Democratie is niet voor bange mensen. Het publieke debat is af en toe een kleine hel. En vooral dodelijk vermoeiend. Zeker als het gaat om de Nederlandse cultuur en onze nationale identiteit, inmiddels standaard gekoppeld aan immigratie en integratie, staan twee kampen lijnrecht tegenover elkaar.
Elk kamp graaft zich dieper en dieper vast in de eigen loopgraaf om de overkant te bestoken met feiten, meningen en, waar de munitie op is, met modder (Fascisten! Racisten! Landverraders!).
Lees het spraakmakende omslagartikel van Gerry van der List. Identiteitspolitiek: iedereen boos en gekwetst
De Nederlandse identiteit als splijtzwam in het debat
Gisteravond bereikte de vicieuze cirkel van de identiteitspolitiek een nieuw dieptepunt in een debat dat was georganiseerd door Leefbaar Rotterdam. Samen met historicus Thomas von der Dunk, journalist Wierd Duk, ondernemer Yesim Candan en DENK-politicus Farid Azarkan nam ik plaats in een panel dat zou spreken over… de nationale identiteit. Het werd een absolute chaos, met tierende sprekers en een opstandig publiek. (Terugkijken kan hier.)
Leefbaar Rotterdam is natuurlijk geen neutrale organisator, zeker niet in verkiezingstijd, maar toch moet worden gezegd: de partij had aardig haar best gedaan voor een diverse groep sprekers te zorgen en niet alléén het eigen gelijk bevestigd te zien.
De diversiteit bleek wel uit het publiek: er waren veel Leefbaar-aanhangers, maar Azarkan had een eigen applausmachine meegenomen in de vorm van zo’n vijftien DENK-supporters die kritiekloos joelden, floten en klapten voor alles wat Azarkan te berde bracht. Hoe pover dat ook was: platitudes en leugens wisselden elkaar af, met af en toe treiterige steken onder de gordel naar Leefbaar Rotterdam, debatleider Ebru Umar en de andere sprekers.
Van een zinnige ideeënstrijd komt niets terecht
Het zijn de streken die we inmiddels gewend zijn van politici. Geert Wilders weigert domweg om een open debat aan te gaan, andere partijen denken dat karaktermoord een legitieme campagnestrategie is, en vrijwel elke politieke partij lijkt het kunstje van Kuzu en Öztürk te hebben afgekeken: eerst jan en alleman schofferen en de eigen achterban ophitsen, om daarna te gaan klagen over ‘polarisatie’ en ‘verdeeldheid’ veroorzaakt door de ander.
Van een zinnige ideeënstrijd komt niets meer terecht. De partijen staan na afloop van het zoveelste debatje in de eigen hoek uit te hijgen, om daar met hun supporters hun retorische schijnzegeningen te vieren.
Het gedoe over identiteit is niet begonnen met Pim Fortuyn
Vooral het thema ‘identiteit’ leent zich goed voor dit soort ondermijning van het debat, omdat autochtone en allochtone groepen daarover gefrustreerd zijn. Hun bron van frustratie is politiek kapitaal voor slimme politici in oude en nieuwe partijen: verlies van culturele eigenheid, herkenbaarheid en, vooral, erkenning. Door verwarring en verdeeldheid te zaaien, winnen zij aandacht en kiezers. Identiteitspolitiek als verdienmodel.
Na afloop van het debat in Rotterdam stelde een verongelijkte toehoorder dat Leefbaar-inspirator Pim Fortuyn al met die giftige identiteitspolitiek was begonnen. Een verkeerde conclusie. Fortuyn zei waar het op stond en dat was niet mals, maar hij was een liberaal en fair debater, met een humor en relativeringsvermogen die in deze tijd node worden gemist.
Het is te prijzen dat ‘zijn’ Leefbaar Rotterdam probeert aan die erfenis recht te doen door stevige debatten te organiseren, maar de opgewonden en doelloze kakofonie van gisteravond bewijst maar weer hoe onmetelijk groot die opgave is.