Het klinkt misschien wat vreemd, maar in Nederland krijgen politici géén salaris. Voor hun inspanningen krijgen zij een ‘schadeloosstelling’.
Deze vergoeding mag geen loon heten, want je behoort de publieke zaak in principe belangeloos te dienen. Maar om te voorkomen dat alleen nog renteniers de politiek ingaan, is ooit de schadeloosstelling in het leven geroepen. Daarbij is geen rekening gehouden met mogelijke kapers op de kust. En die zijn er: de politieke partijen.
Bijna alle politieke partijen ontvangen weleens donaties aan de partijkas van hun politici en bestuurders, maar die zijn meestal vrijwillig. Slechts enkele partijen gaan zo ver dat zij hun vergoeding opeisen. Dit doen zij onder het mom van redelijkheid: andere partijleden die zich inspannen voor de organisatie krijgen toch ook geen (hoge) vergoeding? En die partij, waarop politici kunnen steunen, die ze in staat stelt carrière te maken, die kost toch ook geld?
Bij GroenLinks tekenen politici bijvoorbeeld bij hun kandidatuur een contract waarmee zij zich verbinden aan een gedeeltelijke afdrachtregeling. En vooral de SP staat erom bekend: de socialistische politici moeten hun hele schadeloosstelling afdragen aan de partij. Tweede Kamerleden krijgen in ruil daarvoor een modaal inkomen verstrekt uit de partijkas, gemeenteraadsleden en andere vertegenwoordigers krijgen andere, proportionele vergoedingen toebedeeld nadat zij hun gage hebben overgeboekt. Sterker nog: dat overboeken gebeurt vaak rechtstreeks, zonder dat de politicus het geld ook maar te zien krijgt.
Onwettig en ondemocratisch
Wat is het probleem? Dat politici dit soort overeenkomsten aangaan moeten zij toch zelf weten? Ja en nee. Politici gaan natuurlijk zelf over hun geld. Maar tegelijkertijd is onze democratie gebaseerd op volksvertegenwoordigers die, zo gebiedt de Grondwet, hun werk uitoefenen ‘zonder last’. Een contract over de afdracht is dan ook juridisch ongeldig. Hetzelfde geldt overigens voor het stemmen in overeenstemming met de fractielijn of voor het opgeven van de zetel in het geval van het conflict. Een rechter zal zulke contracten nooit erkennen, omdat ze botsen met de individuele autonomie van de volksvertegenwoordiger.
Dit heeft de SP er niet van weerhouden om afdrachten te eisen, en zelfs om vergoedingen voor gemeenteraadsleden rechtstreeks te laten storten op de bankrekening van de partij. Veel gemeenten gingen daarmee akkoord, maar na een uitspraak van de rechter en een vermaning van de vorige minister van Binnenlandse Zaken, lijkt aan deze illegale, ondemocratische praktijk nu gelukkig een einde te komen.
De overheid moet zuiver optreden
De overheid moet zuiver optreden, zonder twijfel te laten ontstaan over mogelijke dwang. Een hoerenloper rekent ook niet af bij de pooier: daarmee kan hij gedwongen prostitutie weliswaar niet voorkomen, hij werkt er in ieder geval niet aan mee. Voor politici geldt bovendien dat de loondienst bij hun partij (dus salaris ontvangen in plaats van de schadeloosstelling) een heel concreet voorbeeld is van ‘last’ – de werknemersrelatie met een partij druist lijnrecht in tegen hun vrije mandaat in de Grondwet.
Zolang de schadeloosstelling wordt uitgekeerd op de persoonlijke bankrekening van de politicus, blijven de politici aan zet om te beslissen over het uitvoeren of weigeren van enige afdrachtregeling. Dat geeft ze bovendien een mooi machtsmiddel tegen al te ambitieuze partijbestuurders.