In de deze maand verschenen documentaire Return to Eden laat Marijn Poels (45) zien dat klimaatverandering naast problemen ook kansen en uitdagingen biedt. Hij plaatst daarmee de discussie in een ander perspectief. Zo zou niet minder, maar juist meer vee een oplossing bieden voor verwoestijning en het klimaatprobleem.
1. Wie is Marijn Poels?
Documentairemaker Poels kreeg in 2017 enige bekendheid na verschijning van zijn film The Uncertainty has Settled. Hierin zet hij vraagtekens bij wetenschappelijke aannames over klimaatverandering. Zijn zoektocht naar een ander geluid levert een aantal interessante, maar controversiële bevindingen op. Volgens experts en klimaatcritici die hij spreekt, is de CO2-productie van de mens niet het probleem van klimaatverandering en zouden oliebronnen in de aarde onuitputtelijk zijn. Naast lof kreeg Poels veel negatieve reacties op zijn kritische film.
Lees ook de column van Simon Rozendaal: Zou het kunnen, nuance in het energiedebat?
Dat bracht hem op het idee een tweede deel te maken. In Paradogma onderzoekt Poels wat wel en niet bespreekbaar is in het publieke debat en staat politiek correct denken centraal. Aan het woord komen onder andere de Canadese hoogleraar Jordan B. Peterson en de Russische ideoloog Aleksandr Doegin, adviseur van de Russische president Vladimir Poetin.
Return to Eden is het laatste deel van wat een trilogie is geworden. Poels: ‘Mijn eerste film ging over de twijfel. In de tweede film stel ik de vraag of je nog wel mag twijfelen. In dit derde deel ga ik op zoek naar een inspirerend en hoopvol verhaal.’
2. Welk probleem kaart Poels aan in deze documentaire?
Return to Eden is een zoektocht naar efficiënte manieren van landbouw en natuurbeheer. In het begin van de film stelt hij dat de mens de enige soort is die zich losmaakt van zijn ecologische en biologische oorsprong. De harmonie tussen mens en natuur is verdwenen. We moeten daarom ‘terug naar de Tuin van Eden’, de plek waar Adam en Eva woonden en waar alles in balans was.
Poels is kritisch over natuurmanagement en de ontwikkeling van technologie. Daarin slaan we volgens hem door. Zoals de futuristische Amsterdamse teler die binnen, zonder daglicht, zonder aarde en zonder meststoffen, zijn planten kweekt. Poels: ‘We willen alles graag zo efficiënt mogelijk managen. Maar als we niet oppassen, worden we zelf ook steeds meer zoals dat plantje in de kas. De mens ontmenst steeds meer. Waar leggen we de grens?’
3. Maar hoe moet het dan?
Common sense, gezond verstand, moeten we weer gebruiken, volgens Poels. ‘Dat vind je niet in de technologie, daarvoor ga ik te rade bij experts in het veld.’
Zo bezoekt Poels in Londen en Zimbabwe de 85-jarige Zimbabwaanse ecoloog Allan Savory, die een centrale rol speelt in de documentaire. De verbranding van fossiele brandstoffen en te grote veestapels zijn niet de belangrijkste oorzaken van klimaatverandering en wereldwijde verwoestijning, zegt Savory. Integendeel, grote kuddes laten grazen kan verwoestijning tegengaan en een omkering van klimaatverandering teweeg kunnen brengen. De hoeven van het vee maken de bodem weer zacht en in combinatie met de mest zullen planten groeien. Volgens Savory kan de toegenomen plantengroei koolstof uit de atmosfeer halen en op natuurlijke wijze opslaan in de bodem. Dat is wat hij holistic management noemt: beheer waarbij dieren en planten elkaar als een systeem aanvullen.
Ook het probleem van droogte voor boeren lijkt door de ogen van Poels een stuk kleiner te worden. In de hete en droge Egyptische Sinaï-woestijn ontmoet Poels een boer die met de juiste planten en een simpel irrigatiesysteem een groot aantal gewassen verbouwt op de zilte bodem. ‘Neem het hongerprobleem in de wereld. In de film stel ik daarom de vraag: is dat niet een probleem van mismanagement? Zijn klimaatvluchtelingen niet gewoon inefficiënte boeren?’
‘Het is belangrijk dat zulke initiatieven van onderaf komen en niet van bovenaf worden opgelegd,’ vertelt Poels. ‘We moeten dat aangrijpen, zodat we het heft in de handen nemen. Anders wordt het voor ons gedaan.’ Daarmee doelt Poels op ander aspect van zijn film. Er zou een agenda achter zitten om de mens te vervreemden van de natuur. Via Agenda 21, de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties, zou het plan zijn om van het platteland woeste natuur te maken en mensen onder te brengen in megasteden. ‘Ik zie dat niet als een complottheorie, maar meer als het gevolg van management dat in onze aard zit. In de steden zijn we goed te controleren.’
4. Zijn de oplossingen voor de klimaat- en natuurproblemen echt zo simpel?
De meeste projecten die Poels in zijn film laat zien, opereren op kleine schaal in afgelegen gebieden. Ze zijn gericht op de eigen, vaak kleine gemeenschap. Of ze staan nog in de kinderschoenen, zoals een Nederlands initiatief om de Sinaï weer groen te maken. Lukt het boerenbedrijven in andere delen van de wereld op grote schaal zo te werken en is er geld mee te verdienen? Wie moet de processen voor vergroening gaan leiden? Dit zijn slechts een aantal vragen waarop de film geen antwoord geeft.
Een complete oplossing bieden, lijkt ook niet het doel van de film. Volgens Poels is er geen ‘wondermiddel’: ‘De oplossing ligt voor mij bij het organiseren van lokale initiatieven en de bodem gezond maken. Hoe we dat moeten doen, dat moet worden besproken.’ Poels stelt vragen, laat mensen aan het woord, maar zet – net als in zijn voorgaande films – vooral de kijker aan het denken.
Bekijk hier Return to Eden via YouTube:
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."