Regelgeving kinderopvang schiet zijn doel voorbij

Ouders bijeen na het voorval op de kinderopvang in De Bilt - bron:ANP

Registratie van regelmatige bezoekers van kinderdagverblijven is een voorbeeld van doorgeslagen regelzucht. De intenties zijn goed maar de overheid moet de verantwoordelijkheid bij ouders en de kinderopvang laten.

Vanaf 1 maart 2018 moet iedereen die per kwartaal meer dan een halfuur in de buurt van opgevangen kinderen komt, zich registreren. Het gaat bijvoorbeeld om vrijwilligers, frequente bezoekers en vaste klusjesmannen van de kinderopvang.

De richtlijn komt bovenop bestaande – verstandige – maatregelen. Zo moeten alle medewerkers van een kinderopvang een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) hebben, en worden ze sinds 2013 continu gescreend. Na de verschrikkelijke Amsterdamse zedenzaak waarin Robert Mikelsons 67 kinderen misbruikte, werd het vier ogen-principe ingevoerd. Sindsdien zijn op een groep altijd twee mensen aanwezig. Glazen doorkijkjes tussen kamers zorgen dat medewerkers zich niet met een kind kunnen afzonderen.

Lees ook dit veelgelezen opiniestuk van Rob Ramaker: 

Minder antibiotica voor vee? Dat doen boeren al lang >

Bestaande regels garanderen veiligheidsniveau kinderopvang

Het is goed dat de overheid, zoals alle ouders, misbruik wil in de kinderopvang voorkomen. Maar bestaande regels garanderen al een goed veiligheidsniveau. Beleidsmakers moeten niet doorschieten in het bedenken van immer meer regels die in detail voorschrijven hoe bedrijven en burgers zich horen te gedragen. Volledige veiligheid bestaat niet, zoals bleek in het misbruikschandaal in de Bilt. In augustus werd duidelijk dat een 27-jarige medewerker – met VOG – twee kinderen had misbruikt.

Beter is het om een deel van de verantwoordelijkheid te laten bij burgers en bedrijven. Een kinderopvang kan zich dan onderscheiden van concurrenten met extra strenge veiligheidseisen. Ouders houden de vrijheid om zelf af te wegen hoeveel ze hechten aan nog meer garanties.