Brussel, bemoei je niet met Nederlandse pensioenen

Mario Draghi van de ECB en Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie. Foto:EPA

Pensioenen kunnen maar beter uit handen van politici blijven. Maar na Den Haag bemoeit ook Brussel zich steeds meer met het gespaarde pensioengeld van (oud-)werknemers. De euro gaf de pensioenen al een klap, de vrijheid beperkende Europese pensioenrichtlijn kwam daar bij en nu wil de Europese Commissie een Europees pensioen introduceren.

Meer nieuws, elke dag in je inbox? Meld je aan voor onze nieuwsbrief >>

Van al het kapitaal in pensioenfondsen in de Europese Unie – minus het vertrekkende Verenigd Koninkrijk – is zo’n 60 procent van Nederlanders. Dat lijkt mooi en dat is het tot op zekere hoogte ook. Deze pot van zo’n 1.400 miljard euro staat voornamelijk onder controle van regering, werkgevers en vakbonden en is gebonden aan allerlei nationale en Europese regels. De eigenaren van het geld, de zogenoemde pensioendeelnemers, hebben er niet of nauwelijks iets over te zeggen.

Dat leidt tot vreemde situaties. De Belgische Europarlementariër Guy Verhofstadt (OpenVLD) was commissaris bij APG, de uitvoerder van Nederlands grootste pensioenfonds ABP. Hij verkondigt opvattingen zoals het bijdrukken van euro’s die ingaan tegen de belangen van pensioendeelnemers. Pensioenfondsen bieden mooie baantjes voor (oud-)politici van wie niet duidelijk is wat pensioendeelnemers daar aan hebben.

Als de eigenaren niet aan tafel zitten, is het niet moeilijk om te bedenken dat diegenen die dat wel doen zomaar gemene zaak kunnen maken. Dat deden regering, werkgevers en vakbonden al en daar komt de Europese Unie de laatste jaren bij. Het wurmt zich met regels, richtlijnen en initiatieven voor Europese pensioenen ook aan tafel.

Pensioen is uitgesteld salaris

In Nederland is de situatie als volgt. Pensioen is uitgesteld salaris. Het is salaris dat werknemers niet maandelijks krijgen, maar na hun pensionering. Als pensioenfondsen genoeg geld in kas hebben om hun verplichtingen te voldoen, storten werkgevers minder geld in de fondsen. Zo wordt het salaris verlaagd. Dit is in de jaren tachtig, negentig en in deze eeuw veelvuldig gebeurd. De winnaars zijn de werkgevers. Het rijk is als grootste werkgever de grootste winnaar. Al moet gezegd dat pensioenpremies in goede tijden vaak zijn verlaagd, waardoor ook werknemers profiteerden.

Daarnaast verplicht De Nederlandsche Bank als toezichthouder pensioenfondsen om prudent beleid te voeren. In de praktijk betekent deze op zich begrijpelijke verplichting om grootschalig in staatsobligaties en vooral in euro’s te beleggen. Gezien de lage rente op staatsobligaties profiteren vooral de ministers van Financiën in de eurozone hiervan. Zo ontstaat er een transfer van geld van pensioendeelnemers naar nationale schatkisten. Deze lage rente is slecht voor de dekkingsgraden van pensioenfondsen die daarop de premies voor de pensioendeelnemers en bijdragen van werkgever verhogen. Ook dwingt het pensioenfondsen om op bijvoorbeeld de beurs meer risico’s te nemen om het verlies aan rente-inkomsten op obligaties te compenseren.

Dan het Europese machtsspel. Alle burgers van EU-landen krijgen een nationaal staatspensioen, in Nederland is dat de AOW. Daarnaast hebben sommige werknemers een bedrijfspensioen, zoals in Nederland. Maar bijvoorbeeld in Duitsland investeren werknemers privé massaal in commerciële pensioenproducten en in onder meer Italië investeren werknemers geld in vastgoed en leven na hun pensionering van de huurinkomsten. Dat de Italianen dit zo doen is omdat ze overheden en instituties niet vertrouwen. Een huis is niet af te pakken, een pensioenspaarpot wel. Ter vergelijking, Nederlandse huishoudens hadden in 2015 een (hypotheek)schuld van 277 procent van hun jaarinkomen, Italiaanse huishoudens 89 procent, meldt de OESO.

De Europese spaarders zijn de klos

De lage rente die de Europese Centrale Bank (ECB) heeft vastgesteld is nadelig voor de Nederlandse pensioendeelnemer wiens pensioenfonds rente-inkomsten nodig heeft. Ook de Duitser die privé spaart moet maar hopen dat zijn of haar verzekeringsmaatschappij niet failliet gaat, want die hebben het door de lage rente moeilijk. Maar voor de Italiaan die huurinkomsten geniet, is dit geen probleem. Sterker nog, een eventuele hypotheek op pensioenvastgoed wordt met lage rente goedkoper. Zo zijn al tientallen zo niet honderden miljarden euro’s van noord naar zuid gegaan. 

Naast de binnenlandse transfer van (uitgesteld) salaris naar de rijksoverheid en werkgevers leidt de euro zo tot een Europese transfer van spaarders zoals Nederlandse pensioendeelnemers naar EU-inwoners die hun pensioen niet of anders hebben georganiseerd. Daarbij komt dat de grootschalige gelddrukkerij van de ECB probeert de inflatie aan te jagen. Inflatie betekent dat schulden en spaargeld verdampen. De spaarders zoals Nederlandse pensioendeelnemer zijn dan de klos. Dat is al het geval. Pensioenen kunnen niet worden verhoogd door te lage dekkingsgraden bij de pensioenfondsen terwijl de – matige – inflatie hun koopkracht uitholt.

De EU streeft naar Europese pensioenfondsen

Behalve deze gevolgen van de euro door het ECB-beleid en de pensioenrichtlijn die de vrijheid van pensioenfondsen beperkt, wil de Europese Commissie nog iets nieuws: Europese pensioenfondsen omdat slechts een kwart van de EU-inwoners een aanvullend pensioen zou hebben. De Commissie wil dat alle EU-inwoners geld in deze pensioenfondsen (uitgevoerd door commerciële partijen) kunnen stoppen zonder dat deze inleg nationaal wordt belast. Belastingvrij sparen voor het pensioen aldus, net zoals nu in Nederland ook deels kan. Verplicht is het overigens niet maar wat niet is kan nog komen, zo leert de EU-geschiedenis ons.

Het Commissie-enthousiasme voor Europese pensioenfondsen is niet verwonderlijk. Wie nationaal belastingvrij kan sparen en dat geld als gepensioneerde een Europees pensioen terugkrijgt is vanzelf positiever over de EU, zo is de gedachte. Daarnaast wil de Commissie dat burgers van EU-landen niet sparen voor hun oude dag door bijvoorbeeld geld op een rekening te zetten of de hypotheek af te lossen maar dat het geld wordt geïnvesteerd in de Europese economie. Zo moeten de pensioenfondsen aanjagers worden van economische groei. Naast de geldbijdrukkerij door de ECB en andere EU-initiatieven moet zo nog meer geld in de economie worden gestopt.

Voor sommige academici die in verschillende EU-landen werken en EU-medewerkers bestaat overigens al een Europees pensioenfonds.

Grieken en Italianen leven langer dan Nederlanders

De Commissie spreekt van het ‘pan Europees spreiden van risico’s’. Dat kan ook worden uitgelegd als: Grieken en Italianen leven langer dan Nederlanders. Dat betekent dat er een nieuwe transfer van noord naar zuid wordt geïntroduceerd. Mogelijk zijn er twee aantrekkelijke elementen. Belastingvrij inleggen is op zich fijn en concurrentie tussen EU-pensioenfondsen en nationale pensioenfondsen zou kunnen leiden tot betere prestaties en meer vrijheid en invloed voor Nederlandse pensioendeelnemers.

Maar dan zouden de Nederlandse pensioendeelnemers de mogelijkheid moeten krijgen om over te stappen en die mogelijkheid bestaat niet. Dat wil Den Haag niet want de pensioenpotten bleken al meermalen handige reservoirs van geld als de regering weer eens geld tekort kwam. Het is niet onlogisch dat de Commissie – al is het dan bij commerciële partijen – op Europees niveau ook dit soort reservoirs wil. Ook commerciële partijen kunnen met regels worden gedwongen geld te beleggen op een manier die de Commissie politiek gewenst acht.

Al met al wordt voor Nederlandse pensioendeelnemers voorlopig geen enkel probleem opgelost. Pensioenverlies door de euro, gebrek aan zeggenschap en keuzevrijheid – het blijft nationaal en Europees een moeizame zaak.