Soms is het noodzakelijk om afgeleid te worden. In donkere en ongewone dagen moet er een mogelijkheid zijn om aan het alledaagse te ontsnappen. Daarbij is de kunst van verleiding cruciaal. Het mondiale geweld overheerst onze emoties. En dat is gevaarlijk en onwenselijk. Daarom wil Afshin Ellian u eens verleiden en breken met het alledaagse.
Vandaag ga ik het niet hebben over de ellende die door Europa raast. Ik weet het: we worden er moe van om telkens te zeggen: we waarschuwden jullie voor de massale ongecontroleerde migratie, over de deal met Turkije die later als een businessplan of een verdienmodel zou gelden voor alle schurkenstaten in Noord-Afrika en het Midden-Oosten. En over de gevaren van het salafisme voor Europa enzovoort.
Ik verlang naar de warmte, het normale. Daartoe moet ook u worden verleid.
De wedergeboorte van hoop
Ik wil u verleiden om ondanks de terreur vrolijk te zijn. Kerstmis is eigenlijk bedacht om een breuk te creëren met de duisternis, met de kille atmosfeer. Alles wordt mooi, warm en dragelijk. Ja, zeggen sommigen dan: dat is maar schijn. Nee, dat is het niet.
Het gaat om de verleiding, of in elk geval de kracht van de verleiding. Tijdens Kerstmis worden we opgeroepen om de realiteit te overstijgen. Zelfs tijdens de grote oorlogen, aan de frontlinies was Kerstmis een moment van bewust gekozen vergetelheid: de stilte doet de oorlog (voor even) vergeten.
De wedergeboorte van hoop, daar gaat het om. Hoop bevordert de strijdlust en ook de kracht om het duistere te relativeren. Daarover schreef de Duitse dichter Friedrich Hölderlin (1770-1843) dit mooie gedicht:
O Hoop! gij schone! vriendelijk-bezige!
gij die het huis der treurenden niet versmaadt
en gaarne dienend, eedle! Tussen
hemelse machten en ’t hart bemiddelt,
Onverklaarbare weemoed
Kerst is meer dan een religieuze gebeurtenis. Het brengt saamhorigheid. Ook bezinning hoort bij deze tijd. Niet toevallig hebben de mooiste boeken van Charles Dickens betrekking op Kerstmis. De kerstverhalen hebben nooit de realiteit veronachtzaamd: ze laten juist zien dat er armoede, ellende en andere inhumane toestanden zijn.
Ze roepen op tot moreel handelen en humaniteit. In de kerstverhalen is Kerstmis een breuk met de duistere inhumaniteit. De Russische dichter Joseph Brodsky (1940-1996), de meester uit Rusland, verweeft in zijn gedicht Kerstromance (uit 1962) de onverklaarbare weemoed met de menselijkheid die zal komen.
Er vaart in weemoed onverklaarbaar
een trieste zanger door de straten
(…)
Jouw Oud en Nieuw drijft onafwendbaar
de donkerblauwe stadzee binnen,
het vaart in weemoed onverklaarbaar,
alsof we ’t leven herbeginnen,
alsof er roem zal zijn, geen kommer,
voldoende brood en rijke dromen,
alsof naar rechts het leven schommelt,
van links gekomen.
Niemand, ook Brodsky niet, zal ontkennen dat in weemoed het onverklaarbare schuilt. Kerstmis is een groot, maar een betekenisvol ‘alsof’. In dit alsof schuilt een noodzakelijk moment, een moment van vergetelheid. Wat is dit alsof?
Uit Kerst ontspruit hoop
Een overvloed aan historisch besef, is, leerde ons Nietzsche, even gevaarlijk voor de mens als het ahistorische bewustzijn: ‘Er is altijd één ding waardoor geluk geluk wordt: Het kunnen vergeten, of wetenschappelijker uitgedrukt, het vermogen tijdens de duur van het geluk onhistorisch te voelen. Wie niet op de drempel van een ogenblik kan plaatsnemen en heel het verleden kan vergeten, wie niet in staat is als een overwinningsgodin zonder vrees en zonder duizeling op één punt te staan, zal nooit weten wat geluk is of erger nog: hij zal nooit iets doen dat anderen gelukkig maakt.’
De voorwaarde voor dat gelukmoment is dus een alsof, dat een nieuw begin mogelijk maakt.
Kerst is een groot alsof waaruit hoop ontspruit.
Laten we Kerstmis juist nu vieren! Ik wens iedereen vrolijke dagen.