Fleur Agema: ‘Dat Geert niet de premier werd, was de ultieme weeffout’

Fleur Agema (PVV) (Foto: Guido Benschop)

Na negentien jaar stapt ze uit de politiek. Al die jaren lag het hart van Fleur Agema (48) bij de zorg. Ze zag hoe het politieke speelveld veranderde en de PVV buiten Den Haag geaccepteerd raakte.

Ze pakt haar tas en haalt er een dik dossier uit. ‘Dit is mijn zorgbijbel.’ PVV-politicus Fleur Agema laat zich niks wijsmaken. Als het over cijfers in de  zorg gaat, verslaat ze zelfs het Centraal Planbureau (CPB).De oer-PVV’er houdt zich al bijna twintig jaar met de zorg bezig. Die gaat haar aan haar hart en daarover praat ze het liefst. Maar kom ook niet aan de PVV en haar leider Geert Wilders. En geef hem zeker niet als enige de schuld van het mislukte coalitie-experiment. Daarover toont ze zich – na enig ­tegenstribbelen – openhartig.

Van Kamerlid tot minister van Volksgezondheid

Maar eerst de zorg. In 2006 trad ze aan als PVV-Kamerlid op plek twee achter Geert Wilders. Jarenlang was ze diens trouwe ­secondant. In die tijd bouwde ze haar dikke zorgdossier op. Ze nam het mee naar het departement toen ze in juli 2024 minister van Volksgezondheid werd.

Fleur Agema

(Purmerend, 1976). Studeerde ­architectuur, was ontwerper en projectleider op een archi­tectenbureau, lid van de Provinciale Staten Noord-Holland (LPF) en werd in 2006 Tweede Kamerlid (PVV). Was afgelopen jaar ­minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Heeft met haar partner, PVV-Kamerlid Léon de Jong, een dochter.

Agema is sinds 3 juni ambteloos burger en draagt sneakers en een trainingsbroek, maar wel het gebruikelijke nette jasje. Ze is klaar voor een nieuwe stap in haar leven, want de politiek zegt ze na 22 jaar – 19 jaar bij de PVV, daarvoor was ze Statenlid in Noord-Holland bij de LPF – vaarwel. Wat niet betekent dat haar gedrevenheid voor de zorg is verdwenen.

Persoonlijke strijd met MS verandert haar kijk op zorg

In 2012 ging ze vanwege een persoonlijke ervaring anders naar ziekte kijken. ‘Ik kreeg een grote aanval van MS. Ik lag in het ziekenhuis. Er stond een rolstoel naast mijn bed. En dat geeft je toch een ander besef van de kwetsbaarheid van het lichaam, want het blijft niet gezond. Dat besef heb ik jong gekregen. Ik moest het Geert Wilders destijds vertellen. Die reageerde heel lief.

‘Het gaat heel goed. Na die aanval in 2012 heb ik er geen meer gehad. Sindsdien weet ik dat je vroeg of laat aan de beurt bent. Slechter zien, slechter horen, chronisch ziek. Gelukkig overkomt het de meeste mensen pas als ze ouder zijn.’

Ondanks haar ziekte kan ze goed functioneren. ‘Ik heb geluk gehad en had na die aanval in 2012 veel vaker zo’n aanval kunnen hebben. Dan had ik hier nu niet gezeten. Maar ik ben superfit.’

Agema over zorgkosten en ramingen van het CPB

Als Kamerlid beet ze zich vast in de zorgkosten, waarover telkens klonk dat ze onevenredig zouden oplopen. ‘Je hebt ramingen waarin de zorgkosten exploderen.

Maar in werkelijkheid gebeurt dat niet. Dat is lastig, want je krijgt onhandige bezuinigingen die de zorg slechter maken en al helemaal niet goedkoper. In 2010 voorspelde het CPB dat de zorg in 2014 31 procent van ons bruto binnenlands product zou zijn, maar de zorg is altijd rond de 10 procent gebleven.

‘Ik heb enorm respect voor het CPB en ben blij dat ik niet in een bananen­republiek leef. Maar zorgkosten zijn niet zomaar een sommetje. Dat komt doordat de 1,4 miljoen zorgprofessionals steeds meer leveren, mede dankzij medische technologie, kunstmatige intelligentie en slimme toepassingen.’

In het jaar op het ministerie werd haar gelijk bevestigd. Ze haalt haar map er weer bij en zegt triomfantelijk dat Sociale Zaken dit jaar Volksgezondheid voorbijstreeft in uitgaven. ‘Zij ramen altijd krap.’

Minister Agema verdedigt beleid en weerlegt kritiek

Agema kreeg als minister vaak het verwijt dat ze niet deed wat ze als Kamerlid had bepleit. Met stoïcijnse blik: ‘Dat was het beeld dat de oppositie graag neerzette. Ik ben altijd mezelf geweest en heb niets hoeven doen waar ik niet achter stond. Dat had wel gekund, want als Kamerlid zit je er voor één partij. Als minister in een coalitie vertegenwoordig je vier partijen en moet je ook maatregelen nemen die je liever niet had genomen.’

Minister Agema moest erkennen dat ze geen zeggenschap had over het Zuyderland Medisch Centrum in Heerlen. Ze botste erover met de Kamer en met name met partijgenoot René Claassen, die een volwaardig ziekenhuis wenste te houden in Heerlen. De minister moest dat ‘keihard’ afdwingen. Maar dat kon Agema niet.

Ze is tevreden met de garantie van Zuyderland en verzekeraar CZ dat ‘Heerlen’ minstens dertig jaar behouden blijft voor minder complexe zorg. ‘Een deal om trots op te zijn,’ zegt ze. ‘Er komt hoe dan ook een top klinisch ziekenhuis.’

Ze bestrijdt dat ze weinig van wat ze heeft geroepen, heeft kunnen waarmaken. ‘Ik was graag ook de minister geweest die alles tot wasdom had gebracht.

‘Als Kamerlid nam ik aan dat wat in de krant stond waar en heilig was. Als minister merkte ik dat dat vaak niet zo is. Dat media graag verhalen in het negatieve trekken en belangrijke informatie weg­laten. Als we uitlegden hoe het zat, was het verhaal weg en had de journalist voor niks gewerkt.’

Een zo’n verhaal was dat ze het geneesmiddelentekort liet oplopen, maar ze had intussen eenderde van het tekort weggewerkt. En toen ze 165 miljoen euro weghaalde uit overgebleven geld voor de wijkverpleging, werd ze afgeschilderd als een monster, zegt ze. ‘Terwijl het geld was dat op de plank was blijven liggen, en niemand eronder leed.’

Het steekt haar dat berichten over de zorg vaak alarmistisch zijn. Zelf was ze fel op haar voorgangers. Nu zegt ze: ‘Ik kan uit volle overtuiging zeggen dat ik waardering en respect heb voor al mijn voorgangers. Hugo de Jonge en ik stonden tegenover elkaar in de ­coronatijd, maar ik vond hem de beste minister van allemaal. Je kon met hem echt in debat. Dat kon alleen met hem.’

Trots op Zorgakkoord en halvering eigen risico

Agema is trots dat ze in haar korte tijd op Volksgezondheid met zorgpartijen een akkoord sloot over de toekomst van de zorg en het afwenden van het personeelstekort. Ze bereidde ook de wet voor ten behoeve van de halvering van het eigen risico van 385 naar 165 euro. ‘Wil de wet zoals afgesproken in 2027 ingaan, dan moet die nog dit jaar in beide Kamers worden behandeld. Maar waar is de wet?’

Agema voelt nattigheid. De PVV wilde af van het eigen risico. Het werd een halvering.  Ze vreest dat het demissionaire kabinet het eigen risico intact houdt. Ook over de financiering van het Zorgakkoord met de afgesproken 2,3 miljard euro is ze ongerust.

Zeker nu Den Haag fors wil investeren in defensie. ‘Maar we hebben straks niet genoeg assistenten om operaties te laten doorgaan en onvoldoende huisartsen en personeel voor de ouderenzorg. Als de financiering uitblijft, is dat heel ernstig. We blijven nu eenmaal niet gezond tot we doodgaan.’

Agema blikt terug op kabinet-Schoof en asielbeleid

In het tumultueuze jaar van het kabinet-Schoof trok het asielbeleid de meeste aandacht. Voor de PVV het belangrijkste thema. Agema was er als vicepremier nauw bij betrokken. ‘Marjolein Faber heeft het goed gedaan. Ik kwam op een ministerie met superprofessionele mensen en een zorgveld dat dezelfde problemen zag als ik, zoals het dramatische ­arbeidsmarkt-tekort. Dan kun je persoonlijke verschillen opzijzetten. Marjolein trof een ministerie en werkveld dat er grotendeels anders over denkt dan wij. Zij had een zware opgave, maar heeft een rechte koers gevaren.’

Maar Faber bereikte toch niets? ‘Uiteindelijk zullen haar asielwetten er wel komen, maar het is natuurlijk heel ver­velend dat het afgesproken staatsnoodrecht in het kabinet er niet door kwam. Dick Schoof zou in september vorig jaar het koninklijk besluit voorbereiden, maar NSC ging traineren. We hadden er eigenlijk uit moeten stappen toen NSC-minister Judith Uitermark weigerde te tekenen. Het was onacceptabel. Je tekent voor een Hoofdlijnenakkoord en zegt dan: “Ik doe het niet”. Dick had moeten zeggen: “Dag mevrouw.”’

Het duurde nog tot juni dit jaar voordat Wilders het kabinet-Schoof opblies en zijn ministers uit het kabinet terugtrok. Hij eiste een strenger asielbeleid, maar de coalitiepartners weigerden te ­tekenen bij het kruisje. Agema verliet met pijn in het hart haar departement. Hadden ze niet demissionair verder kunnen gaan, zoals de andere ministers?

‘Nee, de andere drie partijen wilden niet garanderen dat ze geen moties van wantrouwen zouden steunen tegen PVV-ministers. Dan was het de ene week ­Marjolein Faber geweest, de andere week Barry Madlener, en daarna ik. Dat zou een bloedbad zijn geworden. Geert kon niet anders dan ons in één keer terugtrekken. Dat was heel erg, maar hij stond met de rug tegen de muur.’

Kritiek op Wilders en weeffouten in de coalitie

Critici vinden dat Wilders het land ­onbestuurbaar heeft gemaakt, en dat was nog vóór NSC er ook de brui aan gaf. ‘Geert krijgt er te veel de schuld van. Het ging gewoon niet tussen de vier partijleiders. Dat was tussen 2010 en 2012 anders. Geert, Maxime en Mark hadden synergie met elkaar. De drie musketiers,’ zegt ze over Maxime Verhagen (CDA) en Mark Rutte (VVD), die met de PVV van Wilders als gedoogpartij regeerden.

In de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB die juli 2024 aantrad, was dat anders. ‘Er waren van meet af aan toestanden. Die synergie van toen was er niet.’

Ze doelt op de samenwerking tussen Wilders, Dilan Yeşilgöz (VVD), Pieter Omtzigt (NSC) en Caroline van der Plas (BBB). ‘De synergie die er niet was tussen die vier, was er wel in het kabinet. Daar ging het fantastisch.’

Wilders maakte het de coalitie met zijn harde commentaar aan de zijlijn ook niet gemakkelijk. ‘Nee, maar hij had als  grootste met 37 zetels ook premier moeten worden. Dan had hij alle verantwoordelijkheid moeten dragen en de boel bij elkaar moeten houden. Dat hij dat niet werd, is de ultieme weeffout. De kiezer had gesproken, maar de democratie is geen recht gedaan.’

Discussie over PVV, interne democratie en aanwezigheid Kamerleden

In de Kamer kreeg de PVV geen vlekkeloos rapport. Media berichtten over afwezige PVV’ers. Agema heeft er een theorie over. ‘Het is gebaseerd op datagedreven journalistiek. En dan lijkt het waar. Toen ik nog vicefractievoorzitter was, ging het er ook al over. Toen keek ik terug op video en waren we er 22 van de 25 keer wel, maar zonder inbreng. Bij kleinere fracties wordt er gehopt. Ze gaan zitten, doen een inbreng en weg zijn ze weer.

‘Zoals Pieter Grinwis van de ChristenUnie, die boven aan het aanwezigheidslijstje staat. Die hopt van het ene naar het andere debat. Als iedereen zou hoppen, is er geen debat. Dan antwoordt de minister voor een lege zaal.’

Intussen heeft het CDA de aanval op de PVV geopend. De partij schrijft in het verkiezingsprogramma dat alle partijen intern democratisch moeten zijn. De PVV wordt niet genoemd, maar is de enige zonder officiële interne democratie.

Bozig: ‘Dat is idioot en kwalijk. Het CDA wil de grootste concurrent uitschakelen. Dat is pas ondemocratisch. Ja, de PVV heeft één lid, maar de fractie is democratisch. Alle PVV-fracties zijn democratisch. Elke stem telt in de fractie. Geert wint weleens, maar soms ook niet.’

Europa, migratie en veranderend politiek speelveld

Ze ziet de wereld veranderen. ‘Tien jaar geleden was Wilders nog uniek en dat is hij nog steeds in Nederland, maar je ziet dat het speelveld internationaal verandert. En ik hoop dat Europese leiders heel erg snel bij elkaar gaan zitten om de vluchtelingenverdragen aangepast te krijgen, want wij trekken dit in Europa niet meer. Ze kunnen Geert uit het Torentje houden, maar de wereld om ons heen verandert ook. Het momentum is nooit zo sterk geweest als nu. Europa verdwijnt.

‘Als ik linkse mensen tegenkom op een verjaardag vind ik dat heel interessant. Ze denken echt anders. Ze vinden het bijvoorbeeld niet erg dat als volkeren mengen, culturen verdwijnen. Mij kan het niet schelen wat voor kleur iemand heeft, maar wel dat Europese culturen verdwijnen. Dat vind ik een groot probleem. En het gaat heel hard in Europa. Kijk maar eens in Parijs, Londen of Milaan. Daar wordt de Europese cultuur onzichtbaar.’

Fleur Agema neemt afscheid van de PVV-politiek

De positie van de PVV is maatschappelijk gezien de afgelopen twintig jaar flink veranderd, vindt Agema.  ‘Wij stonden met de oude negen, zoals wij dat liefkozend zeggen, op het hoekje van de samenleving. Ik werd vaak gepest en raar behandeld. We zeiden ook tegen elkaar: “Dit was onze laatste baan van ons leven.” Dat is nu niet meer zo. En helemaal niet die laatste keer dat we 37 zetels haalden. Een kwart van de stemmen.

‘Geert Wilders is een geaccepteerd figuur – al is dat nog niet doorgedrongen tot de media. Dat is ook mijn persoonlijke ervaring. Ik word nergens meer raar behandeld. Dat is ook democratie.’

Ze denkt ook niet dat ze geen baan meer zal krijgen nu ze de politiek verlaat. ‘Dat lijkt me wel. Ik heb mensen gezien die één, twee jaar in de zorgcommissie van de Kamer zaten en vervolgens een mandje gingen vullen met de mooiste bijbaantjes. Dus ik mag het toch hopen.’