Voor een succesvolle energietransitie is, óók na Brexit, intensievere samenwerking met het Verenigd Koninkrijk van groot belang. Dat schrijft Willem van den Berg, Klimaat en Energie Attaché bij de Britse ambassade in een ingezonden opinie.
De lange rijen bij Britse benzinepompen kregen onlangs veel media-aandacht in Nederland. Inmiddels is die aandacht verschoven naar de snel stijgende gasprijzen, die aan beide kanten van de Noordzee flinke problemen veroorzaken. Maar dit is tijdelijk. Een belangrijk, structureel verhaal blijft onderbelicht: voor een succesvolle energietransitie is, óók na Brexit, intensievere samenwerking met het Verenigd Koninkrijk van groot belang.
Samenwerking begint in de Noordzee, ook wel het ‘Saudi-Arabië van de hernieuwbare energie’ genoemd wegens de gunstige combinatie van harde wind en een ondiepe zeebodem. Met de recente opening van het Nederlandse windpark Borssele III en IV, zijn het Verenigd Koninkrijk en Nederland samen goed voor acht van de tien grootste windparken op zee wereldwijd (vijf voor het Verenigd Koninkrijk, drie voor Nederland). En beide landen willen de capaciteit minimaal verviervoudigen in 2030. Zorgvuldige samenwerking is vereist om naast deze enorme groei van windenergie op zee ook de complexe belangen van de scheepvaart, visserij, defensie en biodiversiteit te waarborgen.
Willem van den Berg (1990) is energie- en klimaatattaché bij de Britse ambassade in Den Haag. Dit stuk is geschreven op persoonlijke titel.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Maar de Noordzee is meer dan alleen een stroomgenerator. Het is ook een onmisbare schakel tussen diverse elektriciteitsnetten. Met meer hernieuwbare energie wordt fluctuerende stroomopwekking een steeds grotere uitdaging. Door de netten van twee landen met een interconnector op elkaar aan te sluiten, wordt de leveringszekerheid hoger. De BritNed-interconnector tussen Isle of Grain en de Maasvlakte doet dit al tien jaar, maar er is meer nodig. De Nederlandse netbeheerder TenneT en de Britse National Grid Ventures werken aan plannen voor wind op zee- en interconnectorprojecten. Hierbij worden zogeheten hybride windparken gekoppeld aan zowel het Nederlandse als het Britse elektriciteitssysteem.
Gedeelde uitdaging en gedeelde aanpak
Nederland en het Verenigd Koninkrijk delen ingewikkelde uitdagingen. Aan weerszijden van de Noordzee is de huizenvoorraad oud en ontbreekt goede isolatie. Een nog grotere uitdaging is dat in beide landen meer dan 85 procent van de huishoudens afhankelijk is van aardgas voor koken en verwarming – veel meer dan gemiddeld in Europa. In Nederland zijn we er in de afgelopen jaren achter gekomen hoe lastig het wordt om van aardgas af te stappen. We doen er goed aan het wiel niet opnieuw uit te vinden en te leren van elkaars lessen.
Meer over dit onderwerp: In hoeverre komt brandstoftekort door Brexit?
De energietransitie is ook een kans om nieuwe technologieën te testen en op de markt te brengen. Zo is het Verenigd Koninkrijk wereldleider in geïnstalleerde wind-op-zeecapaciteit en heeft Nederland wereldwijd de hoogste dichtheid van laadpalen voor elektrische auto’s. Dankzij de Noordzee liggen er interessante leiderschapskansen op het gebied van CO2-afvang en de opslag en productie van waterstof. Beide regeringen zien mogelijkheden in zowel groene waterstof (elektrolyse met hernieuwbare energiebronnen) als blauwe waterstof uit aardgas (met CO2-afvang en -opslag).
Deze gedeelde aanpak stopt niet bij de grenzen van de Noordzee. Nederland en het Verenigd Koninkrijk promoten hun doelstellingen en innovatieve aanpak ook op multilateraal niveau, bijvoorbeeld als lid van de Powering Past Coal Alliance en de Energy Transition Council. Dit zijn twee werkgroepen voor COP26, de internationale klimaattop in Glasgow (31 oktober tot en met 12 november), die de komende jaren de toon zal zetten voor het wereldwijde klimaatbeleid.
Lees ook dit commentaar van Simon Rozendaal: O zo duurzaam, windmolens met fossiele wieken
In hetzelfde schuitje
Na Brexit en de reisbeperkingen door de coronapandemie voelt het Verenigd Koninkrijk voor sommige Nederlanders misschien ver weg, maar samenwerking rondom de maritieme Noordzeegrens is wellicht nog nooit zo essentieel geweest als nu.
De hoge gasprijzen die Nederlandse en Britse huishoudens disproportioneel hard raken, laten nogmaals zien dat de twee landen de komende jaren voor veel van dezelfde uitdagingen staan. En met nog maar twee weken tot de klimaattop in Glasgow mag het duidelijk zijn dat we qua energietransitie en klimaatverandering uiteindelijk allemaal in hetzelfde schuitje zitten.