Amsterdam heeft een nieuw wapen tegen zwerfvuil: minder prullenbakken. Het klinkt als satire, maar het is bloedserieus beleid, schrijft Zihni Özdil.
Ah, Amsterdam, stad van grachten, fietsen en nu ook van een briljant contra-intuïtief afvalbeleid. Stel je voor: de straten liggen bezaaid met zwerfvuil. Prullenbakken worden dagelijks opengebroken door scharrelaars op jacht naar statiegeldblikjes.
Overal stinkt het, de stad wordt steeds meer geteisterd door een rattenplaag. En wat doet de gemeente?
Minder prullenbakken, schonere straat?
Ja, u leest het goed. Minder prullenbakken voor een schonere straat. Het klinkt als een absurdistische comedy. Maar het is het nieuwste wapen in de strijd tegen rommel.

Een schoolvoorbeeld van de typisch Nederlandse bestuurscultuur: die unieke mix van pragmatisme, zuinigheid en een vleugje koppige innovatie die ons land zo… eh, efficiënt maakt.
Openbare schatkisten voor daklozen
Eerst de feiten. Sinds de invoering van statiegeld op blikjes en flesjes zijn prullenbakken veranderd van nuttige afvalopvang in openbare schatkisten. Mensen – daklozen, bijstandsgerechtigden of gewoon slimme opportunisten – breken ze open.
Ze halen de waardevolle items eruit en laten de rest vrolijk over de stoep waaien.
‘Van oplossing tot veroorzaker’
Dus ik snap het nieuwe plan van Amsterdam wel. Minder afvalbakken betekent minder rommel eromheen. Of zoals de gemeente het poëtisch formuleert: ‘Van oplossing tot veroorzaker.’ Briljant, nietwaar?
Het is net zoiets als zeggen: ‘Te veel verkeersopstoppingen? Haal gewoon een paar wegen weg!’
Nederland ten voeten uit: we lossen problemen op door ze te herdefiniëren.
Onze hoofdstad af als vuilnisbelt in crisis
Maar wacht even. Niet iedereen waardeert onze Hollandse slimheid. Neem The Guardian, de Britse krant die altijd zo graag een loopje neemt met ons lage landje.
‘Amsterdam’s answer to its rubbish crisis? Remove some of the litter bins,’ schrijft de krant met een toon waar de spot van afdruipt.
The Guardian schildert onze hoofdstad af als een vuilnisbelt in crisis. Met toeristen die picknicken te midden van rondslingerend afval (compleet met foto, natuurlijk). De krant citeert wethouder Hester van Buren (Financiën) met haar ‘however illogical it sounds’-opmerking.
Van Buren haalt er zelfs de ‘broken windows theory’ bij, het idee dat rommel meer rommel aantrekt. En ze suggereert dat de stad vecht tegen een stortvloed van klachten: een kwart van de Amsterdammers vindt de eigen buurt vies, in het centrum zelfs 40 procent.
En dan die veel gedeelde LinkedIn-post van een ondernemer die klaagt over ‘rubbish on every corner’, gevolgd door een oproep tot een ‘community clean-up’. Het Guardian-artikel maakt Nederland subtiel zwart: alsof we alleen maar innovatief doen omdat we te gierig zijn voor echte oplossingen.
Bewijs van armoede op straat
Afijn: laten we niet te hard zijn over die opengereten prullenbakken. Ze zijn eigenlijk een cadeau aan Amsterdam.
Sinds het statiegeld zien we dagelijks het bewijs van armoede op straat: niet alleen daklozen die blikjes verzamelen voor een paar centen, maar ook gewone burgers, werklozen en zelfs gezinnen die de eindjes aan elkaar knopen.
Het is een symbool van hoe landelijk beleid de onderklasse blootlegt. Het gevolg van jarenlange bezuinigingen vanuit Den Haag. Die de gemeenten dwingen tot creatieve acrobatiek. En dat brengt ons bij het echte probleem: de decentralisaties van 2015.
Meer taken, minder geld
Herinner je je die nog? In 2015 decentraliseerde de regering taken als jeugdzorg, werk en bijstand, en langdurige zorg naar de gemeenten.
Klinkt democratisch, hè? Lokale overheden weten immers beter wat er speelt. Maar oh, puur toevallig, dit kwam wel met enorme kortingen op de budgetten.
Gemeenten kregen meer verantwoordelijkheden, maar minder geld. Elk jaar worden ze verder uitgeknepen – bezuinigingen op bezuinigingen, als een Russische matroesjka.
Amsterdam, met zijn groeiende bevolking en toeristenstroom, moet kiezen: investeren in meer prullenbakken en schoonmakers, of bezuinigen op zorg voor kwetsbaren? Het is onmenselijk.
Juist meer prullenbakken neerzetten
Het statiegeldsysteem, bedoeld om het milieu te beschermen, legt dus eigenlijk prachtig bloot hoe landelijk beleid armoede en ongelijkheid verergert.
Daarom heb ik dit daadwerkelijk innovatieve advies aan Amsterdam en al die andere uitgeknepen gemeenten: doe het tegenovergestelde van wat je nu wil doen. Zet juist veel meer prullenbakken neer.
Overal: op elke hoek, in elk park, langs elke gracht. Maak ze groot, opvallend en laat ze openbreken tot het een nationaal schandaal wordt. Laat de straten overlopen van zichtbaar afval en zichtbare armoede, tot ook alle internationale media er niet meer omheen kunnen.
Tijd voor een prullenbak-revolutie
Forceer zo de landelijke politiek om in te grijpen. Op een gegeven moment moet Den Haag dan wel: draai die achterlijke decentralisaties terug, pomp meer geld in gemeenten en pak de wortel van armoede aan, in plaats van symptomen te maskeren.
Het is tijd voor een prullenbak-revolutie – door er juist veel meer neer te zetten. Wie weet, wordt dit dan misschien ons volgende exportproduct: schoonmaken, door vuil te laten zien.