Ook na de beëindiging van de oorlog op 10 november 2020 bleef de Armeense regering stappen zetten die schadelijk zijn voor de vrede. Azerbeidzjan daarentegen bleef zijn verplichtingen nakomen, schrijft Fikrat Akhundov, ambassadeur van Azerbeidzjan in Nederland, in reactie op het interview in EW met de Armeense ambassadeur.
‘De laatste tijd groeit de belangstelling van Europa voor de Zuidelijke Kaukasus. Dit is voornamelijk te danken aan de succesvolle deelname van Azerbeidzjan, het grootste land in de Zuidelijke Kaukasus, aan transport-, energie- en veiligheidsprojecten met de Europese Unie. De dertigjarige bezettingspolitiek van de Armeniërs, die de volledige en alomvattende samenwerking van de landen van de Zuidelijke Kaukasus met Europa belemmerde, eindigde eind 2020. Azerbeidzjan bevrijdde zijn historische grondgebied Nagorno-Karabach en zeven omliggende regio’s, en ongeveer 1.000.000 Azerbeidzjaanse vluchtelingen en intern ontheemden kregen een mogelijkheid om naar hun geboorteplaats terug te keren.
Fikrat Akhundov (1966) is sinds februari 2020 de ambassadeur van Azerbeidzjan in Nederland.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Maar de bevrijding door Azerbeidzjan van zijn grondgebied van de Armeense bezetting in overeenstemming met vier resoluties van de VN-Veiligheidsraad (822, 853, 874 en 884), het herstel van de grenzen en de totstandbrenging van vrede, werd met woede en diepe bezorgdheid ontvangen door de parlementen van een aantal Europese landen. Frankrijk en de Benelux-landen, met name Nederland, onderscheiden zich door hun activiteit. Sommige parlementariërs van de Nederlandse populistische partijen, beïnvloed door de Armeense lobby, hebben elf ongekende resoluties tegen Azerbeidzjan aangenomen om de stemmen van de Armeense kiezers te krijgen bij de parlementsverkiezingen van maart 2021.
Sommige afgevaardigden verspreidden zelfs racistische, nationalistische en chauvinistische gevoelens tegen Azerbeidzjan op sociale netwerken, en verborgen niet dat het land banden heeft met de Armeense lobby.
In een recent interview in EW zegt de Armeense ambassadeur in Den Haag, Tigran Balayan, dat Europa sancties moet opleggen aan president Aliyev en zijn echtgenote. ‘Europa sluit zijn ogen voor alles wat er is gebeurd.’ Lees hier het hele interview.
Misbruik van vrijheid
van meningsuiting
Tegelijkertijd lanceerde de Armeense diaspora van de Benelux-landen een lastercampagne tegen Azerbeidzjan, misbruik makend van waarden als de vrijheid van meningsuiting in Nederland voor hun eigen belangen. Geen van deze resoluties van het Nederlandse parlement veroordeelde de herhaalde Smerc-raketaanvallen door Armenië op Azerbeidzjaanse steden als Ganja, Barda en Tartaar, gelegen ver van het conflictgebied. Daarnaast zwegen deze resoluties over het grote aantal doden onder Azerbeidzjaanse burgers en de vernietigde historische, culturele en religieuze monumenten, en bevestigden daarmee de oneerlijkheid van het parlement.
Het is jammer dat de in het buitenland wonende Armeense gemeenschap meer tegen Azerbeidzjan optreedt dan propaganda voor hun vaderland voert. En sommige Europese politici, onder wie ook Nederlandse die onder invloed van deze lobby staan, staan hen hierin nauw bij. Dit belemmert op zijn beurt de totstandkoming van vrede in de Zuidelijke Kaukasus en blaast het conflict in Nagorno-Karabach nieuw leven in.
Lees deze blog van Robbert de Witt: Nederlaag op nederlaag: het beklagenswaardige lot van Armenië
Ondanks al deze obstakels heeft Azerbeidzjan nieuwe projecten gelanceerd in de bevrijde gebieden. Dit zijn projecten zoals groene energie en ecologie, moderne infrastructuurprojecten, ecotoerisme en biologisch voedsel, die momenteel relevant zijn voor Europa in het bijzonder en de wereld in het algemeen. Voor het eerst sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie is er een historische kans om de Azerbeidzjaans-Armeense grens te openen, Armenië te laten profiteren van regionale projecten en vertrouwen tussen de mensen op te bouwen.
De nationalistische en revanchistische krachten in Armenië willen dit echter niet toestaan. Armenië, dat geen onafhankelijk beleid kan voeren, bevindt zich dus al lange tijd in een economische en sociale crisis. Als gevolg van nationale onverdraagzaamheid is de demografische situatie in Armenië, dat een mononationaal land met weinig arbeidsplaatsen is geworden, verslechterd.
Bedreiging voor vrede en stabiliteit
Het is niet verrassend dat in het rapport van het ministerie van Diasporazaken van de staat Israël – dat gaat over de staat van het antisemitisme in de wereld in 2020 – werd opgemerkt dat antisemitische tendensen in Armenië onlangs zijn toegenomen, alsmede etnisch-religieuze aanvallen op Joden. Dergelijke situaties vormen een bedreiging voor de totstandbrenging van vrede en stabiliteit in de regio. Politieke terreur in Armenië sinds november vorig jaar, de fatale mishandeling van de parlementsvoorzitter, de inname van het parlementsgebouw, en de bedreiging van politici en parlementsleden die vrede willen sluiten met Azerbeidzjan, staan de uitvoering van dergelijke projecten in de weg.
Als gevolg van de politieke crisis en economische, demografische, sociale en financiële spanningen richtte het Armeense volk zich op de arbeidsmarkten van Rusland en Turkije. Familieleden van de politieke elite die het Armeense volk in deze situatie heeft gebracht, met name Anna Hakobyan, de vrouw van premier Nicol Pashinyan, riepen Armeense vrouwen op om oorlog te voeren met Azerbeidzjan, maar zijzelf en haar twee dochters brachten de nacht door in de dure restaurants in Moskou, waar ze op zoek waren naar een duur appartement. Ontevreden vertrekt de First Lady van Armenië naar Los Angeles om haar verjaardag te vieren, wat de gewone Armeniërs boos maakt. Lokale Armeniërs houden piketten tegen haar op de luchthavens van Moskou en Los Angeles.
De Armeense regering, die door dergelijke maatregelen haar bevolking heeft verarmd, moet eerst afstand doen van haar territoriale aanspraken op drie van haar vier buren en haar bevolking wakker schudden uit de droom van de oorlogspartij over ‘Groot-Armenië, dat in de oudheid tussen de drie zeeën lag’.
Niet terug naar hun vaderland
Volgens berekeningen van de Verenigde Naties krimpt de bevolking van het huidige Armenië, de meest mononationale republiek van de voormalige USSR. Er wonen 8 miljoen Armeniërs buiten Armenië, dat een bevolking heeft van 2,7 miljoen, maar die willen niet terugkeren naar hun vaderland.
In tegenstelling tot Armenië kan Azerbeidzjan in de Zuidelijke Kaukasus, inclusief Georgië, wel als een multicultureel land in de regio worden beschouwd. Ondanks de religieuze verschillen tussen de islam en het christendom in Azerbeidzjan en Georgië, hebben deze landen sinds de oudheid in vrede geleefd en hebben ze in de geschiedenis nooit een oorlog of territoriale claim gehad. In beide landen worden zowel kerken als moskeeën getolereerd door de staat en de bevolking. Azerbeidzjan is ook de thuisbasis van 30.000 Joden, de grootste Joodse gemeenschap in de islamitische wereld en de Zuidelijke Kaukasus. Samen met moskeeën, synagogen, katholieke en orthodoxe kerken worden Duitse, Georgische en Armeense kerken beschermd door de staat in Azerbeidzjan. De paus, die Azerbeidzjan twee keer heeft bezocht, zei dat het land een voorbeeld van tolerantie is.
Ondanks de hervestiging van Armeniërs in de Zuidelijke Kaukasus, vooral in Azerbeidzjan en de Nagorno-Karabach-regio van Azerbeidzjan, vanuit Iran en Turkije, toonde het Azerbeidzjaanse volk zijn tolerantie voor Armenië. Na de ineenstorting van het Russische rijk in 1918, tijdens de eerste republiek Azerbeidzjan, werd de oude Azerbeidzjaanse stad Jerevan door Azerbeidzjan afgestaan aan Armenië, zodat Armenië daar een eigen staat kon vestigen. Er zijn ook historische documenten over. Tegenwoordig wonen er, behalve in Karabach, dat na dertig jaar werd bevrijd van de Armeense bezetting, ongeveer 30.000 Armeniërs in de Azerbeidzjaanse hoofdstad Baku en Ganja.
Volkomen ongegrond
Opgemerkt moet worden dat na de tripartiete verklaring die op 10 november 2020 werd ondertekend op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders van Azerbeidzjan, Armenië en Rusland, humanitaire kwesties werden geïmplementeerd en dat Azerbeidzjan zijn verplichtingen bleef nakomen en 66 Armeense krijgsgevangenen heeft teruggestuurd naar Armenië.
Armenië blijft echter stappen ondernemen die schadelijk zijn voor de vrede. Nadat de oorlog was geëindigd, op 26 november 2020, kwam een terroristische sabotagegroep van 62 mensen in het geheim het grondgebied van Azerbeidzjan binnen vanuit Armenië en probeerde een terroristische operatie uit te voeren. Deze terroristische groep doodde vier militairen van de Azerbeidzjaanse strijdkrachten en verwondde twee militairen en één burger. De sabotagegroep werd aangehouden door Azerbeidzjan en tegen hen werd een strafzaak aangespannen in overeenstemming met de wetgeving van de Republiek Azerbeidzjan. De poging van Armenië om de personen die na het einde van de oorlog op het grondgebied van Azerbeidzjan zijn geplaatst, met het bevel tot het plegen van terreurdaden op het grondgebied van Azerbeidzjan, als krijgsgevangenen te beoordelen, is in overeenstemming met het internationaal recht, volkomen ongegrond.’