Opvang van vrouwen in ‘Blijf-van-mijn-lijf’ kan extreem geweld en moorden voorkomen. Landelijk zijn er achthonderd plekken te weinig. Op bezoek bij de vrouwenopvang in Amsterdam Oud-West.‘Er moet één minister komen. Nu is het veld versplinterd en ontbreekt de regie.’
Oranje Huis Amsterdam: tussen veiligheid en zichtbaarheid
Veiligheid is prioriteit nummer één. Overal hangen camera’s. Bezoek moet zich via de intercom melden. De ingang bestaat uit een ‘sluis’, de receptie is dag en nacht bezet. De toegangsdeur van de verdiepingen gaat alleen met een pasje open. Hetzelfde geldt voor de voordeuren van de appartementen.
Ook de digitale veiligheid wordt strikt bewaakt. De locatiebepaling op de mobiele telefoon moeten de bewoners uitschakelen. In geval van ernstige bedreiging wordt ze dringend geadviseerd geen foto’s op sociale media te plaatsen die hun verblijfplaats verraden.
Intussen staat het Oranje Huis gewoon op internet en prijkt de naam op de voorgevel. Vroeger zaten de Blijf-van-mijn-lijf-huizen op geheime adressen, maar rond 2011 is gekozen voor openheid. Twee recente moorden in Gouda en Almere op bewoonsters van Blijf-huizen roepen de vraag op: hoe veilig is de opvang? Overigens zijn beide slachtoffers buiten de opvang om het leven gebracht.
‘Het Oranje Huis is veilig,’ zegt directeur-bestuurder Hanneke Bakker (62). ‘Het adres kun je niet geheim houden.’ Het gebeurt weleens dat er iemand boos voor de deur staat die zijn kinderen wil zien, zegt manager Coco Wisse (33). ‘Begrijpelijk. Meestal hebben de vaders een omgangsregeling. Na opname bellen we zo snel mogelijk: je kinderen zijn veilig.’
200.000 vrouwen slachtoffer van geweld per jaar
Jaarlijks zijn in Nederland zo’n 200.000 vrouwen slachtoffer van geweld, variërend van intimidatie, stalking en seksueel geweld tot zware mishandeling. Zo’n 25 keer per jaar is er sprake van femicide door de (ex-)partner.
De werkelijke cijfers zijn veel hoger. Het duurt soms jaren voordat een vrouw hulp vraagt. Veel vrouwen zoeken eerst hun heil bij familie of vrienden en proberen de problemen zelf op te lossen. Maar er is ook sprake van angst, zegt Wisse. ‘Dan doen ze na een incident geen aangifte omdat de pleger 24 uur na zijn aanhouding weer buiten staat.’
Jaarlijks worden in heel Nederland 13.000 vrouwen opgevangen. Daarvan vangt Blijf Groep er 2.000 op. Er zijn ook 8 plekken voor mannelijke slachtoffers. De meeste vrouwen zijn tussen de 25 en 45 jaar.
Ruim de helft is niet in Nederland geboren. Dat is geen afspiegeling van het geweld in de samenleving, en wijst op een ontbrekend netwerk. Het merendeel heeft kinderen. Gemiddeld zijn er honderd kinderen. Intern is er opvang om de ouders te ontlasten.
De fraaie ruimtes ademen de sfeer van een kinderdagverblijf met veel speelgoed, van een tent tot tafelvoetbal. Voor ieder kind wordt een veiligheidsplan opgesteld, zegt Wisse. ‘Hun gedrag zegt veel over de situatie. Sommige kinderen imiteren hun ouders. Zodra het veilig is, gaan de kinderen weer naar school.’
Vrouwen op de wachtlijst voor crisisopvang krijgen wel ambulante hulp. Hanneke Bakker: ‘Die weegt constant de risico’s af. In het uiterste geval is er een noodbed beschikbaar.’ Coco Wisse: ‘Elk uur is te veel.’
Woningnood belemmert doorstroom uit opvanghuizen
Het eerste Blijf-van-mijn-lijf-huis werd in 1974 geopend door feministen in een kraakpand in Amsterdam. Sindsdien kwamen er steeds meer huizen bij. De aanpak werd professioneler en de gemeenten namen de financiering over van het Rijk. Nu zijn er zo’n dertig opvanghuizen met in totaal duizend plaatsen.
Het Oranje Huis Amsterdam huurt van een woningbouwcorporatie. De kantoren en gespreksruimtes zijn bewust gescheiden van de zelfstandige appartementen.
Na aanmelding stelt een multidisciplinair team een gezinsprofiel op. Bakker: ‘Ongeveer de helft van de vrouwen is slachtoffer van intieme terreur: geweld door een controlerende en dwingende partner. Hierbij zijn er een pleger en een slachtoffer. Daarnaast heb je gecompliceerde scheidingen. Vaak zien we een combinatie van stress, verslaving, psychische problemen en schulden. Daarbij is veelal sprake van onderling geweld.’
Wisse laat een ‘noodbed’ zien: een ruime kamer met een bed, een bank, een keuken en een douche. Soms mogen de vrouwen niet op het balkon, omdat ze dan van buitenaf zichtbaar zijn.
Code rood betekent de eerste dagen binnenblijven voor de eigen veiligheid. De crisisopvang duurt zes tot acht weken. Maar de doorstroom stokt door de krapte op de woningmarkt. Ondanks een urgentieverklaring loopt de wachttijd voor een socialehuurwoning op tot soms twee jaar.
Het verschil met vroeger? ‘Er is veel meer kennis. Zo krijgen vrouwen en kinderen traumahulp,’ zegt Aleid van den Brink (73), tot 2018 directeur-bestuurder van de Blijf Groep. Zij is onder meer lid van GREVIO, de expertgroep van de Raad van Europa op het terrein van bestrijding van geweld tegen vrouwen. ‘Vroeger was het alles of niets en ging een vrouw na ingreep door de politie met een koffer naar de geheime opvang. Sindsdien kennen we een tijdelijk huisverbod voor de pleger, straat- en contactverboden en de alarmknop. Tijdige opvang heeft moorden voorkomen.’
Experts uit het veld waarschuwen voor inflatie van de term ‘intieme terreur’, zegt hoogleraar Marieke Liem (42) van de Universiteit Leiden, die veel onderzoek doet naar geweld tegen vrouwen. ‘De deuren van de opvang gaan meteen open, maar die vrouwen krijgen niet altijd passende hulp. Ze hebben wel hulp nodig, maar niet altijd vanwege dwang en terreur door hun partner of ex-partner.’
Oproep tot landelijke regie en strengere maatregelen
Bij de intake wordt goed gescreend, zeggen Bakker en Wisse. ‘Onze cliënten komen uit alle lagen van de bevolking, ook van de Zuidas. In elke straat wordt wel een vrouw mishandeld.’
Afgelopen maart vroegen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en branchevereniging Valente aandacht voor het tekort aan opvang. Er zijn landelijk achthonderd plaatsen te weinig, volgens de eisen van het door Nederland ondertekende Verdrag van Istanbul. Opvang in hotels en op vakantieparken is duur.
Blijf Groep heeft ook vestigingen in Alkmaar, Flevoland-Gooi en Vechtstreek en Zaanstreek-Waterland. In Zuid-Oost komen 8 extra woningen, in Haarlem uiteindelijk 22.
Bakker pleit voor landelijke invoering van ‘slachtofferdevices’: de pleger draagt een enkelband en zodra die in de buurt van het slachtoffer komt, krijgt die een seintje. Ze wil invoering van Clare’s Law: slachtoffers en hun omgeving krijgen dan het recht om bij de politie te vragen of iemand een geweldsverleden heeft.
In september publiceert GREVIO een nieuw rapport over Nederland. Vijf jaar na het vorige, kritische rapport bevat het opnieuw dringende aanbevelingen om te voldoen aan de verplichtingen van het Verdrag van Istanbul. ‘Nederland staat niet bovenaan,’ zegt Van den Brink. ‘Een tekort aan opvang zou je niet verwachten van een rijk land.’
De economische schade van geweld tegen vrouwen bedraagt miljarden. Het European Institute for Gender Equality schatte in 2019 de kosten van partnergeweld tegen vrouwen op 6,7 miljard euro.
Vrouwenopvang is zwaar werk, zegt Wisse. ‘Je kunt niet alles voorkomen, maar ik haal voldoening uit het feit dat je vrouwen hier ziet groeien en dat ze weer zelfvertrouwen krijgen.’
Bakker: ‘We verrichten goede interventies. Maar er moet meer gebeuren. We pleiten voor één minister met voldoende mandaat en financiële middelen. Nu is het beleid versplinterd en ontbreekt regie. Verder moeten er meer vrijheidsbeperkende maatregelen komen voor plegers. Een slachtofferdevice biedt meer veiligheid dan een alarmknop. Vreemd dat de mannen thuisblijven. We zouden juist de plegers moeten opvangen.’