ zijn de saldo’s voor de afzonderlijke jaren weergegeven.
Belangrijk: schoolvestigingen zijn alleen vergeleken met vestigingen die dezelfde onderwijssoort(en) aanbieden. Voorbeeld: als een vestiging alleen onderbouw havo-vwo aanbiedt, dan is die alleen met vestigingen van andere scholen vergeleken die ook havo-vwo verzorgen. De onderwijspositie is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Behaalt de school een score die bij de beste 15 procent van alle scholen hoort, dan krijgt de school op dit onderdeel het oordeel ‘super’, scoort de school bij de middelste 70 procent dan is het oordeel ‘voldoende’. Als de school op dit onderdeel tussen de 15 zwakste scholen staat, dan krijgt deze het oordeel ‘onvoldoende’.
De Inspectie van het Onderwijs kent slechts twee oordelen toe: een school kan simpelweg onder of boven een vastgestelde norm scoren. De Inspectie heeft de cesuur voor de norm gelegd bij de laagste 15 procent. De normen worden gecorrigeerd op basis van leerlingenkenmerken.
Onderbouwsnelheid
Hoeveel leerlingen komen zonder zittenblijven in de derde klas? De onderbouwsnelheid toont het percentage leerlingen dat onvertraagd in de bovenbouw begint. Zittenblijvers tellen negatief mee. Ook leerlingen die naar een andere vestiging of school vertrokken zijn meegerekend.
De onderbouwsnelheid is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde is alleen vastgesteld als van ten minste twee jaar gegevens bekend zijn, waaronder het laatst beschikbare jaar. Over dit driejaarsgemiddelde berekent EW drie scores: ‘super’ voor scholen die behoren bij de beste 15 procent, ‘voldoende’ voor de middelste 70 procent en ‘onvoldoende’ voor scholen die behoren tot de zwakste 15 procent.
Ook het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs staat vermeld. Scholen kunnen onder of boven de norm scoren. Deze norm is vastgesteld op 95,5 procent. De normen worden gecorrigeerd op basis het aandeel leerlingen afkomstig uit probleemwijken ofwel ‘armoedeprobleemcumulatiegebieden’ en het aandeel leerlingen dat na verhuizing of overplaatsing van andere scholen kwam.
In de grafiek ‘Ontwikkeling onderbouwsnelheid 2017-2020’ zijn de percentages voor achtereenvolgens de schooljaren 2017-2018, 2019-2020 en 2020-2021 weergegeven.
8. Bovenbouw
Bovenbouwsucces
Hoeveel leerlingen doorlopen zonder zittenblijven de bovenbouw? Het bovenbouwsucces toont het percentage leerlingen dat het diploma haalt, dat overgaat naar een volgende klas van dezelfde schoolsoort dan wel naar eenzelfde of volgende klas van een hogere of een lagere schoolsoort (bijvoorbeeld van vmbo-gt naar havo, of havo naar vwo).
Het bovenbouwsucces is berekend als gemiddelde van drie schooljaren. Het gemiddelde is alleen vastgesteld als van ten minste twee jaar gegevens bekend zijn, waaronder het laatst beschikbare jaar. Over dit driejaarsgemiddelde berekent EW drie scores: ‘super’ voor scholen die behoren bij de beste 15 procent, ‘voldoende’ voor de middelste 70 procent en ‘onvoldoende’ voor scholen die behoren tot de zwakste 15 procent. De normen zijn vastgesteld per schoolsoort. Dus vwo-afdelingen van schoolvestigingen zijn uitsluitend vergeleken met vwo-afdelingen van andere schoolvestigingen.
Ook het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs staat vermeld. Scholen kunnen onder of boven de norm scoren. De Inspectie heeft de cesuur voor de norm gelegd bij de laagste 15 procent. De normen worden gecorrigeerd op basis van leerlingenkenmerken.
In de grafiek ‘Ontwikkeling bovenbouwsucces 2017-2020’ zijn de percentages voor achtereenvolgens de schooljaren 2017-2018, 2018-2019 en 2019-2020 weergegeven.
9. Geslaagd of gezakt
Percentage geslaagden
Hoeveel procent van de leerlingen slaagde in 2021 voor het examen? Alleen leerlingen met examenresultaten zijn meegerekend. EW berekent de slagingspercentages op basis van gegevens afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs.
Profiel- of sectorkeuze
Gegeven zijn de profielkeuzes van havisten en vwo’ers die in 2020 examen deden en de sectorkeuzes van examenkandidaten in het vmbo.
Profielen (havo en vwo):
N&T = Natuur en Techniek
N&G = Natuur en Gezondheid
E&M = Economie en Maatschappij
C&M = Cultuur en Maatschappij
Er zijn ook combinaties van deze profielen mogelijk
Sectoren (vmbo):
Techniek
Zorg en Welzijn
Economie
Landbouw
VMBO-TL = Theoretische Leerweg binnen VMBO-GT
Er zijn ook combinaties van sectoren mogelijk
Zelfstandig gymnasium
Een zelfstandig gymnasium voldoet aan enkele eisen:
- Een eigen schoolgebouw
- Een doorlopend curriculum van de eerste tot en met de zesde klas
- Tenminste twee jaar klassieke talen in de onderbouw
- Leerlingen zitten in het voortgezet onderwijs uitsluitend in een gymnasiumklas
- Latijn en Grieks maken deel uit van het eindexamenprogramma
De zelfstandige gymnasia leggen de lat doorgaans hoog voor hun leerlingen. Omdat alle leerlingen dezelfde schoolsoort volgen, is de populatie naar verhouding homogeen. Het overzicht van zelfstandige gymnasia is afkomstig van Stichting Het Zelfstandig Gymnasium.
10. Extra informatie
Ontwikkeling aantal leerlingen
Het aantal leerlingen per vestiging, van alle schoolsoorten bij elkaar opgeteld. Gegevens over leerlingenaantallen zijn afkomstig van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en hebben betrekking op de periode 2015 tot en met 2021.
Tweetalig onderwijs
Als een school onderwijs in een tweede taal naast Nederlands aanbiedt, staat dit aangeven. Gegevens over tweetaligheid zijn afkomstig van Nuffic, de organisatie voor internationalisering in het onderwijs.
Tweetalig onderwijs (tto) houdt in dat leerlingen bij minimaal de helft van de vakken les krijgen in een vreemde taal, meestal Engels. Tweetalige leerlingen doen uiteindelijk een regulier Nederlands eindexamen en krijgen dan een vwo-, havo- of vmbo-diploma. Scholen moeten dus voldoen aan de reguliere eisen van de Nederlandse overheid.
Cursussen Engelse taal
Veel scholen bieden leerlingen de mogelijkheid om een cursus Engelse taal te volgen die resulteert in een internationaal erkend certificaat. De examens worden afgenomen onder toezicht van twee organisaties: Cambridge Assessment English en Anglia. Het overzicht van deelnemende scholen is afkomstig van deze organisaties.
Technasium
Technasiumleerlingen op havo en vwo krijgen extra bèta-technisch onderwijs. Het vak Onderzoek & Ontwerpen (O&O) staat centraal, een erkend eindexamenvak waarvoor leerlingen in teams werken aan een praktische en actuele bèta-technische opdracht.
Het technasium start vanaf de brugklas. Binnen het technasiumonderwijs ontwikkelen leerlingen competenties en vaardigheden zoals creativiteit, ondernemerschap, samenwerken, inventiviteit, communicatie, plannen, projectmatig werken, organiseren en proces- en kennisgericht werken. Gegevens zijn afkomstig van Stichting Technasium.
11. Bevindingen van de Inspectie
De eerste verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de scholen ligt bij de besturen waartoe die behoren. De Inspectie van het Onderwijs gaat wel langs bij afzonderlijke scholen, bijvoorbeeld als er signalen zijn van risicovolle situaties of juist omdat de school wil laten blijken dat het uitblinkt (en om in aanmerking te komen voor het predicaat ‘goed’). Ook bezoekt de Inspectie bij wijze van steekproef regelmatig scholen.
Alle scholen die door de Inspectie zijn onderzocht – dat zijn dus niet alle scholen – , krijgen scores op zogenoemde ‘standaarden’. Op basis van de uitkomst van het onderzoek kregen scholen tot voor kort soms ook een eindoordeel. Op de website staan de bevindingen van de Inspectie voor de standaarden die zijn onderzocht. In de afgelopen jaren werden verschillende kaders met standaarden gehanteerd door de Inspectie. Op de website staan de beschrijvingen vermeld die de Inspectie hanteert.
De meest recente gegevens hebben betrekking op standaarden die zijn onderzocht tot het najaar van 2020. De eindoordelen hebben betrekking tot de periode tot het najaar van 2021. Gegevens zijn afkomstig van de Inspectie van het Onderwijs. Meer informatie is te vinden op de website van de Inspectie