Antidemocraten willen dat rechter politicus elimineert

Foto: ANP

Het vervolgingscircus begint vandaag. De ‘minder-minder’-uitspraak van PVV-Kamerlid Geert Wilders wordt onderworpen aan een strafrechtelijk onderzoek. Er zouden 6.400 aangiftes zijn gedaan tegen Geert Wilders, al was reeds snel duidelijk dat de meeste aangiftes niet bepaald spontaan tot stand kwamen.

Het Nijmeegse college van burgemeester en wethouders liep demonstratief in een optocht naar het politiebureau om aangifte te doen. In een andere stad deed alleen de burgemeester zelf aangifte. Het was een vrolijk geheel. Lokale politici fungeerden als prins carnaval, en hadden een heldere wens: Wilders moet op brandstapel!

Verkiezingen

Uit onderzoek van De Telegraaf bleek de schimmige totstandkoming van sommige aangiftes. Een aantal moskeeën zou daarbij een belangrijke rol hebben gespeeld. De krant reconstrueerde enkele aangiftes op basis van het strafdossier. Ik begin met aangever, nu getuige ‘B’: ‘Uit hun getuigenverklaringen blijkt dat ze vaak geen idee hadden waar ze mee bezig waren.’

Strafproces: Wilders wilde Rutte en Asscher als getuigenLees verder >

Zo dacht getuige ‘B’ dat er verkiezingen waren. ‘Mij is gevraagd om mijn stem uit te brengen in verband met Wilders, tenminste als hij zo heet,’ verklaart hij. ‘Er zijn verschillende plekken geweest waar je kon stemmen, en een van deze plekken was de moskee op de Fruitweg, de As Soennah-moskee.’ Dat Wilders mede door zijn ‘stem’ voor de rechter moet verschijnen, verbaast ‘B’. ‘Waarvoor? Waarom zou hij voor de rechter moeten komen? Ik weet het niet.’ De aangiftes werden geacht stembiljetten te zijn.

Uitschakelen

Het klinkt lachwekkend. Getuige ‘B’ is erg origineel: hij dacht dat er verkiezingen waren. Naar mijn mening heeft hij de zaak goed ingeschat. De aangiftes werden gezien als een alternatieve vorm van verkiezingen. De aangevers kunnen Wilders bij de reguliere verkiezingen niet wegstemmen. Dus hopen ze dat de rechter Wilders op basis van 6.400 aangiftes – wat overigens minder is dan het aantal stemmen dat een Kamerzetel vertegenwoordigt – kan uitschakelen. Uitschakelen is in dit geval een beladen term, er zijn immers jihadisten die Wilders definitief willen uitschakelen.

Pleitnota lekt uit. Werd Wilders’ advocaat gehackt? Lees verder >

Laten we het alfabet verder aflopen. De aangever, en nu getuige ‘C’ is even interessant als getuige ‘B’.  Meneer of mevrouw ‘C’ kreeg op de markt een formulier in zijn handen gedrukt. ‘Dit formulier, dit is tegen Wilders en dat moet ingevuld worden,’ werd getuige ‘C’ verteld. Er is wel een klein probleem: ‘C’ is analfabeet. Toch stond op zijn formulier dat hij zich gediscrimineerd voelde. Pas nu maakt getuige ‘C’ zijn ware gedachte openbaar: ‘Ik voelde mij niet gediscrimineerd, ik wilde alleen geen fitna, geen oproer. Ik vind wel dat hij mag zeggen wat hij wil, maar wij mogen ook zeggen wat wij willen.’

Klassiek voorbeeld

Tja, ‘C’ weet nog steeds niet dat Wilders al jaren geleden wegens de film Fitna is vervolgd en vrijgesproken. ‘C’ leeft kennelijk in een onveranderlijke tijd, en het  Openbaar Ministerie heeft geluk dat hij geen vervolging van Theo van Gogh heeft geëist. Of moeten we het anders lezen en gebruikt ‘C’ het woord fitna in de zin van tweedracht of burgeroorlog? Kennelijk verstaat deze persoon geen Nederlands. Dan maar naar getuige ‘D’.

Getuige ‘D’ is een klassiek voorbeeld van iemand die buitengewoon goedgelovig is. Waarschijnlijk is het aangifteformulier voor ‘D’ door iemand anders ingevuld. Hij heeft het slechts getekend, en deed dat in een salafistische moskee: tegen de rechter-commissaris zei ‘D’ dat hij denkt dat Wilders ‘president’ is. Volgens ‘D’ hebben alleen al in de As Soennah-moskee zeker 1.200 mensen aangifte gedaan. “Ik heb het beschouwd als zijnde een verkiezing, dat er een telling plaatsvindt en dat ze kijken wie er omhoog gaat of naar beneden gaat.” Weer hebben ze het over verkiezingen.

Integriteit

De rest van het alfabet laat ik maar zitten. De getuigenissen van aangevers B, C en D zijn genoeg om te zien waarover de zaak Wilders volgens hen gaat: verkiezingen. Deze mensen hadden niet het gevoel dat hun onrecht is aangedaan. Maar ze moesten van sommige religieuze autoriteiten of activisten aangifte doen in de hoop dat Wilders nooit meer aan verkiezingen kan deelnemen. Zo denken de antidemocratische krachten: de rechter moet de politicus uitschakelen.

Als deze voorbeelden allemaal echt zijn, moet dit tot de bodem worden uitgezocht. En niet omdat een analfabeet niet weet dat Nederland geen president heeft. De integriteit van de politie staat hier op het spel. Het doen van een valse aangifte is strafbaar. En het organiseren van massale aangiftes is gelijk aan het organiseren van hetze. Daarbij rijst de vraag wie of welke krachten de politie onder druk hebben gezet om deze manier individuele en collectieve aangiftes aan te nemen. Dit onzorgvuldige en politiek gemotiveerde deel van Wilders’ vervolging vormt het fundament van het proces.

De zaak-Wilders begint op een Arabische komedie te lijken: de aangevers zien aangifteformulieren als stembiljetten.