De welvarende linkerkant en de populistische rechterkant van het politieke spectrum kijken totaal verschillend naar de komst van asielzoekers, schrijft Constanteyn Roelofs. Er is een historische verklaring voor de afwijkende interpretaties.
Er zijn veel manieren om naar het proces van het verlenen van een asielstatus te kijken en een daarvan is om het te interpreteren als iets wat begon als een aristocratische geste. Dat klinkt vreemd – maar let maar op. Wie de geschiedenis een beetje kent, weet dat die bol staat van de verjaagde en gevluchte aristocraten die, bij het keren van het politieke tij, hun heil moesten zoeken in het buitenland.
Een standgenoot laat je niet in de kou staan
Denk aan de katholieke Engelse lords die in de burgeroorlogen van de zeventiende eeuw hun heil moesten zoeken in het roomse Frankrijk, de arme Winterkoningin Elizabeth Stuart met haar straatarme hofhouding in Den Haag of de verjaagde Duitse keizer Wilhelm II, die zijn dagen sleet met boompjes kappen in Doorn. Er zit iets in van noblesse oblige: een standgenoot laat je niet in de kou staan en de stilzwijgende afspraak om elkaar op te vangen kan ook nog eens goed van pas komen voor het geval je zelf een keer op de vlucht moet.
Inmiddels is de burgerij aan de macht en zien we dat het asielwezen nog steeds is ingesteld op dit soort gevallen. Schakers en schrijvers die zijn opgejaagd door het regime om hun dissidente meningen, leiders van de liberale oppositie, dat werk. Dokters, journalisten, tolken: de internationale bourgeoisie helpt elkaar uit een soort van beleefdheid naar de eigen stand. Daar is in wezen niets mis mee natuurlijk en het is allemaal wel zo beschaafd. Je ziet daarom het curieuze verschijnsel dat mensen aan de welvarende linkerkant van het politieke spectrum denken dat de asielmigratie horizontaal is – dat wil zeggen, dat het mensen zijn van dezelfde klasse.
Lees ook dit commentaar: Asielopvang is het ene lapmiddel na het andere
Rechts heeft een ander beeld van migratie
Aan de populistische rechterkant menen ze dan weer dat de migratie verticaal is en vooral bestaat uit profiteurs en laaielichters uit de lagere klassen die uit zijn op onze vrouwen, autoradio’s en uitkeringen. Het verhaal van de ‘apothekers uit Aleppo’ is voor links een argument om een ruimhartig beleid te hanteren en in rechtse kringen een soort duistere grap geworden, omdat die zogenaamde apothekers toch wel erg vaak alleenstaande jongemannen uit veilige landen blijken die hier subiet in de illegaliteit en criminaliteit belanden en die niets te maken hebben met de keurige middenklasse uit door oorlog getroffen gebieden.
Je ziet het ook in de beeldselectie: de media aan de rechterkant brengen graag de stelende types uit veilige landen in beeld, in de Volkskrant staat elke week wel een invoelend portret van een vluchteling die hier doorleert voor kaakchirurg. In de fotoselectie kiest verstandig links voor gezinnetjes, rechts voor boten vol gespierde zwarte jongemannen.
Dromen van een dikke Mercedes
De waarheid ligt natuurlijk in het midden. Natuurlijk is er een (hogere) middenklasse van eerzame professoren en advocaten op drift geraakt. Die mensen zijn doorgaans prima in staat om hier in Nederland weer een goed bestaan op te bouwen, en hun kinderen doen het bovengemiddeld goed op school. Natuurlijk verdienen die mensen alle steun en solidariteit van iedere beschaafde burger.
Maar er is ook een gigantische beweging van mensen die op de boot stappen en dromen van een dikke Mercedes in het Westen, die goedschiks of kwaadschiks in hun bezit moet komen. Ergens bestaat wel het idee dat je deze mensen moet kunnen scheiden – maar hoe? Het blijkt, gezien de vastlopende asielketen, een volstrekt onmogelijke taak.