De Wet van Godwin is terug van nooit weggeweest: te pas en vooral te onpas wordt in discussies over cultuur, immigratie en integratie de Tweede Wereldoorlog erbij gehaald. Vorige week baarde Leo Lucassen opzien met een tweet waarin hij Geert Wilders vergeleek met een fascist uit de jaren dertig – en moslims van nu plaatste hij in dezelfde positie als de joden toen.
Leo Lucassen is hoogleraar Migratiegeschiedenis aan de Universiteit Leiden. Sinds enige jaren is hij ook wetenschappelijk directeur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, alwaar hij een enerverend twitteraccount bijhoudt. Aanvankelijk waren zijn collega’s nog enthousiast: leuk voor de zichtbaarheid van het instituut! Maar that escalated quickly. Lucassen is met zijn omstreden tweets regelmatig het middelpunt van heftige discussies, waarin hij uitgesproken pro-immigratie-standpunten vertolkt.
Zo maakt Lucassen in zijn vele tweets regelmatig vergelijkingen tussen joden aan de vooravond van de Holocaust en moslims in het huidige Europa. Voor een historicus zijn zulke vergelijkingen nogal gewaagd, vooral omdat elke onderbouwscholier met een matige interesse in geschiedenis kan aanwijzen waar deze vergelijkingen mank gaan.
Het wil bij @GeertenWaling maar niet doordringen dat het mij om het signaleren van mechanismen gaat https://t.co/qoanryZIlX pic.twitter.com/lJYXnymhl7
— Leo Lucassen (@Leolucassen) 7 november 2017
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
In zijn tweet van vorige week gaat Lucassen nog iets verder: hij vergelijkt de PVV-leider met een Britse fascist die in 1936 een provocerende mars door een joodse wijk van Londen hield. Dit omdat Wilders samen met de Vlaamse nationalist De Winter een bezoek wilde brengen aan de goeddeels islamitische wijk Molenbeek in Brussel.
Leo Lucassen claimt de positie van het verzet
Een opzienbarend bezoekje van Wilders, dat zeker, maar een fascistische mars was het geenszins – en de politieke urgentie viel niet te ontkennen. Let wel, Molenbeek is de plek waar opvallend veel terroristen vandaan komen en waar zij ook geruisloos kunnen onderduiken na hun terreurdaden. Toch claimt Lucassen, door Wilders zo openlijk met een antisemitische fascist te vergelijken, de positie van het verzet. Logisch toch? Wie zou die arme joden, met de kennis van achteraf, niet hebben willen beschermen tegen de gruwelijke krachten van het fascisme?
Maar de Tweede Wereldoorlog ligt ver achter ons en we leven in andere tijden. Moslims kunnen beslist het slachtoffer worden van racisme en uitsluiting, maar tegelijk wordt er vanuit enclaves als Molenbeek een bloedige jihad gevoerd tegen westerse vrijheden.
Hoed u liever voor het naoorlogs verzet, dat zo goed weet wie goed is en wie fout. De Tweede Wereldoorlog kan, als één van de morele dieptepunten in de wereldgeschiedenis, goed dienen als ethisch referentiekader, maar wie denkt het kwaad van toen terug te zien in politieke tegenstanders (vooral de ‘populisten’) van nu, die betoont zich gemakzuchtig en respectloos jegens de ware slachtoffers van de geschiedenis.
Neem voorbeeld aan het ware verzet van Rudolf Cleveringa
Zeker van een hoogleraar van de Leidse universiteit mogen we meer bezinning verwachten. Het was professor Rudolf Cleveringa, decaan van de Rechtenfaculteit, die op 26 november 1940 een protestrede hield tegen het ontslag van joodse collega’s, onder wie zijn eigen leermeester prof. E.M. Meijers.
Beheerst en bescheiden, maar met onverholen woede en verdriet, vertelde Cleveringa over Meijers en over diens belangrijke juridische werk voor de universiteit en voor Nederland. Met een Leids gevoel voor traditie, organiseert de universiteit tegenwoordig jaarlijks een Cleveringalezing rond die 26ste november.
Ook op tientallen andere plekken ter wereld komen Leidse alumni bijeen om te herdenken dat iemand in 1940 verzet durfde aan te tekenen toen het er echt toe deed. Zelfs al kwam dit hem voor de rest van de oorlog op gevangenschap te staan en werd de universiteit gesloten.
De Leidse universiteit: nog altijd een bolwerk der vrijheid
Toch moeten we waarderen dat er in Leiden ruimte is voor de opvattingen van Leo Lucassen. Dat hij net als collega Maurits Berger de islam mag beschouwen als de vreedzame godsdienst die zij er graag in wensen te zien. En dat tegelijkertijd elders op de universiteit hoogleraren als Afshin Ellian en Paul Cliteur daar het hunne van mogen vinden. Dat er, kortom, een ware diversiteit van meningen is, die vrij kunnen worden uitgewisseld. Dat de universiteit die vrijheid actief beschermt tegen geweldsdreigingen en censuurpogingen, zoals de standvastige rector magnificus Carel Stolker helaas maar al te vaak moet doen.
Cleveringa overleefde de oorlog en keerde terug aan de heropende universiteit, waar hij in 1946 erepromotor mocht zijn van Winston Churchill. Met de herdenking van de moed van Cleveringa in november, herleeft elk jaar weer de hoop van Willem van Oranje uit 1574, dat de Leidse universiteit voor de opstandige Nederlanden zou worden tot ‘een vast stuensel ende onderhoudt der vryheyt’.
Het huidige motto van de universiteit is erop gebaseerd: Libertatis praesidium, bolwerk van de vrijheid. Wie het leest, moet altijd aan Cleveringa denken.