Afgewezen asielzoekers uit Oekraïne krijgen geen financiële ondersteuning meer als ze terugkeren naar hun eigen land. De vertrekregeling wordt direct stopgezet vanwege aanwijzingen voor misbruik, zo laat staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD) van Asiel weten in een brief aan de Tweede Kamer.
Het aantal asielzoekers uit Oekraïne dat naar Nederland kwam, is sinds de zomer gestegen. In het oosten van het land wordt flink gevochten, maar de meeste Oekraïners in Nederland zijn afkomstig uit het westelijke Ivano-Frankvisk.
Dat gebied wordt als veilig erkend en daarom wijst Nederland de meeste asielaanvragen af. Ook zijn er veel Oekraïense asielzoekers die hun aanvraag snel weer intrekken of aan het begin van de procedure aanstalten maken om zelfstandig terug te keren naar hun land.
Commentaar
Hoeveel asielzoekers ‘schaffen’ wij eigenlijk?
Om die terugkeer makkelijker te maken, konden zij financiële ondersteuning krijgen van de Internationale Organisatie voor Migratie. Dijkhoff wil die vertrekregeling schrappen: Oekraïners hebben voortaan alleen nog recht op een vliegticket en tweehonderd euro om de eerste kosten te betalen.
Stijging
Uit cijfers van het IOM blijkt dat vorig jaar 387 Oekraïense asielzoekers een beroep deden op de terugkeerregeling. Een forse stijging ten opzichte van eerdere jaren: in 2014 maakten 58 Oekraïners gebruik van de regeling en in 2013 53. Voor dit jaar staat de teller op 132.
Dijkhoff vermoedt dat de financiële ondersteuning wordt misbruikt en daarom neemt hij maatregelen, zoals hij dat eerder deed bij asielzoekers uit Kosovo en Mongolië. In augustus kondigde de staatssecretaris aan dat Kosovaren en Mongoliërs niet langer gebruik mogen maken van de vertrekpremie.