Wie zich verdiept in de NPO, ziet een vlek die almaar groter wordt. Een maand na het uitkomen van het rapport van de commissie-Van Rijn voelt Tjibbe Joustra (73) zich als voorzitter van de raad van toezicht van de NPO nog altijd niet geroepen om in het openbaar te reageren op het rapport, waarin de commissie ‘falend toezicht’ als belangrijkste oorzaak van grensoverschrijdend gedrag aanwijst en de raad van toezicht verwijt ‘teveel op afstand’ te staan.
Joustra handhaaft het teveel aan afstand. Op een lange lijst vragen die EW hem stuurde, over het rapport van de commissie-Van Rijn en het functioneren van de verantwoordelijken bij de publieke omroep, inclusief de raad van toezicht, blijft Tjibbe Joustra het antwoord grotendeels schuldig. Hij stuurt in plaats daarvan ‘een statement’ op, waar evenwel niet om was gevraagd. Eén van de vragen van EW die daarmee onbeantwoord blijft, is of het wenselijk is dat Joustra als voorzitter van de raad van toezicht van de NPO, een publiek gefinancierde organisatie (jaarlijks 850 miljoen euro), structureel weigert te antwoorden op vragen van journalisten. Ook op de vraag of Joustra zijn positie inmiddels heeft heroverwogen naar aanleiding van het vernietigende rapport van de commissie-Van Rijn, of dat nog gaat doen, geeft hij geen antwoord.
Een maand na het rapport van de commissie-Van Rijn blijft Tjibbe Joustra zwijgen
Bij gebrek aan actuele informatie over Joustra’s visie op zijn rol als toezichthouder van de NPO zit er dan ook niets anders op dan terug te grijpen naar zijn laatste interviews. Voor de Volkskrant moeten we daarvoor terug naar 2017. Joustra verklaart in een artikel in zijn functie als voorzitter van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (Joustra vervult vele functies): ’Als er een probleem is, kijkt iedereen weg. Als het mis gaat, wijst iedereen naar de ander. Iedereen zit meer aan de aansprakelijkheid te denken dan aan de vraag: hoe zorgen we dat dit nooit weer gebeurt? We zien bij onderzoeken altijd hetzelfde stramien: veel spelers, weinig verantwoordelijkheid.’
In Het Parool uit Joustra in een interview van drie jaar geleden nog kritiek op de gang van zaken bij de protesten op de Dam, waarna hij bij burgemeester Femke Halsema aandrong op een ‘onafhankelijk onderzoek’. Joustra gaf aan dat het ‘belangrijk was verantwoordelijkheid te nemen’. Hoe anders ziet hij dat blijkbaar bij de NPO. Daar was het immers de NPO zélf die het onderzoek (naar zichzelf) initieerde en vorm gaf. Het was ook de raad van toezicht die zichzelf de taak toebedeelde om toe te zien op de onafhankelijkheid van het onderzoek. Achteraf is gebleken dat er na de presentatie van het rapport van de commissie-Van Rijn wijzigingen zijn aangebracht in de conclusies van de commissie en bepaalde onwelgevallige passages zijn zelfs verwijderd.
Is het werkelijk aan de NPO om te kiezen aan wie zij verantwoording aflegt?
Zo veranderde de NOS-directie bijvoorbeeld ‘falend leiderschap’ in ‘tekortschietend leiderschap’ en liet zij een hele alinea verdwijnen. Zelfs het bekendmaken hiervan noopte Joustra niet om publiekelijk te reageren, terwijl het toch juist ‘zijn’ raad van toezicht was die de taak had om toe te zien op de onafhankelijkheid van het rapport. De vraag van EW aan Joustra of er meer van dit soort wijzigingen zijn aangebracht in het rapport en of hij zelf ook wijzigingen heeft aangebracht, dat blijft net als andere vragen – het wordt wat voorspelbaar – onbeantwoord. De Volkskrant noemde Joustra overigens in 2021 met ‘semi’ of ‘deeltijd-pensioen’ wat wellicht een verklaring kan zijn voor het uitblijven van een reactie.
De nevenwerkzaamheden van Tjibbe Joustra volgens de NPO-site:
- Agri-Data Warehouse B.V., voorzitter Raad van Commissarissen (06-09-2021, bezoldigd)
- Stichting Merita, bestuurder (28-08-2019, bezoldigd)
- B.V. Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS), commissaris (28-08-2019, bezoldigd)
- Stichting Administratiekantoor Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector, bestuurder (28-08-2019, bezoldigd)
- Nederlandse School voor Openbaar bestuur, voorzitter Raad van Toezicht (2019, onbezoldigd)
- Vereniging agriNL, voorzitter Bestuur (14-12-2018, bezoldigd)
- Meermanno, voorzitter Raad van Toezicht (2016, onbezoldigd)
- Koninklijke Bibliotheek, voorzitter Algemeen Bestuurscollege (01-11-2015, bezoldigd)
- Stichting Dutch Milk Foundation, voorzitter (29-06-2009, bezoldigd)
- G4S Group, voorzitter Raad van Advies (bezoldigd)
Op nu.nl heeft een woordvoerder van de NPO inmiddels gezegd dat de NPO eind februari gaat komen met ‘een plan van aanpak’ waarin de NPO gaat aangeven aan wie, wanneer en hoe zij verantwoording gaat afleggen. Is het werkelijk aan de NPO om te kiezen aan wie zij verantwoording aflegt? Dat zou dus theoretisch achtereenvolgens aan de paashaas, op Sint Juttemis en via een statement kunnen zijn. Bij de NPO lijkt alles denkbaar.
Dat zich deze week alweer een nieuw schandaal bij de publieke omroep aandiende, zal ook niemand nog verbazen; ditmaal betrof het omroep WNL waar oprichter Bert Huisjes de grenzen van het toelaatbare heeft overschreden. Toevallig, of niet, is WNL de enige omroep waar Joustra wél geregeld en in 2023 maar liefst drie keer van zich liet horen, zij het niet over zijn rol bij de NPO.
Op al die momenten: toen de misstanden bij De Wereld Draait Door al breed waren uitgemeten in de pers, toen Frederieke Leeflang inmiddels met Frans Klein in de kleedkamer van Matthijs van Nieuwkerk was aangetroffen om te overleggen over diens positie, toen diezelfde Frederieke zelfs met Matthijs van Nieuwkerk zou spreken over een eventuele terugkeer, terwijl het onderzoek naar de publieke omroep nog niet eens was afgerond: zelfs tóen zag Joustra zich niet geroepen te reageren en sprak meermaals bij WNL op NPO radio 1 over onderwerpen als de stikstofwet en het wenselijke aantal ambtenaren. En deed er verder het zwijgen toe.
Huisjes kreeg de bijnaam ‘Bertlusconi’
Deze week onthulde het AD dat meerdere presentatrices melding hebben gedaan van grensoverschrijdend gedrag van Bert Huisjes, zowel als bestuurder als hoofdredacteur van WNL. Huisjes zou zich schuldig hebben gemaakt aan pesten, intimidatie, manipulatief gedrag en zwangerschapsdiscriminatie. Sommige presentatrices, onder wie Eva Jinek, Roos Moggré, Merel Westrik, Nikki Herr, Leonie ter Braak en Margreet Spijker, hadden de moed om hun relaas publiekelijk te delen, anderen deden dit anoniem. WNL wordt een ‘vergiftigd nest’ genoemd en Huisjes kreeg de bijnaam ‘Bertlusconi’, ‘Angry Bert’ en een ‘gevaarlijke alleenheerser’.
De raad van toezicht van WNL reageerde binnen enkele uren als door een wesp gestoken (de ene raad van toezicht is duidelijk de andere niet). De raad, bestaande uit voorzitter Loek Hermans, Fons van Westerloo en Micheline Paffen-Zeenni (locoburgemeester en wethouder in Amersfoort), gaf in haar verklaring aan dat ze zich vierkant achter Huisjes schaarde en kondigde aan een onderzoek in te stellen naar de wantoestanden bij het programma Goedemorgen Nederland.
Dit onderzoek zou onder leiding van Carel Kuyl moeten plaats hebben die de raad introduceert als ‘een ervaren journalist’ wat zoiets is als Mark Rutte aanhalen als ‘geschiedenisleraar vmbo’. Kuyl is immers jarenlang dé mediadirecteur geweest van omroep NTR, de omroep die er in het rapport van de commissie-Van Rijn minstens zo slecht afkwam als omroep WNL. De NTR, die Kuyl in 2017 verliet om met pensioen te gaan om vervolgens door de NPO via de achterdeur weer binnengehaald te worden. Nu om als ‘cultuurcoördinator’ 10 miljoen euro te verdelen in de door corona getroffen cultuursector.
Een deel van dat geld besloot Kuyl te investeren in de lang gekoesterde wens van Ivo van Hove, destijds artistiek leider van ITA (voorheen Toneelgroep Amsterdam), om een tien afleveringen lange en dus kostbare televisie-registratie te maken van zijn zes uur durende voorstelling Romeinse tragedies. Dat deze corona-gelden bij Toneelgroep Amsterdam terechtkwamen, het zwaarst gesubsidieerde gezelschap van Nederland, waar acteurs werken met een in de acteurswereld zeldzaam geworden arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (geschat wordt dat nog slechts zo’n veertig acteurs in heel Nederland deze positie hebben), acteurs die dus juist niet waren getroffen door de corona-crises, bleef onvermeld.
Kuyl, zo zegt de raad van toezicht van WNL, gaat nu als ervaren journalist onderzoek doen naar de wantoestanden bij het WNL-programma Goedemorgen Nederland. En zo blijft er voor iedere (oud)leidinggevende, ongeacht het verleden of rapport, wel een plekje bij de NPO. Intussen heeft Frederieke Leeflang, als bestuursvoorzitter van de NPO, de raad van toezicht van WNL ter verantwoording geroepen. Leeflang, die Tjibbe Joustra in het zadel hielp bij de NPO waarna hij haar op zijn beurt in het zadel hielp bij de NPO als bestuursvoorzitter, zoals vorig jaar juli in Vrij Nederland beschreven door journalist Joost Ramaer en Kim van Keken en op hun vragen hierover, u raadt het al, Joustra niet wilde reageren.
Ook Mariëtte Hamer, de regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag, heeft inmiddels vragen gesteld over de reactie van de raad van toezicht van WNL en bekritiseert deze als ’een heel slecht voorbeeld’. Fons van Westerloo haastte zich in een persbericht nog diezelfde dag te benadrukken dat het allemaal niet zo was bedoeld.
Sinds in 2019 het vernietigende rapport van de Rekenkamer uitkwam, heeft het ene na het andere onderzoek een stapel eensluidende rapporten over niet inzichtelijke geldstromen en ongezonde machtsverhoudingen bij de NPO en de gevolgen daarvan opgeleverd. Zolang het toezicht blijft falen, zolang de stoelen-dansende leidinggevenden in Hilversum zich niet bewust tonen van hun verantwoordelijkheid en blijven zitten waar ze zitten, zolang de NPO mag kiezen aan wie, wanneer en hoe zij verantwoording gaat afleggen, zolang de Tweede Kamer zich niet roert en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap niet ingrijpt, zolang niet eens de moeite wordt genomen om journalisten te woord te staan en zij hun werk bij de publieke omroep moeten doen in een verziekte omgeving, zullen de incidenten zich, net als de rapporten, blijven opstapelen. Een gezonde NPO vraagt grootschalig ingrijpen en begint wellicht met eerst eens fatsoenlijk antwoord geven op een vraag.