De stilte is neergedaald op het door de Tweede Kamer verlaten Binnenhof. De kabinetsformatie speelt zich nu dusdanig achter de schermen af dat er zelfs geen politici meer tevoorschijn komen die ginnegappen met journalisten, in de hoop zo weinig mogelijk inhoudelijks prijs te geven.
1. Hoe staat het met de kabinetsformatie?
De formatie speelt zich momenteel geheel achter de schermen af. De Kamerleden Sophie Hermans (VVD), Mark Harbers (VVD), Rob Jetten (D66) en Steven van Weyenberg (D66) schrijven aan een proeve voor een Regeerakkoord. Dat wil zeggen dat ze voor respectievelijk Mark Rutte (VVD) en Sigrid Kaag (D66) een schets maken van het beleid van een nieuw kabinet.
Beide partijleiders hebben het inventariserende werk uitbesteed aan de vier secondanten. Intussen nemen de politieke hoofdrolspelers zelf wat rust. Zo klust Sigrid Kaag aan haar nieuwe huis en nemen anderen zelfs echt vakantie, zoals Gert-Jan Segers:
2. De verkiezingen waren op 17 maart. Is het normaal dat er nu nog geen kabinet is?
Het is niet normaal, maar ook niet abnormaal. De geschiedenis kent kabinetsformaties die nog langer duurden. Deze formatie is nu 131 dagen gaande. Rutte III, het huidige demissionaire kabinet, heeft het record: 225 dagen in 2017. Premier Willem Drees (PvdA) heeft nog steeds het record van de kortste formatie: 31 dagen in 1948, maar dat was dan ook een extra-parlementair kabinet, zonder binding met partijen in de Tweede Kamer. Het kabinet viel wel al na twee jaar.
3. Waarom gaat het zo moeizaam?
Informateur Mariëtte Hamer (PvdA) zag na eindeloos overleg met zeventien politieke leiders uit de Tweede Kamer – alleen Geert Wilders (PVV) weigerde te komen opdraven – weinig perspectief om te kunnen doorpakken. ‘Er bleek mij sprake te zijn van een complexe politieke situatie met verdeeldheid en tegenstellingen over de vraag welke partijen met elkaar de onderhandelingen over een coalitieakkoord moeten en kunnen voeren,’ zoals Hamer in haar eindverslag schreef.
De leiders zitten niet op één lijn. Daarbij draait het niet zozeer om afwijkend beleid waarvoor partijen zich sterk maken, maar eerder om onwil om met deze of gene samen te werken. Zo wil D66 met twee linkse partijen regeren, maar zien CDA en VVD dat niet zitten. Om de impasse te doorbreken wees Hamer Rutte en Kaag aan om een schets te maken van toekomstig beleid. Daarna wordt bekeken welke partijen zich daarachter kunnen scharen, om vervolgens tot een meerderheidscoalitie te kunnen komen.
Hoe pakten politici formeren in het verleden aan?
4. Is er perspectief?
Eigenlijk wel. De vier partijen die Rutte III vormen, kunnen probleemloos verder. Aanvankelijk leek de ChristenUnie niet meer in een coalitie te willen geleid door Mark Rutte, maar leider Gert-Jan Segers kwam daarop later terug. Het probleem ligt bij D66. Partijleider Sigrid Kaag ziet onderhandelingen met de CU-fractie ‘op dit moment niet als wenselijk, gezien de fors uiteenlopende standpunten met betrekking tot medische ethiek, emancipatie en individuele vrijheden’.
Omdat de coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie na de verkiezingen een grotere meerderheid heeft dan ze eerder had – 78 tegen 76 zetels – ligt voortzetting voor de hand. Dat kan goed uitpakken als de ChristenUnie zich neerlegt bij de wens van D66 om voort te maken met wetgeving over medisch-ethische kwesties. Kaag opperde dat ze zulke thema’s als zogeheten vrije kwesties, buiten het Regeerakkoord om, in de Kamer wil behandelen. Een van die kwesties is stervenshulp voor mensen die hun leven als voltooid beschouwen. Vraag is of dit voorstel op een parlementaire meerderheid kan rekenen. Er zijn maar weinig redenen om de coalitie niet gewoon voort te zetten en de kabinetsformatie zich nog langer te laten voortslepen.