Gedoe rond Ollongren, Plasterk, Wijers… moet de Koning terug in de formatie?

Beeld: ANP.

In dit artikel

De feiten: Motie van SGP en VVD wil koning terug in het formatieproces

Bronnen: Tweede Kamer, X, Historiek.net, EW Magazine

Op dinsdag 9 december vergadert de Tweede Kamer over de begroting van de Koning. Het is een jaarlijks terugkerend ritueel, waar soms nieuws over is als er kritiek is op het budget, de uitgaven en de belastingvrijstelling van het staatshoofd. Maar nu gaat, door een motie van SGP en VVD, het debat (deels) over de basis van het staatsrecht: de kabinetsformatie.

De motie van SGP en VVD stelt voor om het Reglement van Orde te wijzigen zodat bij toekomstige formaties (nog niet de huidige), de koning weer de spelverdeler wordt na de verkiezingen. Zo is die functie niet in handen van ofwel de oude, vertrekkende Tweede Kamer, ofwel een net aangetreden – en nog onwennige – nieuwe Tweede Kamer.

Tot 2012 was de koning(in) degene die een informateur aanwees. Daarna werd die rol aan de Tweede Kamer overgelaten, die (een) verkenner(s) en vervolgens de (in)formateurs benoemde. Vanuit kritiek op de mogelijk sturende rol van het staatshoofd heeft de Tweede Kamer, mede op initiatief van voormalig D66-Kamerlid Boris van der Ham, de koning uit de formatie geschrapt.

Drie formaties achter elkaar met problemen

De laatste drie formaties waren het toneel van debacles en deconfitures: van de ‘functie-elders’-fout van informateurs Kajsa Ollongren (D66) en Annemarie Jorritsma (VVD), via de voortijdig opgestapte informateur Gom van Strien (PVV), het gefnuikte formateurschap van oud-PvdA-minister Ronald Plasterk naar de recente afgang van Hans Wijers (D66).

Zulke persoonlijke problemen kenden formaties in het verleden niet – al konden de formaties onder toeziend oog van koningin Beatrix (en van haar voorgangers Juliana en Wilhelmina) ook lang duren en moeizaam verlopen. Beatrix volgde over het algemeen netjes de adviezen op van haar drie adviseurs: de voorzitters van beide Kamers en de vicepresident van de Raad van State.

Koning Willem-Alexander kan niet weigeren

De enige keer dat de vorstin echt een eigen stempel drukte op de formatie was in 1994, toen koningin Beatrix op eigen initiatief – en met succes – besloot PvdA-leider Wim Kok opdracht te geven een regeerakkoord te schrijven en daarbij welwillende partijen te vinden.

Sinds zijn aantreden in 2013 heeft koning Willem-Alexander nooit met het formatiebijltje hoeven hakken. Wat hij daarvan vindt is officieel niet bekend – de mening van de Koning is de kabinetspositie.

Maar mocht Willem-Alexander worden gevraagd een rol te spelen, dan kan hij staatsrechtelijk eigenlijk niet weigeren. Of hij de ambitie (of zin) heeft om als spelverdeler op te treden, is van ondergeschikt belang. Sowieso wordt hij tijdens de informatie frequent geïnformeerd over de voortgang.

Wie zei wat in het eerdere debat over de koning in de formatie?

Bronnen: NPO Radio 1, WNL, de Volkskrant, De Telegraaf
  • Carla van Baalen, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis (Radboud Universiteit Nijmegen): ‘Het is iemand die boven de partijen staat (…) en is bij uitstek geschikt om, samen met zijn adviseurs, de eerste gesprekken te voeren. (…) Misschien hoeft de koning niet terug in het hele proces, maar wel in de allereerste fase.’ (Sven op 1 (WNL), NPO Radio1, 29 november 2023)
  • Boris van der Ham, mede-initiatiefnemer van het schrappen van de Koning uit de formatie (gerealiseerd in 2012), deed dit juist ‘om de koning te beschermen’. ‘De aanleiding was dat politici, mensen die net gekozen zijn, altijd al de dienst uitmaken tijdens de formatie. Maar ze maakten soms misbruik van de koning door de problemen in formaties af te schuiven.’ (NPO Radio 1, 24 december 2021)
  • Volgens monarchiekenner en historicus Coos Huijsen was er vóór 2012 ‘vanuit de parlementaire traditie een ritueel ontstaan dat de onderhandelende politici een herkenbaar kader en gemeenschappelijke codes bood en dat ook een zekere stijl had. In de nieuwe situatie ontbreekt zo’n herkenbaar kader. De betekenis van een vast ritueel wordt onderschat.’ (de Volkskrant, 5 juni 2017)
  • Kerst 2021 zei toen demissionair premier Mark Rutte tegen De Telegraaf: ‘Wat volgens mij niet heeft geholpen, is dat de koning eruit is gehaald. Niet dat het opeens drie maanden korter duurt als je hem terugbrengt, maar het zou wel helpen.’

EW’s visie: Ook als het voorstel sneuvelt, is debat over formatievorm zinnig

Door: Geerten Waling, redacteur rechtsstaat

Als de motie van SGP en VVD zou worden aangenomen, dan wordt vanaf de volgende formatie de grootste partij niet langer opgezadeld met een uiterst verantwoordelijke klus: de verkenning.

In die fase hebben politieke sturing en vooringenomenheid nog geen plaats, die schijn is er nu wel – vandaar dat de positie van informateur Wijers onhoudbaar was toen bekend was hoe hij dacht over VVD-leider Dilan Yeşilgöz.

Het zou goed zijn om de koning (als instituut) weer bij de formatie te betrekken. Het staatshoofd, met zijn eigen kabinet van de Koning en zijn raadgevers, heeft in theorie nog een belangrijke plek in het staatsrecht, maar in de praktijk is de rol van Willem-Alexander vooral ceremonieel. Zelfs het ondertekenen van wetten is steeds meer een ritueel geworden.

Oud, stoffig én nuttig

Dit terwijl de monarchie als enige instituut het gehele Nederlandse volk belichaamt én boven de partijen staat. Ook als de motie het niet haalt, is het goed dat elke Tweede Kamer weer opnieuw nadenkt over haar eigen tekortkomingen en de noodzaak, zeker kort na de verkiezingen, van een spelverdeler die boven het politieke strijdtoneel verheven is.

En ook mag de politiek beter reflecteren op wat we in deze moderne, democratische tijden willen doen met dat ene geschenk van de geschiedenis: die ruim vierenhalve eeuw politieke betrokkenheid van de Oranjedynastie, waarvan alweer 210 jaar in de vorm van een constitutionele monarchie. Soms kan iets ouds en stoffigs opeens weer tot nut zijn.

Verder lezen over de formatie