Bedrijven worden aangezet tot ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen‘. Dit opgedrongen idealisme gaat altijd ten koste van aandeelhouders en werknemers. De ‘hogere doelen’ van de ondernemers horen thuis in hun vrije tijd; zij kunnen zich beter richten op de behoeften van de consument, schrijft Gerry van der List.
Zeker nu alom wordt geklaagd over het – spookachtige – ‘neoliberalisme’, heeft zijn naam een haast satanische klank. Maar Milton Friedman (1912-2006) schreef vaak heel verstandige dingen. Zoals in 1970 in The New York Times in een artikel met de titel The Social Responsibility of Business is to Increase its Profits.
De Amerikaanse econoom keerde zich tegen de opmars van het zogeheten maatschappelijk verantwoord ondernemen, dat hij maar een socialistische doctrine vond. Van ondernemers wordt hierbij namelijk verwacht dat zij als een soort ambtenaren politieke ambities gaan verwezenlijken. Ten nadele van de aandeelhouders en de werknemers, want zij draaien op voor de kosten van dat idealisme.
‘Hogere doelen’ van ondernemers gaan ten koste van winst
Ondanks deze alleszins redelijk klinkende argumentatie heeft het maatschappelijk verantwoord ondernemen zeker in Europa sindsdien een hoge vlucht genomen. Nederland kent bijvoorbeeld de organisatie MVO Nederland, die veel mooie woorden spreekt over duurzaamheid, inclusiviteit, circulariteit, biodiversiteit en andere modieuze zaken.
En het moet allemaal nog veel idealistischer, zo valt in het boek Ondernemen kan écht anders te lezen. De auteurs keren zich – geen verrassing – tegen het neoliberalisme dat wordt gedomineerd door bedrijven die – foei – winst maken als belangrijkste doelstelling hebben. Zij hebben onderzoek laten verrichten waaruit blijkt dat van de werkende Nederlanders 24 procent vindt dat hun werkgever geen hoger doel nastreeft. En bij organisaties met een purpose zou 29 procent zich er niet mee verbonden voelen.
Vrije markt werkt heel heilzaam voor ondernemers
Het zou goed zijn als die werknemers eens een stem kregen die helemaal niet van hun bedrijf verlangen dat het zich inzet voor een betere wereld. Die niet op bijeenkomsten met de CEO hele lofzangen op de doelstellingen van de Verenigde Naties hoeven te horen. Die niet blij zijn als ze een mail krijgen waarin de leiding van de onderneming meedeelt een flink geldbedrag aan een goed doel te hebben geschonken.
De afkeer van het streven naar winst is gebaseerd op een gebrek aan inzicht in de heilzame werking van de vrije markt. Winst is een terechte beloning voor ondernemers die producten leveren waaraan behoefte bestaat. Zolang zij zich netjes aan de wet houden, bewijzen winstgevende ondernemingen de samenleving vanzelf een dienst. Het tevreden stellen van consumenten is maatschappelijk bijzonder verantwoord. Milton Friedman zei het al mooi: ‘The business of business is business.’
Bedrijven scheppen welvaart, over hoe die welvaart moet worden verdeeld, gaat de politiek. Als ik me bezig ga houden met wat voor maatschappelijk verantwoord ondernemen doorgaat, zo betoogde de vroegere topman van AkzoNobel Hans Wijers, dan wordt mijn bedrijf een politieke debatingclub.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in vrije tijd
Dat is inderdaad onwenselijk. Werknemers zouden dan ook vaker en luidruchtiger in het geweer moeten komen tegen een bedrijfsleiding die in plaats van hogere salarissen te betalen geld uittrekt voor politieke hobby’s. Als ondernemers zich willen inzetten voor goede doelen, doen ze dat maar in hun eigen tijd en met hun eigen geld.