Dat een Poolse man die vier jaar geleden in Limburg een ouder echtpaar en hun 2-jarige kleindochter doodreed al na de helft van zijn straf vrijkwam, is een klap in het gezicht van de nabestaanden. De man kreeg vorige maand strafonderbreking omdat zijn vriendin in Polen ging bevallen. Aangezien hij geen officiële verblijfsstatus in Nederland heeft, mag hij daarna het land niet meer in.
In het strafrecht gaat terecht steeds meer aandacht uit naar het slachtoffer, maar in dit geval staan de nabestaanden in de kou. De beslissing van de Raad voor Strafrechttoepassing is volgens de regels, maar dit kan nooit de bedoeling zijn. Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD) van Veiligheid en Justitie maakte vergeefs bezwaar.
Hele zaak verdient geen schoonheidsprijs
De hele zaak verdiende al geen schoonheidsprijs. De man veroorzaakte het dodelijke ongeval door op een kronkelige weg te hard te rijden. Hij verloor de macht over het stuur en schepte het fietsende stel met hun kleinkind.
Aanvankelijk kreeg de man slechts een taakstraf. In hoger beroep werd dat 15 maanden gevangenisstraf. Iedere gedetineerde heeft recht op strafonderbreking, maar deze man profiteert nu van het feit dat hij daarna niet meer het land in mag. Die uitleg is juridisch juist, maar blijft absurd. Een straf heeft naast beveiliging van de samenleving ook vergelding en generale preventie (voorbeeldfunctie) als doel. De wet pakt nu wet wel heel voordelig uit voor de Pool.
Wetgeving kan onmogelijk rekening houden met alle uitzonderingen op de regel. Maar in dit geval zou er een artikel aan de wet moeten worden toegevoegd dat voorkomt dat mensen zonder verblijfsstatus profiteren van een gat in de wet. Dat ondergraaft het vertrouwen van burgers in de rechtspleging en uitvoering van straffen. Werk aan de winkel voor de politiek.