‘De EU moet zich minder hard opstellen tegenover May…’

Theresa May bij de Europese top op 20 oktober 2017. Foto: AFP

De Britse premier Theresa May heeft gisteren op de EU-migratietop in Salzburg opnieuw geen vooruitgang geboekt in de onderhandelingen over de Brexit. De voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, benadrukte opnieuw dat de economische samenwerking die May graag wil, ‘niet zal werken’.

Meer achtergrond bij dit artikel: Nederland is nog lang niet Brexit-proof

In juli liet hoofdonderhandelaar van de Europese Unie (EU) Michel Barnier zich al kritisch uit over het Brexitplan dat May met veel pijn en moeite door haar kabinet loodste. Twee ministers uit haar kabinet, minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson en Brexit-minister David Davis stapten daarna op.

In een gloedvolle speech tijdens het toetje verdedigde May haar plan. De EU moet haar tegemoetkomen, vindt ze.

Het grootste struikelblok is het wel of niet instellen van vrij verkeer voor goederen enerzijds en mensen en diensten anderzijds. Als Groot-Brittannië geen deel meer uitmaakt van de Europese interne markt, ontstaat er een ‘harde grens’ in Noord-Ierland. ‘We moeten geen dingen doen voor 65 miljoen Britse burgers, die uiteindelijk onaanvaardbare risico’s met zich brengen voor het succes van de interne markt voor de 420 miljoen burgers in de EU-landen die overblijven,’ zei premier Mark Rutte.

May is daarmee in een onmogelijke positie beland, met aan de ene kant haar kabinet, dat vindt dat ze te veel buigt voor EU-regels, en aan de andere kant de EU-onderhandelaren, die vinden dat May alleen de krenten uit de pap wil.

Groot-Brittannië lijkt nu in volle vaart af te stevenen op een harde Brexit. Op 29 maart 2019 moet de uittreding van de Britten uit de EU een feit zijn. Volgende maand, op 18 oktober, komen de EU-leiders opnieuw bijeen voor een EU-top. May heeft daarna nog een laatste kans om een akkoord te sluiten tijdens een extra top in het weekend van 17 en 18 november.

Komen de EU en Groot-Brittannië er niet uit, dan wacht een chaotische exit waarbij ook Nederland flinke economische schade zal oplopen. Per Nederlandse werknemer zal de schade tot 2030 tussen de 3.250 en 4.000 euro zijn. In een wereld van langzame economische groei gaat het verlies aan handelsmogelijkheden écht pijn doen, schreef economieredacteur Michiel Dijkstra eerder. 

Wat vindt u? Moet de Europese Unie de Britten tegemoetkomen, al is het maar uit eigenbelang? Of moet zij nu juist voet bij stuk houden? Praat mee! De stelling van de dag luidt:

Financieel toezichthouder Gerben Everts: Na Brexit kiezen grote bedrijven massaal voor Nederland