Voor de tweede keer in twee jaar tijd kiest Nederland een nieuwe Tweede Kamer. Alles werd uit de kast getrokken om kiezers te overtuigen.
Toch kwam de campagne pas laat in beweging en bleef één dominant thema uit. Dat zorgde ook ervoor dat geen enkele partij de campagne overheerste en vijf partijen kans maken om de grootste te worden. De uitslag is nog volledig ongewis.
Op een droge, bewolkte dag op dinsdag 3 juni kondigde premier Dick Schoof voor het Catshuis aan dat hij bij de Koning het ontslag van zijn kabinet zou vragen. Die dag strandde de coalitie tussen PVV, VVD, NSC en BBB, nog maar elf maanden na de beëdiging.
De val werd door PVV-leider Geert Wilders afgedwongen. Hij kwam met een tienpuntenplan met asielmaatregelen die veel steviger waren dan de eerder gemaakte afspraken van de coalitie. Het voorstel legde een bom onder het kabinet.
Van migratieverkiezingen naar thema’sstrijd: een diffuse campagne
In Den Haag werd het als de opmaat gezien voor verkiezingen die wéér over migratie zouden gaan. Dat was in 2023 ook al zo, toen de VVD het kabinet Rutte-IV liet vallen op hetzelfde onderwerp. Dat leek een tactische meesterzet van de liberale partij. Maar met migratie als dominant thema won juist de PVV een verbluffende 37 zetels.
Maar migratie was deze verkiezingen niet zo dominant als twee jaar geleden. Het was slechts één van de onderwerpen die vaak terugkwamen. Naast wonen en de zorg, thema’s die de laatste twee weken voor de verkiezingen steeds vaker opdoken. Het gebrek aan een dominant thema zorgde voor een diffuse campagne, waar debatten en interviews alle kanten opschoten.
Bovendien was er geen boksbal die de klappen opving, zoals Mark Rutte (VVD) dat continu deed toen hij als premier steeds opnieuw verkiesbaar was. De partijloze Dick Schoof staat niet op het stembiljet.
Hij legt geen verantwoording af over een coalitie die vooral met relletjes en ruziemaken bezig was en uiteindelijk het kabinet over de afgrond duwde.
Gaza-kwestie laait op, maar speelt geen rol in campagne
Na het vertrek van de PVV stapte ook NSC uit het kabinet, waardoor slechts een rompkabinet van VVD en BBB overbleef. NSC trok zich terug vanwege een gebrek aan optreden van het kabinet in de Gaza-kwestie.
Toch zou dat thema de verkiezingen nauwelijks beheersen – zelfs niet na de massale Rode Lijn-demonstratie begin oktober, waaraan zo’n 250.000 mensen deelnamen. De latere wapenstilstand zorgde er bovendien voor dat het conflict vrijwel geen rol meer speelde in de verkiezingscampagne.

Terwijl de kiezer stilzat en op vakantie ging, kwamen partijen volop in beweging tijdens de zomerperiode.
Kandidatenlijsten waren gemaakt, verkiezingsprogramma’s geschreven en campagnes voorbereid.
Zo maakte D66 aan het begin van de zomer een flinke draai op asielgebied. De partij van Rob Jetten was een felle tegenstander van het door het kabinet-Schoof bepleitte ‘strengste asielbeleid ooit’.
D66 draait bij op asiel, VVD in vrije val
Maar eind juni gaf Jetten toe dat een nieuw asielsysteem nodig was. Een systeem dat ‘eerlijk wordt voor de Nederlanders, menselijk voor mensen op de vlucht’. Het zorgde ervoor dat D66 ook voor VVD’ers een aantrekkelijk alternatief werd. Pas later bleek uit het verkiezingsprogramma van D66 dat de draai wel meeviel.
De VVD beleefde een rampzalige zomer. VVD-leider Dilan Yeşilgöz maakte Douwe Bob uit voor ‘Jodenhater’. Excuses lieten lang op zich wachten, terwijl de partij wegzakte in de peilingen.
Wilders als meesterstrateeg – maar nu geïsoleerd op rechts
Het zorgde voor een ogenschijnlijk stabiel speelveld na de zomer. De VVD zakte weg en JA21 en D66 profiteerden ervan. Het CDA was het opvanghuis voor NSC’ers die weer terugkeerden bij de christen-democraten en enkele teleurgestelde VVD’ers.
Dat getuigde ook van het politieke vernuft van Geert Wilders. De door hemzelf georkestreerde kabinetsval zorgde ervoor dat hij opnieuw als buitenstaander campagne kon voeren.
Maar het had ook een prijs voor hem. Partijen wilden amper nog met hem samenwerken. Nu staat hij geïsoleerd op de rechterflank van het politieke spectrum. Ook de VVD wil niet meer met Wilders in een kabinet stappen.
Van geweld tot beveiliging: veiligheid keert terug als campagnethema
Bovendien gaf zijn isolement partijen in het midden en op links de kans de campagne naar zich toe te trekken. Dat werd versterkt door de stenen die door de ruiten van het partijkantoor van D66 vlogen.

De extreem-rechtse geweldsuitbarsting bij een anti-migratiedemonstratie maakte de tongen los over de omgangsvormen in de politiek en de migratiezorgen in de samenleving.
Veiligheid werd twee weken daarna opnieuw een thema, maar op een heel andere manier. Wilders legde begin oktober zijn campagne stil uit zorgen over zijn veiligheid.
Pas een week later schoof hij voor het eerst in een talkshow aan, bij Vandaag Inside.
Vermoeide Wilders verliest scherpte én vertrouwen van de kiezer
Later debatteerde Wilders ook weer mee bij een handvol debatten, maar de fut leek er uit bij Wilders. Hij oogde vermoeid en debatteerde niet zo scherp als bij vorige campagnes.

Hij had geen verweer wanneer andere politici zeiden dat de PVV niets klaarspeelde, bijvoorbeeld omdat de partij incapabele bewindspersonen als asielminister Marjolein Faber had geleverd in het kabinet-Schoof.
Wilders beweerde bij hoog en laag dat de andere partijen niet om hem heen kunnen als hij weer de grootste partij wordt.
Maar de andere partijen hebben daar geen boodschap aan. En de kiezer gelooft zijn verhaal blijkbaar ook niet meer, blijkt uit de peilingen waarin de PVV flink moet inleveren.
Veel thema’s, weinig focus: campagne zonder duidelijk strijdpunt
Thema’s die in de campagne aan bod kwamen, waren uiteraard asiel en migratie, maar ook de hypotheekrenteaftrek en de NAVO-norm kwamen voorbij. Uitspraken van Henri Bontenbal over artikel 23, de onderwijsvrijheid, bij Nieuwsuur zorgden voor een inzinking van het CDA in de peilingen.

Zo zat er voor iedere kiezer wat wils in deze campagne. Al werden sommige thema’s nauwelijks besproken of slechts mondjesmaat. Stikstof kwam alleen nog voorbij als het over de noodzaak van het bouwen van meer huizen ging.
Een brede discussie over de toekomst van de landbouw ontbrak, al schreven partijen er in hun verkiezingsprogramma’s wel over.
Ook het thema veiligheid en defensie werd zeker geen hoofdthema. Ondanks dat de verhoogde NAVO-norm om investeringen van tientallen miljarden euro’s vragen. Hoe dat te bekostigen, werd vooral aan bezuinigingen op de zorg gelinkt.
Grote kwesties verdwijnen naar de achtergrond
Zo linkte GroenLinks-PvdA de twee onderwerpen consequent, omdat die partij niet wil bezuinigen op de verzorgingsstaat om uitgaven voor defensie te dekken. Dat komt ook doordat de linkse partij de defensie-uitgaven maar tot 2030 garandeert. Terwijl tot aan 2035 de uitgaven moeten stijgen voor het halen van de NAVO-norm.
Andere wezenlijke thema’s als het volgelopen stroomnet, klimaat en hoe de BV Nederland zijn geld moet blijven verdienen, sneeuwden al helemaal onder in de campagne.
Vijf partijen strijden om de winst: zeldzaam spannende verkiezingsdag in zicht
De veelheid aan onderwerpen en de hoge dosis politiek op televisie, radio en sociale media brachten de kiezer gedurende de campagne nauwelijks in beweging. Dat gebeurde pas op het laatste moment, zo bleek uit de peilingen.
In het weekend voor de verkiezingen van 29 oktober maakte D66 een snelle opmars, terwijl het CDA wegzakte. Ook de VVD krabbelde weer wat op, terwijl GroenLinks-PvdA de PVV van Wilders op de hielen zat.
Het zorg ervoor dat wel vijf partijen de kans maken om de grootste te worden. Daarmee belooft 29 oktober een zeldzaam spannende verkiezingsdag te worden, waarop elke stem het verschil kan maken.