De oppositie is overtuigd eensgezind. Van SP en GroenLinks-PvdA tot en met de Partij voor de Dieren en het CDA, alle fractieleiders ontpoppen zich tot naoorlogse verzetsstrijders.
In het debat over de Regeringsverklaring probeerde de oppositie het kabinet-Schoof racisme, discriminatie en nazisympathieën aan te wrijven. Het effect was dat de vier coalitiepartijen dichter naar elkaar werden gedreven.
Uit enquêtes blijkt dat het vertrouwen van kiezers in de democratie is toegenomen door het resultaat van de kabinetsformatie. PVV, NSC en BBB kunnen zich voor het eerst als regeringspartij bewijzen. Dat is conform de verkiezingsuitslag van zeven maanden geleden.
De linkse partijen proberen dat vertrouwen te ondermijnen door te wijzen op de omstreden uitspraken in het verleden van met name de PVV-ministers Marjolein Faber (Asiel en Migratie) en Reinette Klever (Buitenlandse Handel).
‘Racistische walgelijke drek,’ zei Laurens Dassen (Volt). Stephan van Baarle (DENK) betichtte de VVD ervan ‘mensen die nazitheorieën propageren in het kabinet te hijsen’. Hij ging zelfs zover de PVV antisemitisme te verwijten. Henri Bontenbal (CDA) vond dat premier Dick Schoof (partijloos) de PVV-ministers Faber en Klever moet ‘normeren’, dat wil zeggen: op de vingers tikken.
Links eist excuses
Faber verzekerde eerder (tijdens een hoorzitting in de Kamer) dat zij als minister haar eerdere uitspraken niet zal herhalen. Maar dat is voor de linkse oppositie onvoldoende. Faber moet excuses maken om te bewijzen dat zij zaken als deze niet eens meer durft te denken.
PVV-leider Geert Wilders verwierp de linkse aanvallen met kracht: ‘Wij hebben niks met de nazistische omvolkingstheorie. Geen enkele PVV-minister, PVV-parlementariër of PVV-kiezer is racist.’
Timmermans zette de toon
Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) had de toon gezet. Hij haalde eerdere uitspraken van Faber aan over immigranten en de introductie van ziekten. Hij citeerde Klever over Zwarte Piet. Wilders: ‘Is dit nu het beste waarmee u kunt komen? Zwarte Piet?’
Timmermans noemde de PVV-ministers ‘extreem-rechts’. Hij vond het ‘onze dure plicht om angst en haat in de samenleving te bestrijden’. Daarom zal hij geen kans laten liggen voor moties om het kabinet-Schoof naar huis te sturen. De coalitie heeft weliswaar een ruime meerderheid in de Kamer, maar Timmermans constateerde: ‘De verdeeldheid is aan de macht.’ Als de vier partijen het op een onderwerp niet eens zijn en het kabinet-Schoof moet met steun van oppositiefracties een meerderheid halen, dan hoeft de nieuwe premier niet op Timmermans te rekenen.
Zelfs als het gaat om voorstellen waarin Timmermans zich inhoudelijk kan vinden, zal zijn partij tegenstemmen om het kabinet te bestrijden.
Partijen laten zich niet meer paaien
Onder de kabinetten-Rutte en eerdere kabinetten werden oppositiepartijen nog weleens gepaaid met het vooruitzicht dat ze een volgende keer konden meedoen in een kabinetsformatie. Dat tijdperk lijkt afgesloten. De oppositie gaat om politieke redenen meedogenloos te werk, zo bleek tijdens de eerste dag van het debat over de Regeringsverklaring.
Ook D66 ligt op ramkoers. Fractieleider Rob Jetten weigerde te spreken over het kabinet-Schoof. Hij sprak over het kabinet-Wilders I, want de nieuwe minister-president ‘is een marionet van Wilders en niet de leider van het land’. Caroline van der Plas (BBB) vond dat een schoffering, maar Jetten bleef erbij.
Effect van de ramkoers?
Wat bereiken de linkse partijen met deze ramkoers? Op de eerste dag werkte het totaal niet. Wilders won elke confrontatie. Toen Dassen (Volt) de capaciteiten en integriteit van PVV-ministers in twijfel trok en retorisch vroeg: ‘Mijnheer Wilders, wilt u wel dat het kabinet een succes wordt?’ kreeg Wilders de lachers op zijn hand door nuchter te constateren: ‘Zegt de heer Dassen nu eigenlijk dat hij liever had gehad dat ík premier was geworden?’
Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) probeerde het met sarcasme: ‘Mijnheer Wilders, hoe was het om in de kabinetsformatie met drie onbenullen te onderhandelen?’ Wilders trapte daar niet in en Ouwehand droop af: ‘Ik dacht: ik probeer het even.’
Het effect na een dag debatteren was dat coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB dichter bij elkaar waren gekomen. Als de linkse oppositie op de morele toer gaat, dan moeten zij elkaar wel verdedigen.
Geen scheurtjes in kabinet-Schoof
Pieter Omtzigt (NSC) drong er bij Wilders op aan zijn PVV te democratiseren, waarop Wilders getergd reageerde, maar verder waren er geen scheurtjes in het coalitiefront. Logisch. De oppositie hanteerde de botte bijl, niet het fileermes. De aangekondigde motie van wantrouwen tegen de ministers Faber en Klever maakt bij de stemmingen op de tweede dag van het debat (donderdag) geen schijn van kans.
Premier Schoof sprak in zijn Regeringsverklaring over ‘een uitgestoken hand naar alle fracties’, maar daar wilden de meeste niets van weten. Jetten (D66) zei dat hij graag met VVD-minister Sophie Hermans wilde werken aan een versterkt klimaatbeleid, maar verder verweet hij de VVD ‘te kampen met een politiek Stockholmsyndroom’: de PVV houdt volgens hem de VVD in gijzeling en de liberalen zijn zo bang dat ze nog van Wilders gaan houden ook.
Waar moet dit toe leiden? De linkse fracties leken elkaar op te jutten om ‘extreem-rechts’ te veroordelen. Het debat ging daardoor vooral over de ontoelaatbaarheid van de omvolkingstheorie, maar doordat ook Geert Wilders scherp afstand nam van dat nazistische denkraam uit de jaren dertig en veertig, sloeg het debat dood in linkse verontwaardiging.
Hooguit preekten de linkse partijen voor eigen parochie. De afgelopen tijd boekte de PvdA een stevige ledenaanwas. ‘Sinds Joop den Uyl hebben we niet meer een zo groot aantal leden ingeschreven,’ zegt een bron in de partij.
Een zó felle steun dat Wilders het later moet bezuren
Misschien ging Wilders zó fel achter zijn bewindslieden staan dat hij het later moet bezuren. Hij zei bijvoorbeeld: ‘Ik heb honderd procent vertrouwen in minister Klever. Wat zeg ik? Ik heb tweehonderd procent vertrouwen in haar.’ Als PVV-ministers straks blunderen, confronteert de oppositie Wilders met dergelijke loftuitingen.
Maar de keerzijde is dat Wilders werd neergezet als de man die het allemaal regisseert. Wordt het beleid een succes en stijgt de populariteit van het kabinet, dan kan de PVV-leider met de electorale eer gaan strijken en wordt de wanhoop op links alleen maar groter.
Spreidingswet asielzoekers
De drie rechtse oppositiepartijen hielden het rustiger. Chris Stoffer (SGP) haalde ‘Henk en Ingrid’ erbij om te onderstrepen dat burgerlijk Nederland blij is met het kabinet. Thierry Baudet (FVD) zei zich ‘ten dele te herkennen in de politieke kleur van dit kabinet’. Maar hij vreest dat het beleid van de kabinetten-Rutte wordt voortgezet, zij het ‘een ietsiepietsie minder’.
‘Waarom niet streven naar een negatief migratiesaldo van 30.000 per jaar?’ vroeg Baudet zich af. Joost Eerdmans (JA21) stelde Wilders voor meteen al een eind te maken aan de zogenoemde Spreidingswet (opvang asielzoekers in alle gemeenten). Wilders wil dit ook, maar kreeg het in de kabinetsformatie niet voor elkaar. Hij moet dit aan het kabinet overlaten, want: ‘Ik ben goed voor mijn handtekening.’