Het pensioenakkoord is een overwinning voor de vakbonden, schrijft Joris Heijn. De AOW-leeftijd stijgt minder snel, maar bovenal: de vakbonden houden hun greep op de honderden miljarden euro’s pensioengeld van werkenden.
‘De polder’ presenteerde gisteren na jaren van onderhandelen een pensioenakkoord. Opmerkelijkste onderdeel: werkgevers en vakbonden hebben met instemming van D66-minister Wouter Koolmees een greep in de staatskas gedaan door de AOW-leeftijd minder hard te laten stijgen.
Hand in snoeppot
Het is makkelijk het belangrijkste punt uit het oog te verliezen. Dat is: werkgevers en vakbonden blijven op de 1.300 miljard euro pensioengeld zitten van werkenden en gepensioneerden. Terwijl het kabinet in zijn Regeerakkoord nog individuele pensioenpotjes ambieerde. Dat zou een einde maken aan de eindeloze discussies over welke generatie nou het meeste profiteert van het huidige systeem. Maar het was ook een serieuze bedreiging voor de positie werkgevers en vakbonden. Want waarom zou je je pensioengeld dan nog in handen geven van werkgevers en vakbonden, als je het ook bij een professionele verzekeraar kan stallen? Ze hebben de pot de afgelopen jaren niet al te best beheerd.
De pensioenen van miljoenen Nederlanders dreigden de komende jaren gekort te worden. Een gevolg van jarenlang te weinig pensioenpremies inleggen, te grote risico’s nemen en veel te gulle beloftes doen. De druk om die kortingen te voorkomen, was groot. Dat kon alleen door de spelregels te veranderen. Eigenlijk was het: er móét een akkoord komen, ongeacht de inhoud.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen