Zo werden Brabanders en Limburgers Nederlanders

Opening carnavalsseizoen. Foto:ANP

Het is nog niet zo lang geleden dat Noord-Brabant en Limburg weinig moesten hebben van Nederland. Inmiddels is de steun voor partijen die staan voor nationale soevereiniteit juist in die provincies opmerkelijk groot. Vooral de verzorgingsstaat heeft de Nederlandse natiestaat in deze provincies populair gemaakt.

De overgrootouders van een Limburger die anno nu de Nederlandse vlag uithangt, zouden zich omdraaien in hun graf. De Hollandsche of Staatse vlag (het rood-wit-blauw) was niet bepaald populair in Limburg en Noord-Brabant. In de negentiende eeuw hielden de Limburgers zelfs illegaal een referendum en stemden daarin vóór aansluiting bij België. Net als tegenwoordig met legale referenda trok Den Haag zich ook toen al niets aan van de uitslag. Met terugwerkende kracht tot vreugde van de meeste Limburgers.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

PVV en SP

Limburg en Noord-Brabant zijn de thuisprovincies van respectievelijk de PVV en SP, partijen die de macht van het Hollandse Den Haag willen vergroten en die van de Europese Unie in het nabije Brussel willen verkleinen. Van anti-Hollands en anti-Haags zijn de inwoners van deze provincies in een paar generaties 180 graden gedraaid en pro-Nederland geworden. In van oudsher pro-Nederlandse provincies als Overijssel, Friesland, delen van Gelderland en  van Zeeland hebben deze partijen minder aanhang en wordt meer op pro-EU-partijen gestemd. Hoe komt dat?

De voormalige generaliteitslanden Noord-Brabant en Limburg lagen beneden de grote rivieren. Die natuurlijke barrière werd in de negentiende eeuw geslecht door opeenvolgende koningen, zoals emeritus hoogleraar Auke van der Woud prachtig heeft beschreven in zijn boek Een nieuwe wereld (2006).

Grens van prikkeldraad

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bracht een volgende vernederlandsing. België was het slagveld van die oorlog, het pro-Duitse Nederland bleef formeel neutraal. De Duitsers sloten de grens af met prikkeldraad en de Koninklijke Marechaussee bewaakte grens strenger. Zo waren de rivieren in het noorden geslecht en werd de weg naar het zuiden afgesloten. Fysiek was Nederland één.

De grootste slag kwam in de jaren vijftig, zestig en zeventig van de afgelopen eeuw. Net als de rest van het land kreeg het lang armoedige en volkrijke zuiden van premier Willem Drees (PvdA, premier van 1948 tot 1958) sociale voorzieningen, zoals het staatspensioen AOW. De PvdA werd daardoor steeds populairder. De in het zuiden dominante Katholieke Volkspartij wist niet hoe snel zij de populaire sociaal-democratische voorstellen moest kopiëren om geen kiezers te verliezen. De bijna altijd samen besturende PvdA en KVP bouwden zo, tegen elkaar opbiedend, in razend tempo de verzorgingsstaat verder uit.

Plots was Den Haag voor Noord-Brabanders en Limburgers niet meer de stad waar de vooral protestantse marechaussees vandaan kwamen, die al knuppelend in het zuiden het gezag afdwongen: Den Haag werd de stad waar het geld vandaan kwam.

Nationalisme van God

NRC Handelsblad-commentator J.L. Heldring merkte in een interview met Elsevier in 2013 op: ‘Merkwaardig genoeg is de nationale overheid sterker dan vroeger. In de negentiende eeuw waren landen ook democratieën en bleef de taak van de regering beperkt tot het waarborgen van binnenlandse en buitenlandse veiligheid. De verzorgingsstaat bindt de burger sterker aan het eigen land en de regering. Dat is een veronachtzaamd verschijnsel. De verzorgingsstaat heeft een nieuw nationalisme versterkt. Niet het nationalisme van God, koninkrijk en Oranje, maar een nationalisme van belangen.’

Het nationalisme of patriottisme van God, koninkrijk en Oranje leeft sterk in protestants-christelijke delen van Nederland, veelal de provincies van de oude Republiek. Grof gezegd afficheren zij zichzelf als Nederlanders, ook als de verzorgingsstaat-arrangementen iets minder zijn en de EU machtiger wordt. Het is loyaliteit die beperkt hoeft te worden gekocht. Een Fries was in 1600 ook al een Nederlander, zonder verzorgingsstaat.

In het zuiden ligt dat ietsje anders. Daar heeft de verzorgingsstaat meer dan elders de burgers verbonden met de natiestaat. De nabijheid van de grens helpt een handje. Een blik aan de andere kant, meestal voor goedkopere brandstof en restaurants, biedt Noord-Brabanders en Limburgers zicht op een onaantrekkelijker Duits en Belgisch alternatief.

Het belangennationalisme van Heldring heeft zich overal in Nederland diep verankerd, maar in het zuiden staat het centraler als drager van de Nederlandse identiteit. Belangen als een prettige verzorgingsstaat worden bedreigd door de verwatering van de Haagse macht ten gunste van Brussel, Frankfurt, Luxemburg en Straatsburg. Hoofdzorg: Europese en buiten-Europese immigratie door open grenzen. Deze immigratie leidt én tot arbeidsconcurrentie en daardoor lagere salarissen én tot concurrentie bij sociale huurwoningen en andere voorzieningen.

Immigratie

Ook bezuinigingen op de verzorgingsstaat zijn het directe gevolg van immigratie, want vooral niet-Europese immigranten maken daar overmatig gebruik van en dragen te weinig bij om hun eigen kosten te dekken. Ook het stabiliteits- en groeipact van de euro leidt tot permanente druk op de verzorgingsstaat. Het kabinet-Rutte II saneerde overhaast om aan de euroregels te voldoen. In bejaardenhuizen weten ze alles van de gevolgen.

Een Noord-Brabander of Limburger is enthousiast Nederlander geworden, want dat kwam financieel goed uit. Nu dat hem of haar dreigt te ontglippen, wordt de Nederlandse driekleur gehesen als markering tegen de anderen – immigranten, EU – en wordt Den Haag via de stembus opgeroepen macht terug te halen uit Brussel.

Dit begrijpelijke belangennationalisme wordt aangevuld met een vreemde paradox. Noord-Brabant en Limburg waren lang straatarm, maar inmiddels draaien hun economieën uitstekend, veel beter dan die van minder rebellerende provincies als Friesland en Zeeland. Nogmaals Heldring: ‘Revoluties ontstaan wanneer het een tijd goed gaat en mensen perspectief hebben en dat perspectief vervolgens – door welke omstandigheid ook – wegvalt. Mensen zijn gewend aan de verzorgingsstaat, en die wordt bedreigd. Dat levert een potentieel revolutionaire situatie op.’

Hoeders van de verzorgingsstaat

Zo zorgt een combinatie van elementen ervoor dat in het zuiden veel steun is voor PVV en SP – beide verzorgingsstaathoeders, anti-EU en al dan niet heimelijk kritisch over de protestantse en pro-Europese Oranjes. Niks God, koninkrijk en Oranje, maar sociale huurwoning, een goed pensioen en geen buitenlanders.

De PVV en SP zijn overigens ook populair in de Zuid-Hollandse steden, niet geheel toevallig het thuis van nazaten van vooral Noord-Brabanders. Dat wis je niet in een paar generaties uit.

Al met al zal Den Haag moeten blijven leveren. Anders vervaagt de loyaliteit. De commissarissen van de Koning in Noord-Brabant en Limburg flirten openlijk met Brussel (EU) als alternatief voor Den Haag en als pressiemiddel tegen de regering. Scherp geformuleerd: waar het geld vandaan komt, maakt de zuiderling niet uit, als het maar komt. Belangennationalisme gaat nu eenmaal minder diep dan cultureel nationalisme.