Ooit waren de columnisten gezaghebbende denkers of satirici. De belangrijkste columnisten worden geacht in harnas te sterven. Daarbij denk ik aan Jan Blokker of Henk Hofland. De columnisten representeren verschillende denkrichtingen in een samenleving: rechts, links, conservatief, progressief, postmodern, modern et cetera. Je hebt serieuzere en minder serieuzere columnisten. Bij sommigen gaat het alleen maar om de vorm. Bij anderen gaat het alleen maar om de inhoud.
De kranten hebben tegenwoordig te veel columnisten en dat brengt ze vaak in problemen. Omdat niet iedereen een goede columnist kan zijn. Vooral de columnisten die alleen willen provoceren om te provoceren, brengen zichzelf en het medium in diskrediet. En als ze bekende Nederlanders zijn, wordt het voor het medium heel moeilijk om ze in toom te houden. Er is nog een ander probleem. De media neigen ertoe om niet loyaal te zijn met hun eigen columnisten. Dat laatste is commercieel gezien niet slim. Lezers houden niet van de hoofdredacteuren die ze van hun columnist beroven.
Een extensie in de marge van de werkelijkheid
Een goede columnist is een extensie in de marge van de werkelijkheid. Natuurlijk zijn er ook goed geïnformeerde en intelligente columnisten die de contouren van toekomstige gebeurtenissen kunnen ontvouwen. Dit zijn dan de topcolumnisten. Dit is een beperkt gezelschap dat ook over andere bijzondere kwaliteiten beschikt. De rest bestaat uit gewone columnisten. Maar er zijn te veel gewone columnisten en dat is weer niet goed voor de kwaliteit.
Tegenwoordig moeten columnisten ook nog verschillende etnische groepen representeren. Ikzelf representeer geen enkel etnische groep. Ik kan nauwelijks mezelf representeren. Hooguit behoor ik tot de nieuwe Nederlanders. Dat is een moeilijk af te bakenen groep. En dit is de reden dat de meeste redacties de mist ingaan. Zo denken sommige hoofdredacteuren dat hun krant iemand van Marokkaanse of Turkse afkomst moeten hebben. Anderen denken weer dat ze iemand met een hoofddoek als columnist moeten hebben. Dit zijn oneigenlijke redenen om iemand tot columnist te bevorderen.
De hoofddoek is slechts symbool van het geloof
Een hoofddoek voegt niets toe aan de kwaliteit van iemand. Van een hoofddoek wordt niemand een betere of slechtere schrijver. Een hoofddoek representeert evenmin een etnische groepering. Het is slechts een symbool van geloof in Allah en zijn wetten omtrent de kledingvoorschriften voor vrouwen. Na 9/11 en vooral na de komst van Ayaan Hirsi Ali in de politiek zijn de Meiden van Halal bedacht. Het was niks, het werd niks. Want als iemand met een hoofddoek het geloof wil aanprijzen, mag zij zich eigenlijk niet laten gebruiken voor het politieke amusement van ongelovigen. De Meiden van Halal maakten instrumenteel, zakelijk gebruik van hun eigen hoofddoek. Jammer dat er geen Meiden van Haram (het verbodene) waren bedacht.
Algemeen Dagblad (AD) heeft haar gehoofddoekte columniste ontslagen. Hanina Ajarai schreef een column onder de noemer ‘wat mij bezighoudt’. Dat waren diverse zaken. Volgens de Volkskrant hoopte Ajarai ‘naar eigen zeggen het podium in de krant te kunnen gebruiken om “de kloof tussen witte Nederlanders en Nederlanders van kleur” te dichten’. Dat is de slechtst denkbare reden om aan iemand een podium te verschaffen voor het schrijven van columns. Deze fout is te wijten aan de hoofdredactie van AD en niet aan de columniste zelf.
Een columnist kan geen maatschappelijke kloof dichten
De columnisten kunnen waarden verdedigen dan wel kritiseren, ook kunnen ze pleitbezorgers van een bepaalde richting of ideologie zijn, maar ze kunnen nooit een maatschappelijke kloof dichten. Ze veroorzaken juist met hun tekst een kloof tussen verschillende concepten, mensen en denkrichtingen. Dat had de hoofdredactie van AD moeten weten.
Hanina Ajarai schreef eind juli een column waarin zij betoogde dat zij wel voor de Ajax-voetballer Abdelhak Nouri empathie, emotie of verbondenheid aan de dag kon leggen, maar niet voor de slachtoffers en nabestaanden van MH17. Nouri is hersendood na een hartstilstand.
Een van de grote problemen in de islamitische wereld
Wel vond zij haar eigen houding onbegrijpelijk, schreef ze. Ik begrijp haar wel. Zij heeft gewoon empathie voor wat op haar familie en geloof lijkt: Palestijnen, andere moslims en dus ook de Marokkaanse voetballer Nouri. Dat is een van de grote problemen in de islamitische wereld: de geslotenheid van geest waarin slechts ruimte is voor een gelimiteerde interne solidariteit.
En ook hier zijn er verschillende niveaus te ontdekken: wanneer moslims elkaar vermoorden (Taliban), is dat voor de rest van de islamitische wereld geen emotionele zaak. Maar dat geldt niet voor moslims die al dan niet per ongeluk of tijdens gevechtshandelingen door joden, Amerikanen of Europeanen worden gedood. De selectieve verontwaardiging mist kortom enige vorm van een serieuze moraal als fundament.
Nu wil AD haar niet meer: ‘We hebben moeten constateren dat er onvoldoende binding was met de lezer,’ aldus AD-hoofdredacteur Hans Nijenhuis. Dat vind ik niet chic van AD. Ze hadden het kunnen weten. Als er geen ruimte is voor een gehoofddoekte provocateur hadden ze dat bij AD ook van tevoren kunnen bedenken.
AD is slachtoffer geworden van de eigen hoogmoed: het dichten van een maatschappelijke kloof via een hoofddoek.